Hoofdstuk 3 steden

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • 2e klas vwo | 2729 woorden
  • 18 maart 2018
  • 53 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
53 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Methode
ADVERTENTIE
Slim oefenen met Mijn Examenbundel

Wil jij onbeperkt online oefenen met examenopgaven, uitlegvideo's en examentips bekijken en je voortgang bijhouden? Maak snel een gratis account aan op mijnexamenbundel.nl. 

Ontdek Mijn Examenbundel

Antwoorden 2 vwo Opdrachtenboek

Steden 3

Intro

1

a Het hoofdstuk gaat over steden en dit is duidelijk een grote stad.

b In de hoogte bouwen

c Singapore is een eilandstaat. Vrijwel alle ruimte is al benut.

d Ze liggen in ontwikkelingslanden.

2

a Eigen antwoord

b 1 Parijs

2 Eigen antwoord

3 Hollywood (Los Angeles)

4 Rio de Janeiro

5 Den Haag

6 Brussel

7 New York

1 Angela de Carvalho, sambadanseres in Rio

1

1 meisje; 2 Rio de Janeiro; 3 de wereld; 4 Rio de Janeiro; 5 New York; 7 Nederland; 8 Europa; 9 de samenvatting doorlezen

2

a 1 tegen helling; 2 centrum; 3 hoog; 4 hoog; 5 gemiddeld; 6 legaal; 7 platteland; 8 gaat wel; 9 laag; 10 informele; 11 wordt opgeknapt; 12 moderniseert

b Eigen antwoord

3

a 2, 3, 5, 6, 8, 9

4

1 allochtoon; 2 informeel; 3 regionale ongelijkheid; 4 mno; 5 globalisering; 6 periferie; 7 semiperiferie; 8 infrastructuur; 9 EU; 10 centrumlanden 11 kolonie; 12 vestigingsplaatsfactor

5

Eigen antwoord

VAARDIG MET VAARDIGHEDEN

1

a Grootschalig

b Sanne, want zij rijdt in een vrij rechte lijn naar school. Peter moet over een bochtige weg; voor hem is de werkelijke afstand dus veel langer dan de afstand hemelsbreed.

c 1,5 x 3 000 000 cm = 45 km

2

a In

b Het schaalgetal wordt steeds kleiner, het gebied wordt steeds kleiner en je ziet veel meer details.

c Kaart A is kleinschalig en kaart F is grootschalig. Het voordeel van kaart A boven kaart F is dat je de route van Katrina kunt volgen.

d Oorzaak: kaart A

Gevolg: kaart E

3

a Per veerboot

b De absolute afstand is gelijk gebleven, maar de relatieve afstand is korter geworden omdat je nu per auto of trein de afstand tussen de twee steden sneller kunt afleggen.

c Relatieve afstand

4

Bijvoorbeeld: Absoluut is afstand in kilometers en relatief hoelang je erover doet.

5

c 1 Kaart; 2 Satelliet; 3 Terrein

d Eigen antwoord

e Eigen antwoord. Het verschil komt doordat de satellietbeelden al wat ouder zijn.

f Je ziet goed hoe het terrein ligt ten opzichte van andere gebieden.

g Eigen antwoord

h Eigen antwoord

2 De wereld van de grote stad

1

a Ja. In een dun bevolkt gebied wonen mensen ver uit elkaar. Dan noem je een plaats al gauw een stad.

b 30.000 bij Nederland. Dit zou hoger moeten zijn, want Nederland is dichter bevolkt dan Japan.

2

A,D,E,F

3

a Hoofdstad:1,7

Megastad:2, 6, 8

Wereldstad:3, 4, 5

b A, E

c GB 214A-B/GB 246A-B

4

a A, D, E

b De wereldsteden liggen vooral in de westerse landen en de megasteden in de ontwikkelingslanden.

c Belangrijke bedrijven en instellingen vestigen zich vooral in grote steden in rijke landen. Dat is een kenmerk van wereldsteden. Megasteden zijn vooral groot.

5

a GB 185/GB 203

b De kolonisten stichtten vroeger vooral (haven)steden aan de kust, die als ‘doorgeefluik’ voor goederen konden dienen.

c Paraguay, hier ligt maar één grote stad. In Bolivia zijn er meerdere.

6

C, D, F

7

a Londen ligt aan een rivier (Theems).

b Bijvoorbeeld: internationaal financieel centrum, sterk verbonden met andere grote steden in de wereld.

c Stedelijk netwerk. Je ziet dat er naast Londen nog wel meer grote steden zijn die bovendien goed met elkaar verbonden zijn.

8

a

kenmerken

Ville Nouvelle

medina

stratenpatroon

recht, breed

smal, kronkelig

gebouwen (oud of nieuw? Europees of Arabisch? kerk of moskee?)

vrij nieuw, Europees met kerken

oud, traditioneel, moskeeën

soort winkels

westers, groot, modern

klein, Arabisch, traditioneel

opvallend aan mensen die je tegenkomt

modern, westers

meer traditioneel, gesluierd

b De Fransen bouwden naast de Arabische stad een nieuwe ‘Franse’ stad: de Ville Nouvelle. Dat is nog steeds het modernste deel van de stad.

3 Steden in verandering

1

A, C

2

a In de niet-westerse steden is er een veel hoger vestigingsoverschot en ook een hogere natuurlijke groei.

b Daling door suburbanisatie; groei door re-urbanisatie.

c B, C, E

d GB 203F/GB 235F

3

a Hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe rijker het land.

b Ja. Landen met een hoge verstedelijkingsgraad zijn meestal ook rijk.

c Afrika

d Ja. In bron 9 zie je dat de stedelijke bevolking van Afrika snel toeneemt tot 2050.

4

a Het maakt iets wat ingewikkeld is eenvoudiger.

b 1 platteland, 2 suburb, 3 shopping malls, 4 oud industrieterrein, 5 woonwijk voor middenklasse, 6 oude woonwijk, 7 CBD, 8 nieuw bedrijvenpark

c 1 Shopping malls hebben veel ruimte nodig. 2 Ze moeten goed bereikbaar zijn. 3 Inwoners in de suburbs zijn hun klanten.

d Wonen buiten de stad is mooier, minder overlast, veiliger voor de kinderen.

e In oude wijken aan de rand van het centrum

f Hier heb je veel oudere panden die opgeknapt kunnen worden en ze liggen dicht bij het centrum. Dat is aantrekkelijk voor de nieuwe bewoners.

5

Bijvoorbeeld: Dit is een once-in-a-lifetime opportunity. Wonen in de stad en toch buiten. De city met winkels, theaters en restaurants ligt om de hoek, het zakencentrum op loopafstand. Je boot parkeer je gewoon voor de deur en je kunt eindeloos wandelen langs de oevers van de Theems. Je woont in een historisch pand, maar het appartement is van de 21e eeuw. Zondag is er Open Huis. Voor elke bezoeker ligt een bronzen beeldje klaar.

4 Megasteden, megaproblemen

1

a Manila is in ruim 23 jaar enorm gegroeid.

b Bijvoorbeeld: illegaal, van afval gebouwd, geen voorzieningen, vies, overvol, op plekken waar niemand anders wil wonen.

c Als ze er mogen blijven wonen van de overheid.

2

a Huisvesting, werkgelegenheid en milieuvervuiling

b Huisvesting: de toestroom van heel veel arme mensen.

Werkgelegenheid: er is te weinig werk voor iedereen.

Milieuvervuiling: veel vervuilende industrie en verkeer in de stad.

c Bron 12. Het percentage mensen in krottenwijken daalt.

Bron 14. Steeds meer mensen in de stad hebben een toilet.

d Gebrek aan riolering. Het water wordt ongezuiverd geloosd.

3

a 1 eerst, 2 daarna, 3 Als, 4 vervolgens, 5 ten slotte

b 3, 1, 2, 4, 5

c Fase I: 2; Fase II: 1

4

a In Irak heerste tussen 2000 en 2010 een oorlog. De armoede nam sterk toe en veel mensen kwamen in krottenwijken terecht.

b In Nigeria wonen meer mensen in steden (oorzaak), dus gaat het bij de 63% stadsbewoners die in slums wonen om een grotere groep mensen (gevolg).

5

Eigen antwoorden

WORK IT OUT 1

1

a Afstand: 1,1 km

b Er is rond het gebied een dijk gelegd. Daarna is het drooggelegd en heeft men er een bouwterrein van gemaakt.

c Het noorden is een door de overheid geplande wijk met mooie rechte straten. De rest is opgevuld met arme woonwijken, zonder veel structuur.

d De huizen staan dicht bij elkaar. Ze hebben golfplaten daken. Een groot deel is niet gepland. De wegen zijn niet bestraat.

e Op het satellietbeeld is een nieuw stuk land zichtbaar. Op de kaart niet.

f De kaart is ouder dan het satellietbeeld.

2

Kenmerken

Ville Nouvelle

medina

rijke wijk

Bidonville

boulevards

x

zwembad

x

hoge dichtheid

x

illegaal

x

westerse winkels

x

toeristisch

x

traditioneel

x

3

4

a 1 formele, 2 medina, 3 Shanghai, 4 Luanda, 5 Spanje, 6 site, 7 getto, 8 CBD, 9 wereldstad, 10 inzoomen

b Megasteden

5 Rio de Janeiro en New York: spin in het web

1

1 Brasília

2 Manaus

3 Paraná

4 Recife

5 Porto Alegre

6 Seattle

7 Chicago

8 New York

9 Rio Grande

10 Boston

2

a Bron 16 en 20

b Brazilië. São Paulo en Rio de Janeiro zijn veruit het grootst. De VS telt meerdere grote steden die onderling goed verbonden zijn.

3

a Bnp/hoofd, verstedelijkingstempo en aandeel tertiaire sector.

b Omdat veel mensen in de informele dienstensector werken, en dat wordt niet geregistreerd.

c X

d VS: b en 1; Brazilië a en 2

e A

f 1 Omdat de bevolking van Rio jonger is, worden daar meer kinderen geboren.

2 Omdat er weinig suburbanisatie is in Rio, maar wel juist veel trek van het platteland naar de stad.

4

ab

kenmerken van site

kenmerken van situation

New York

coördinaten: 41º N.B., 74º W.L.

reliëf? vlak

aan welke rivier gelegen? Hudson

woningdichtheid: zeer hoog

bevolkingsdichtheid regio: hoog

positie in het land: aan rand

bereikbaarheid: zeer goed

Rio de Janeiro

coördinaten: 23º Z.B., 43º W.L.

reliëf? bergachtig

aan welk water gelegen? Atlantische Oceaan

woningdichtheid: zeer hoog

bevolkingsdichtheid regio: hoog

positie in het land: aan de rand

bereikbaarheid: zeer goed

c Beide steden liggen aan de rand van het land.

d Rio de Janeiro: GB 186A/GB 206B; New York: GB 175C/GB 191C. Op deze kaarten zie je dat beide twee steden centraal liggen in het dichtstbevolkte deel van het land.

5

a Rio de Janeiro: A, C, F, H

New York: D, E

Beide: B, G

b Veel hoogbouw, veel werk in kantoren/dienstensector, belangrijke financiële sector

c Rio is minder belangrijk in de wereld (heeft minder hoofdkantoren, is geen wereldstad), er is meer werk op straat, en meer armoede.

6 Rio de Janeiro en New York: de stad verandert

1

a Angela: A, D, F

Leni: B, C, E, G

b B. Deze plaats ligt aan het water, maar in een beschermde baai.

2

Hoe was het vroeger in Rocinha?

Wat verandert er?

Hoe is het nu?

1 Krotwoningen

2 Onveilig door drugsbendes

1 Politie treedt op.

2 De mensen knappen hun huizen op.

1 Veiliger

2 Wijk ziet er veel beter uit.

3 Huizen worden veel duurder.

3

a Gentrificatie

b Als de huizen duurder worden, stijgen de huren en zullen de armste huurders worden verdrongen door mensen met een hoger inkomen.

c Het inkomen van de Brazilianen stijgt snel, dus willen ze een eigen huis kopen.

d Verschil in ligging. Rocinha ligt dicht bij het centrum en niet ver weg aan de rand van de stad.

e Bron 28. In beide gevallen gaat het om een vervallen wijk dicht bij het centrum die nu wordt opgeknapt.

f Reliëf. In Rio de Janeiro heb je steile hellingen naast vlakkere delen. De rijken wonen in het vlakkere gebied en de armen op de steile hellingen.

4

a 1 shopping mall, 2 industrieterrein, 3 suburbs, 4 CBD, 5 getto

b Voordeel: veel ruimte

Nadeel: ver van de voorzieningen

5

a Ze liggen vooral langs het water.

b Goederen kunnen via het water gemakkelijk worden aan- en afgevoerd.

c B, D

6

a

begrip

bron

stedelijk netwerk

20

megastad

15

suburbanisatie

30

CBD

18

wereldstad

21

internationale metropool

22

kenmerken van de site

23

gentrificatie

28

informele sector

25

toeristencentrum

29

hoge woningdichtheid

24

7 Nederland: land zonder een echt grote stad

1

a

stad

functie

verklaring

Den Haag

bestuurscentrum

zetel van ons koningshuis

Rotterdam

haven- en industriestad

gunstige ligging aan water

Utrecht

distributie- en vergadercentrum

centrale ligging en goed bereikbaar

Amsterdam

financieel, diensten- en toeristencentrum

hoofdstad met veel bezienswaardigheden, dicht bij Schiphol

b A-3; B-2; C-4; D-1

2

a Brabantse stedenrij

b Bevolkingsgroei stadsgewest Eindhoven

c Urbanisatie

d Een hoog vestigingsoverschot en een hoog geboorteoverschot

e De randgemeenten groeien veel sneller.

f Eigen antwoord. De mate van stedelijkheid wordt hier aangegeven door het aantal adressen dat zich binnen een straal van een kilometer bevindt.

3

a Het suburbane gebied van Groningen en Leeuwarden is veel groter.

b Het gebied van Groningen en Leeuwarden is veel dunner bevolkt. Dat zie je aan de veel lagere adressendichtheid.

c Zeeland bestaat uit een aantal eilanden die lange tijd geïsoleerd van elkaar lagen. Hier heeft zich nooit een grote stad kunnen ontwikkelen.

4

1 Ook; 2 de drempelwaarde; 3 reikwijdte; 4 Het gevolg; 5 het verzorgingsgebied

5

a De auto op weg naar het outletcentrum

b De stadsdeelwinkels, want daar zijn er de minste van.

c De buurtwinkels

d 1. In de binnenstad komen veel mensen winkelen, uitgaan enzovoort. De drempelwaarde voor tal van voorzieningen wordt dan sneller gehaald.

6

a De grens van het verzorgingsgebied van de ziekenhuizen in Leeuwarden en Drachten

b Meer naar het zuiden. De ambulance kan met sirene sneller rijden dan een gewone auto. De relatieve afstand voor de ambulance is dus korter.

c Er is een dichter wegennet, de bereikbaarheid van het ziekenhuis is dus groter.

d De Randstad is veel dichter bevolkt, zie GB 54A/GB 49A. De drempelwaarde voor een ziekenhuis wordt dus veel sneller gehaald en daardoor daalt de afstand tot het ziekenhuis.

8 Stad in de steigers

1

a A, C, E

b A-2; B-5; C-1; D-3; E-4

c Renovatie

d Sanering. In de oude wijken die worden afgebroken staan de huizen dicht op elkaar. Bij nieuwbouw wordt er ruimer gebouwd.

e Je bouwt zoveel mogelijk in de stad of tegen de stad aan om open ruimte te sparen.

2

a Zij hebben vaak een lager inkomen en gaan dus wonen in goedkope huurwoningen in oudere wijken.

b 1 Vooral de mensen met de hogere inkomens verlaten de stad.

2 Juist de mensen met de lagere inkomens trekken naar de stad.

c Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: saneren, omdat je dan alles opnieuw kunt inrichten. Renoveren, omdat de oude stijl blijft en de bewoners er ook kunnen blijven wonen. De publieke ruimte verbeteren door bijvoorbeeld de trottoirs te vernieuwen, leuke zitjes te maken en een klein speeltuintje aan te leggen.

3

a Re-urbanisatie

b Toename van het aantal woningen

c IJDock is gebouwd op een opgespoten eiland, dicht tegen de stad aan. Hier is nieuwe woonruimte voor stedelingen gebouwd.

d Het aantal bewoners per woning is gedaald doordat de gezinnen kleiner zijn geworden.

4

a In de Gaspeldoornbuurt heb je veel vrijstaande huizen en grote tuinen. In de Resedabuurt veel rijtjeshuizen en flats en veel kleinere tuinen.

b

kenmerk

Resedabuurt

Gaspeldoornbuurt

bewoners

bijvoorbeeld: veel niet-westerse allochtonen

bijvoorbeeld: autochtonen

woningen

bijvoorbeeld: goedkope huurhuizen

bijvoorbeeld: dure koopwoningen

publieke ruimte

bijvoorbeeld: weinig groen, alles dicht op elkaar

bijvoorbeeld: ruim, met veel groen

c Segregatie

d Bij sanering worden de huizen afgebroken en komen er nieuwbouwwoningen. De huur zal sterk stijgen en dat kunnen zij niet betalen. Ze willen wel dat de woningen worden opgeknapt.

e Eigen antwoord.

5

Eigen antwoord

9 Stedelijke netwerken in Europa

1

a B of D

b De corridor door Duitsland wordt voor het vervoer over de weg en over het spoor intensiever benut.

c Hier ben je goed bereikbaar.

d Op GB 92D/GB 92D zie je dat via het zuidoosten belangrijke corridors verder Europa in lopen. In het noordoosten is dit veel minder het geval.

2

a A, B

b Brussel is de hoofdstad van de EU. Daardoor zijn hier veel internationale bedrijven en instellingen gevestigd.

c Ja. Uit de kaart blijkt dat er in Amsterdam meer internationale bedrijven gevestigd zijn dan in Rome.

d Figuur F/E2

e 1 Er werken in de City veel meer mensen dan er wonen.

2 Je ziet enorme kantoorgebouwen.

3 De zakenman op de voorgrond.

f Door de economische ontwikkeling van de nieuwe lidstaten van de EU in Oost-Europa.

3

a De absolute afstand is veel korter en Cassandra’s trein rijdt van centrum naar centrum.

b Frankrijk is een groot land en reizen per trein is hier snel en voordelig.

c Bij de hogesnelheidstreinen gaat het om personenvervoer. Een vliegveld speelt daarin een veel belangrijkere rol dan een haven.

d Ja, want de hogesnelheidslijnen verbinden alle grote steden met elkaar.

e De Spaanse spoorlijnen vormen een netwerk en de Britse spoorlijnen niet.

f Eigen antwoord

4

a 1 In Europa woont om en nabij 4/5 deel van de bevolking in stedelijke gebieden.

2 De stedelijke gebieden zijn door een stelsel van corridors met elkaar verbonden.

3 Door de globalisering richten grote steden zich steeds meer op groeiende afzetmarkten ver buiten Europa.

4 Belangrijk is dus dat je goed verbonden wordt met andere belangrijke steden.

WORK IT OUT 2

1

a De meest aantrekkelijke steden liggen vooral in West-Nederland en de minst aantrekkelijke in Oost- en Zuid-Nederland.

b Rotterdam

c Dicht bij natuur, universiteitsstad, historische binnenstad

d Bijvoorbeeld: te weinig werk, geen historische stad, te laag cultureel aanbod (bijvoorbeeld geen musea), geen universiteit

e Eigen antwoord

2

a 1: Woningdichtheid heeft niks te maken met verzorgingsgebieden.

2: Verstedelijking is een proces, de andere begrippen gaan over een situatie.

3: Verdichting heeft niets met stadsvernieuwing te maken.

4: Een metropool heb je in rijke landen; de andere drie begrippen gaan over steden in ontwikkelingslanden.

5: Re-urbanisatie is een proces, de andere drie begrippen gaan over een situatie.

b 1 verzorgingsgebied, 2 stedelijke opbouw; 3 stadsvernieuwing; 4 niet-westerse stad, 5 supersteden

3

a

b A-4; B-1; C-5; D-2; E-7; F-6; G-3

c A centrale stad; B verzorgingsgebied; C reikwijdte; D drempelwaarde.


EIGEN OMGEVING

1

Stap 1

Deelvragen

a-2, b-4, c-7, d-1, e-5, f-6, g-8, h-3

KEUZESTOF

1

Coördinaten

Hoe heet het?

Waar ligt het?

Wie woont daar?

Waarom ligt het daar?

Wat hebben wij ermee te maken?

13 09 50 Z

72 32 44 W

Machu Picchu

Bij de stad Cusco in Peru

Vroeger Inca-indianen

Hoog in de bergen, veilig

Ook Nederlandse toeristen gaan erheen.

17 56 41 N

31 7 31 E

Onbekend

Midden-Sudan

Boeren?

Water is in de buurt. De Nijl loopt een stukje naar het noorden. Pompen ze ook water uit de ondergrond? Zie ronde irrigatiecirkels.

Weinig

27 39 10 N

22 29 52 E

Sarir oil field

In zuiden van Libië

Oliewinners

Hier zit veel olie in de grond.

Wij importeren die olie.

25 13 47 N

55 09 16 E

World Islands

Voor kust van Dubai

Rijke mensen

Opgespoten in zee als luxe woonoord

Dubai is een belangrijke handelspartner van Nederland.

71 18 3 N

156 44 28 W

Barrow

Noorden van Alaska aan Beaufortzee

Eskimo’s

Kust. Eskimo’s jagen op zeehonden, walvissen, dolfijnen en rendieren.

Weinig

REACTIES

L.

L.

Heb je toevallig ook hoofdstuk 4 water 2 vwo antwoorden

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.