Tekenen dit leren en blz 20 t/m 23 ee=n 48t/m 51 en blz 76 t/m 77 lezen
Tweedimensionaal vorm = een platten of vlaken vorm deze meet je met twee maten
Lengte keer breete
Driedimensionale vorm=een ruimtelijke vorm deze vorm meet je in
Lengte keer breete keer diepte
Organische vormen = natuurlijke vormen mensen ,dieren ,planten
Geometrische vormen = zijn tweedimensionale meetkundige vormen ze zijn door mensen bedacht
Primaire kleuren = zijn basis kleuren : rood,blauw ,geel
Secundaire kleuren = als je twee primaire kleuren mengt krijg je secundaire kleuren : oranje , groen ,violet
Tertiaire kleuren = als je drie primaire kleuren mengt krijg je tertiaire kleuren : bruin , grijs , mosgroen
Niet kleuren = zijn grijs , zwart , wit en is ook een kleur
Kleurencirkel =een cirkel om kleuren te ordenen
Richtingen = horizontaal , verticaal , diagonaal , schuin , gebogen
Aandacht plekken = een deel van de kunstwerk dat je als eerst opvalt
Ritme =als je steeds iets herhaald een ander woord daar voor is herhaling
Natuurlijke lichtbronnen = licht wat uit de natuur komt : maanlicht , sterrenlicht , bliksemlicht
Kunstmatige lichtbronnen = licht dat uit een licht bron komt die door de mens zelf is gemaakt
Direct licht =licht valt gelijk vanuit de lichtbron op het voorwerp
Indirect licht = licht wat vanuit de lichtbron eerst door het aardoppervlak is terug gekaatst en daarna het voorwerp heeft bereikt
Meelicht= dat je met het licht mee gaat
Tegen licht = je kijkt tegen het ligt in
Zijlicht= lichtbron naast je
Strijklicht= lichtbron laag over het oppervlak
Fel licht= veel te zien
Zwak licht = weinig te zien
Getemperd licht = goed te zien maar geen schaduw
Diffuus licht= als de zon niet zichtbaar is
Schaduw = de donkere kant van licht val
Eigenschaduw = schaduw van een voorwerp
Slagschaduw = losse schaduw
Silhouet = je ziet allen een omtrek
Glimlicht = licht wat op hele gladden voorwerpen valt
Weerspiegeling = een voorwerp wat zich spiegelt op het aardoppervlak
Overlapping = een voorwerp over een ander voorwerp plaatsen
Hoger plaatsing = een voorwerp hoger dan een ander voorwerp plaatsen
Verkleining = een voorwerp die veder weg moet kleiner tekenen
Verkorting =een vorm korter maken
REACTIES
1 seconde geleden