Cubaanse

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1880 woorden
  • 21 maart 2004
  • 77 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
77 keer beoordeeld

CUBA, HET LAND VAN DE RIJZENDE SON
SPANJAARDEN EN SLAVEN

Cuba is het geboorteland van een grote verscheidenheid aan ritmes en muzieksoorten. Vrij snel na de ontdekking van de “Nieuwe Wereld” door Columbus in de vijftiende eeuw, werd Cuba veroverd door de Spanjaarden. Binnen vijftig jaar werd de oorspronkelijke Cubaanse bevolking uitgeroeid, en vervangen door Spanjaarden. Vanaf de zestiende tot het einde van de negentiende eeuw was Cuba een Spaanse kolonie. Om de snel kleiner wordende groep oorspronkelijke arbeiders te vervangen, werden er slaven naar Cuba gebracht om op de suikerrietplantages te werken. Deze kwamen uit west en centraal Afrika, maar vooral uit Nigeria. AFRIKAANSE RITMES EN SPAANSE MELODIEËN

De Spanjaarden die zelf al een sterke eigen muzikale traditie hadden brachten deze mee naar de “Nieuwe Wereld”. Bovendien lieten zij als een van de weinige Europese koloniale mogendheden hun slaven vrij in het maken van hun eigen muziek en dans. Centraal in de muziek van de Afrikaanse slaven stond de trom en ritme. De Spanjaarden brachten hun Europese instrumenten mee, zoals de gitaar, de piano en diverse blaasinstrumenten. Bovendien speelde in de Europese muziek melodie een centrale rol.

Er vond in Cuba een vermenging plaats van verschillende Spaanse en Afrikaanse culturen. Dus ook hun muziek begon zich te vermengen.Uit deze mix van Afrikaanse ritmes en Europese melodieën is de veelheid aan Cubaanse muziek ontstaan. Hierin werden later ook elementen opgenomen van de culturen van Franse, Chinese, Jamaicaanse, Haitiaanse en Mexicaanse migranten. In de negentiende eeuw was er een sterke Italiaanse invloed en in de twintigste eeuw een sterke Amerikaanse.

Dit alles vormde een goede basis voor het ontstaan van verschillende plaatselijke muziekvormen in verschillende regio’s van het eiland. Nergens heeft de Afrikaanse muziek zoveel invloed gehad als in Cuba. Je vind het met name terug in het grote aantal pittige en vaak moeilijke ritmes die de Cubaanse muziek kent. Deze zijn samen gegaan met de melodiën en harmoniën uit de Spaanse muziek. Daarom spreken we nog steeds van de Afro-Cubaans muziek. DE BELANGRIJKSTE GENRES

Er zijn vijf grote categoriën te onderscheiden in de Cubaanse muziek. Maar deze hebben wel grote overeenkomsten in stijl, en in gebruik van muziekinstrumenten. Je hebt de Rumba, de Cancion, de Danzon, de Guajira en tenslotte, maar zeker niet de onbelangrijkste, de Son.

De Rumba is de Afro-Cubaanse muziek bij uitstek. Het is in de negentiende eeuw ontstaan onder de slaven op het platte land. Ook nadat deze muziek, met bij behorende dansstijl Havana berijkte, bleef het de muziek van de arbeidersklasse. Het woord “Rumba” hield in een festiviteit of feest, zoals die gevierd werden in de achterbuurten.

De Cancion, wat zoveel betekent als lied of gezang, omvat een groot aantal soorten verschillende zangvormen.

De Danzon is aan het einde van de negentiende eeuw ontstaan toen door immigratie van Fransen en Haïtianen er Franse gewoonten mee gebracht werden. Deze muziek ontstond in het westen van Cuba, waar de muzikanten in tegenstelling tot hun collega’s in het oosten regelmatig op vaste plekken konden optreden, en vaste inkomsten hadden. Zij hadden dan ook verfijndere en kostbaardere instrumenten dan de muzikanten in het oosten. De Danzon is veel meer Europees en staat ver van de Rumba af. Het is een lange tijd gezien als de muziek van het establishment. Danzon steunt zwaar op Afrikaanse ritmes, maar de melodiën zijn Europees.

De Guajira wordt ook wel de Cubaanse blues genoemd. Het vertoont ook overeenkomsten met de tragere structuur van de blues, maar met een Cubaans ritme. Het is vooral de muziek van en over de landarbeiders. Het wereldberoemde “Guantanamera” is een mengvorm van Guajira en Son. Bij de Guajira ligt de nadruk meer op zang dan op dansbaarheid. SON

Naast bovengenoemde Cubaanse muziekgenres is het belangrijkste genre in de hedendaagse muziek de Son. Eind negentiende eeuw komen de eerste verschijnselen van een “nationale gedachte” op in de literatuur en andere kunsten. Men ontwikkelde een eigen Cubaanse culturele identiteit. Son is een van de eerste muziekstijlen, of genres die als oorspronkelijk Cubaans gezien moet worden. Het ontstond eind achtiende eeuw in de bergketen van de Sierra Maestra, in de Oriente van Cuba, met als hoofdstad Santiago de Cuba waar de Afrikaanse cultuur het nadrukkelijkst aanwezig was. De primitieve vorm van Son die hier ontstond heet Changui, en heeft een sterk ritmisch karakter. De muziekanten in het oosten trokken rond, van dorp naar dorp. Deze troubadours waren ook belangrijke overbrengers van nieuws en hielden folklore in stand. Hun instrumenten waren eenvoudig, en gemakkelijk mee te dragen. Hun instrumenten bestonden uit de Tres, de Botija, Bongo’s, Clave en Guiro, later aangevuld met Maracas en Marimbula die later vaak vervangen werd door de contrabas. OVER DE OORSRONKELIJKE SONINSTRUMENTEN

Tres- Is een instrument dat is ontstaan door de Cubaanse culturele vermenging. Het kan beschouwd worden als het eerste echt Cubaanse instrument. Het is een aangepaste gitaar, waarbij de zes snaren in drie paren zijn gegroepeerd. De verandering van de gitaar had als doel het instrument te transformeren van een melodieus instrument in een ritmisch instrument, waardoor hij op een andere manier te bespelen was, meer als een soort slaginstrument. Tres en son zijn tegelijkertijd ontstaan, in hetzelfde gebied. De ontwikkeling van het instrument loopt paralel met de son, en ze zijn onafscheidelijk.

Botija- het is oorspronkelijk een huishoudelijk artikel, een aardewerk pot bedoeld om water en olie in te vervoeren. Om er een muziekinstrument van te maken werd er een gat in de zijkant gemaakt. De bespeler produceerde een geluid door in dit gat te blazen. Hij kon het geluid veranderen door met de hand de opening van het vat met de hand te openen of te sluiten. De Botija werd tot het einde van de twintiger jaren van de vorige eeuw gebruikt. Haar functie was die van wat later de Contrabas was.

Bongo’s- Is een membraaninstrument bestaande uit twee kleine trommeltjes, de tamborcitos. Oorspronkelijk waren het uitgeholde stukken boomstam. Het kleinste trommeltje heet het mannetje en de grotere het vrouwtje. De Bongo’s worden altijd tussen de knieën gehouden, en worden met de handen bespeeld. De oorsprong is Afrikaans, en werd aanvankelijk ook alleen in de Oriente door mannnen van Afrikaanse oorsprong bespeeld. Later werd het in Cuba het instrument voor iedereen. In het begin van de twintigste eeuw was het instrument overal op het eiland te vinden.

Claves- of palitos, letterlijk betekend het sleutel. Van oorsprong zijn het verbindingsbouten die door scheepsbouwers werden gebruikt. Het zijn twee korte stokjes die tegen elkaar geslagen worden, en een hoog indringend geluid produceren. De clave staat niet alleen voor het instrument, maar ook voor de ritmepatronen die ze maken. Eigenlijk wordt alle muzikale en dans in de salsa gestuurd door het ritme van de Clave.

Guiro- de guiro is niet meer dan een leeggemaakte kalebas, waarop aan een zijde groeven zijn aangebracht. Het geluid wordt geproduceerd door met een stokje over de groeven te wrijven.

Maracas- Dit zijn rammelaars die gemaakt zijn van uitgeholde kalebassen. Een Maraca is gevuld met steentjes, gedroogde bonen of zaden. Het geluid komt van de steentjes die tegen de binnenkant van de maraca aankomen. Maracaspelers houden er gewoonlijk één in elke hand.

Marimbula- Is een Afrikaans trillingsinstrument. Het bestaat uit een houten doos met een gat aan één kant. Onder het gat is een aantal metalen plaatjes van verschillende afmetingen gemonteerd. De muzikant bespeelt dit instrument door met de hand de plaatjes te laten vibreren. Het aantal plaatjes kan varieren, maar is nooit minder dan drie. De doos werkt als een klankkast. De Marimbula had de rol van cotrabas bij het ontstaan van de Son. DE VERBREIDING VAN DE SON

De eenvoudige muziek van de troubadours ondersteunde geïmproviseerde liederen. De kunst van het improviserend zingen heet soneo. Het Cubaanse leger heeft de Changui naar Havana gebracht. Daar werd de stijl vervolmaakt en verfijnd. Aan de klassieke Changui-bezetting zou in de komende tijd nog heel wat veranderd worden. In de jaren twintig ontwikkelde de groep Sexteto Habanero de standaardformatie bestaande uit Tres, Gitaar, Bongo, Contrabas en twee zangers die gebruik maakte van percussie-instrumenten, waaronder de typisch Cubaanse Claves. De Claves, die de basis van alle Cubaanse muziek vormen. De Son won snel aan populariteit, en de toeschouwersaantallen en zalen werden steeds groter. Te groot voor het sextet dat destijds onversterkt speelde. Daarom werd de groep uitgebreid met een trompettist. Dit veranderde het geluid van de Son ingrijpend. Onder leiding van de blinde tresspeler Arsenio Rodriguez onderging de Son een nieuwe gedaantewisseling. Hij voegde er Conga’s aan toe. Omdat de Tres daarmee in de verdrukking kwam, kreeg deze steun van een Piano. Maar in dit geval was één Trompet weer te weinig. Met de uitbreiding met één of twee Trompetten kreeg de Son in de jaren veertig van de twintigste eeuw z’n optimale vorm.

De Son is een belangrijkste cultuuruiting geworden op Cuba en is enorm populair en nog steeds in ontwikkeling. In de tweede helft van de twintigste eeuw bleef de ontwikkeling van de Son doorgaan. In eerste instantie zat de ontwikkeling vooral in toevoegen van steeds meer instrumenten. Hierdoor groeiden de Son-orkesten steeds verder uit. Er werd echter ook naar nieuwe muzikale wegen gezocht. Dat ging zowel door het gebruik van jazzelementen zoals dat bijvoorbeeld bij Irakere te horen is. Anderzijds werd er gezocht naar nieuwe ritmes. En goed voorbeeld hiervan is de Songo die Juan Formell en z’n band Los Van Van ontwikkelde.De Son is echter altijd de leidraad gebleven. Ok bij de moderne muziek van Cuba waaraan de naam Timbre wordt gegeven. Maar basis is altijd de Son, maar hieraan zijn scherpere breaks en accenten toegevoegd. Ook wordt gebruik gemaakt van drumstel en syntesizers. Door Amerikaanse invloeden komen er invloeden van jazz, funk en zelfs rapmuziek in de Son terecht. Jazz is ook een belangrijke inspiratiebron voor bekende groepen als Irakere en Los Van Van. Terwijl andere bekende proepen als Orquestra Revé en Sierra Maestra zich richten op een meer traditionele vorm van de Son.

Na de tweede wereldoorlog troken er veel latino’s, zoals Cubanen, Puertoricanen, Colombianen en Venuzolanen naar de Verenigde Staten. Waar ze zich met name concentreerden in New York City. Zij brachten hun eigen muzikale bagage mee. En zo brachten de Cubanen hun muziek mee. Maar ook de andere immigranten brachten hun eigen muzieksoorten mee. Er kwamen zoveel nieuwe muzieknamen en termen bij dat voor deze Latijns Amerikaanse muziek een verzamelnaam bedacht werd; Salsa.

Onlangs heeft zich een ware heropleving van de traditionele Son voltrokken. Dit doordat er sinds het verschijnen van een aantal cd’s van het door de Amerikaanse muzikant Ry Cooder bij elkaar gebrachte gezelschap Buena Vista Social Club, wereldwijde belangstelling is ontstaan voor Cubaanse muziek. Er is een enorme honger ontstaan naar Cubaanse muziek, en de vele Cubaanse muzikanten staan te trappelen om deze wereldwijde honger te stillen. Ook popmuzikanten als Gloria Estefan en Enrique Iglesias hebben hun repertoir aangepast aan de Cuba-manie en pikken zo een graantje mee.

Essntiele cd’s
Buena Vista Social Club – Ry Cooder
Lo Mejor De La Vida – Compay Segundo
Buena Vista Social Club presents Ibrahim Ferrer – Ry Cooder
Sierra Maestra – Tibiri Tabara
The Stars Of The Buena Vista. 21st Century: when life begins… Tradition De Cuba “El Son” – Edenways 1997
Discover The Rhythms Of Cuban Son – Drum Rhythm

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.