Molukkers

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • 3e klas vmbo | 3338 woorden
  • 21 mei 2005
  • 364 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
364 keer beoordeeld

Hoofdvraag: in hoeverre is Nederland geschiedkundig met de Molukken verbonden?

Deelvragen: - wat betekenen de molukken voor Nederland? - hoe handelde de Molukken met Nederland? - Wat was de konoliale geschiedenis van de Molukken?

Hst. 1 Wat betekenen de Molukken voor Nederland?

§1. Wie zijn de Molukkers?

De Molukkers komen uit Indonesië. Dit ligt in Azië. In Indonesië ligt een eilandengroep genaamd “De Molukken”. Er wonen ongeveer 2 miljoen mensen op de Molukken, driekwart van de oorspronkelijke inwoners wonen al duizenden jaren op de Molukken.De rest van de bewoners bestaat uit immigranten of afstammelingen uit andere delen van Indonesië.

De woorden Molukken en Molukkers zijn afgeleid van Muluk, Arabisch voor ‘koningen’. Het enkelvoud ‘koning’ is malik. Het Arabische Muluk wordt in het Maleis Maluku. De Nederlanders hebben de Molukken in twee delen gedeeld: De Molukken (midden en zuiden) en de Noord-Molukken.

middelen van bestaan
Ongeveer 60% van de Molukken werkt in de landbouw of visserij. 7% werkt in de industrie en ongeveer 33% werkt in de dienstverlening. Er is weinig industrie en mijnbouw. Dankzij het goede klimaat kunnen de Molukkers genoeg verdienen aan de landbouw en hebben ze voldoende eten.

Sagomeel is op de Noord- en midden-Molukken het belangrijkste eten. Sagomeel komt van de sagopalm. Rijst is een statussymbool. Als er gasten komen eten dan is het belangrijk je gasten rijst te kunnen geven.

De meeste Molukse dorpen liggen aan de kust. De mensen die daar wonen, houden zich dan ook vooral bezig met visserij. Vissers zetten hubu’s (visvallen) en halen die dan leeg. Op sommige eilanden halen mannen netten door ondiep water heen en vangen zo hun vissen.

§ 2. De godsdienst, landschap en klimaat van de Molukken

Godsdienst
Op de Noord-Molukken is ongeveer driekwart van de inwoners moslim. De rest van de inwoners is christelijk. Op de Midden- en Zuid-Molukken is 49% van de bevolking christelijk. 51% van de bevolking is moslim. Van de christenen is het grootste deel protestants en een klein deel katholiek. De meeste immigranten op de Molukken zijn moslim. In 1999 kwam er een burgeroorlog die veranderde in een godsdienstoorlog. Dit werd veroorzaakt door een ruzie tussen een chauffeur en een passagier. Toen was het de Molukken tegen burgers die van buiten de Molukken kwamen, later werd dit de moslims tegen de christenen.

Landschap
Het grootste deel van de Molukken bestaat uit water. 11% van heel Indonesië bestaat uit water. Sommige eilanden zijn bergachtig zoals Seram. Op een paar eilanden komen vulkanen voor. Vooral de eilanden op de Noord- en Midden-Molukken hebben veel tropische regenwouden door het regenachtige klimaat. Daar is de bodem ook heel erg vruchtbaar. Vooral langs rivieren en aan de kust. Op de Molukken is de grond over het algemeen onvruchtbaar behalve de gebieden met vulkanen en tropische regenwouden.

Klimaat
Op de Molukken is het altijd rond de 26º (dit komt omdat de Molukken op de evenaar ligt) en er valt veel regen. Op de Molukken valt er ongeveer 3000 mm regen per jaar. In Nederland valt per jaar ongeveer 850 mm regen.

Op de Molukken is er een nat en droog seizoen. Het natte seizoen is van oktober tot maart. Het droge seizoen is van april tot oktober. In Nederland kan de wind uit alle richtingen komen, op de Molukken is dat anders. Van oktober tot maart waait er een noordwestelijke wind (moesson) dit is het natte seizoen. Van april tot oktober waait er een zuidoostelijke wind (passaat) dit is het droge seizoen.

§ 3 Moslims en Christenen

Van straatruzie tot burgeroorlog
Op 19 januari 1999 krijgt een christelijke taxichauffeur ruzie met een moslim en een BBM’er. (zie hst.3 §3) Burgers die het zagen gebeuren bemoeiden zich ermee en in een korte tijd braken er in de hele stad gevechten uit tussen christelijke Molukkers en BBM’ers. Binnen een paar dagen wordt er op de Midden-Molukken gevochten. Christelijke Molukkers vermoorden of jaagden immigranten weg. Ze staken ook dorpen en akkers van immigranten in brand. Het maakte niet uit of die immigranten daar pas een paar jaar woonden of dat zelfs hun voorouders er al eeuwen geleden gingen wonen. De meeste immigranten vluchtten toen naar Sulawesi. Moslim-Molukkers namen het op voor de immigranten. In gebieden waar de moslims in de meerderheid waren, verbranden moslims dorpen van christenen en vermoorden de bewoners. De christenen deden hetzelfde bij de moslims. Ook staken de christenen moskeeën in brand en moslims kerken. Sommige politie agenten gingen bij de christenen staan in plaats van dat ze rust probeerde te krijgen. De regering in Jakarta stuurde soldaten naar het gebied om te proberen de oorlog te stoppen, maar andere politie-agenten kozen partij voor de moslims. Als er in juli bijna geen immigranten meer zijn, gaat de oorlog tussen de christelijke en islamitische Molukkers door. Die oorlog lijkt dan meer op een godsdienstoorlog dan op een burgeroorlog. In februari 2000 werd de oorlog minder. Toen werden alle dorpen en akkers weer opgebouwd.

Vanaf augustus 2000 werden ook op de Noord-Molukken mensen die op immigranten leken vermoord of verjaagd. Ook vochten christenen tegen de islamitische bewoners. Zo begon de oorlog weer. President Habibi had vlak voor de verkiezingen gezegd dat hij van de provincie Molukken 2 nieuwe provincies wilde maken. (Noord-Molukken en Molukken)

Als er in januari 2000 216 moslims worden vermoord in Tobele op het eiland Halmahera gaat de strijd tussen de moslims en christenen weer verder. Moslims krijgen steun van de laskar jihad, een leger van vrijwillergers die een klein beetje uit de Molukken bestaat maar het grootste deel uit immigranten. Moslimsactiegroepen die niet meedoen aan de oorlog beginnen de jihad (jihad is ‘heilige oorlog’) en steuen dan ook de moslims. Christelijke actiegroepen steunen de christelijke Molukkers. Hierdoor lijkt deze oorlog nog meer op een godsdienstoorlog.

Op 26 juni 2000 wordt de oorlog minder doordat president Wahid een civiele noodtoestand heeft uitgeroepen. Een civiele noodtoestand is een situatie waarbij bij een bepaald gebied de normale wetten niet meer gelden. Hiermee wordt geprobeerd om de gevechten te stoppen en weer rust in het gebied te krijgen. Het gaat moeilijk omdat er nog steeds politie mensen en soldaten partij kiezen.

Op dit moment is het redelijk rustig op de Molukken maar nog steeds zijn er gevechten en vallen er elke dag doden.

De Molukse burgeroorlog en Nederland
In Nederland wordt er niet zoveel aandacht besteed aan de oorlog op de Molukken omdat er nog veel meer problemen zijn zoals de oorlog in Kosovo, rampen in Turkije en de vuurwerkramp in Enschede.

Doordat er bijna geen aandacht aan werd besteed kwamen er berichten (en geruchten) van de Molukkers en de actiegroepen op de Molukken. Journalisten wilden ook niet naar de Molukken toe omdat ze het te gevaarlijk vinden en niet geïntereseerd waren. Doordat ze niet geïntereseerd waren kwam omdat ze een negatief beeld hadden van de Molukkers. Dit kwam door de gijzelingen e.d. Vooral jongere Molukkers zouden erg gewelddadig te zijn. Aan het einde van 2000 stuurden een paar jongere Molukkers dreigbrieven. Ze zeiden treinen in de brand te gaan steken en bommen gingen zetten als de Nederlandse regering niet zou helpen met het helpen om de oorlog te stoppen. De Molukkers die in Nederland woonden konden via de media niet echt een beeld krijgen van wat er nou precies aan de hand was. Ze hadden vaak contact via telefoon of internet maar konden dan nog niet echt informatie krijgen. De Molukkers in Nederland wisten bijvoorbeeld ook niet echt of het leger en de politie rust kon krijgen op de Molukken of niet. Omdat de Nederlandse Molukkers zoveel vragen hadden werd het Molukse Informatie- en Documentatiecentrum (InfoDoc Maluku) opgericht. Dit is een website waar elke dag belangrijk nieuws op kwam over de oorlog op de Molukken. De Molukkers en de Nederlanders hielden inzamelingsacties zoals ‘Samen voor de Molukken’. Ze brachten alleen niet zo veel op. De regering schenkt pas meer aandacht aan de oorlog als Wahid in September 1999, voordat hij president werd. Nederland bezocht de Molukken en gad geld voor de oorlogsslachtoffers.

§ 4. KNIL

Ontstaan KNIL
Na 5 jaar oorlog in Java kwam er eindelijk een einde aan in 1830, in dat zelfde jaar werd ook het KNIL opgericht, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Dat was een leger met Indonesische en Europese soldaten.De Europese soldaten zijn meestal officieren. Het doel van het KNIL was om de Indonesische bevolking beter in bedwang te houden. In 1873 begint de regering met de pacificatie van Nederlands-Indië. Met pacificatie wordt bedoeld dat alle vorsten en hoofden gedwongen werden om de macht van de Nederlanders in Indonesië te aanvaarden. Als er problemen waren bijvoorbeeld dat de mensen in opstand kwamen, moesten deze gestopt worden door de KNIL’ers. De KNIL’ers moesten het liefst christelijk zijn, want de bevolking van Nederlands-Indië bestond vooral uit moslims.Je kunt nu “Heers en Verdeel techniek” toepassen. En moslims zouden het misschien erger vinden om tegen andere moslims te vechten. Maar toch bestond het grootste deel van de KNIL’ers uit moslims.

Opheffing KNIL
In 1949 werd Indonesie onafhankelijk van Nederland en is de KNIL niet meer nodig, want de KNIL is een instrument van Nederland. Indonesie heeft een eigen leger de TRIS (Tentara Republik Indonesia Serikat ). De inheemse KNIL-soldaten kunnen (als ze willen) overgaan naar de TRIS. Op 26 juli 1950 werd de KNIL officieel opgeheven.

Hst. 2 Hoe handelden de Molukken met Nederland?

§1. De ontdekkingsreis

Vasco da Gama was een Portugese zeeman. Hij was de eerste Europeaan die via de zee naar India reisde. Vasco da Gama is bekend geworden doordat hij in 1497-1499 als eerste van Europa naar India voer. Maar het grootste deel van de route naar India was al bekend omdat Bartolomeus Diaz die in 1488 naar Zuid-Afrika had gevaren. Maar Vasco da Gama zorgde ervoor dat de route gebruikt werd om te handelen.

In januari 1497 koos koning Manuel I van Portugal, Vasco da Gama uit om zeeroute naar India te vinden. Eigenlijk was Vasco’s vader gekozen om de zeeroute te vinden, maar die was gestorven voordat de reis was begonnen. En omdat Vasco da Gama al bekend was als een goede zeeman werd hij gevraagd om leider te worden voor deze reis.

Op 6 juli 1497 vertrok Vasco da Gama uit Lissabon met 4 schepen. Er gingen 170 mensen mee, de meeste waren veroordeelde criminelen. De helft van de matrozen gingen dood aan scheurbuik of andere ziektes.

Vasco da Gama voer eerst langs de kust van Afrika. Maar toen ging hij over de open zee. Pas na 3 maanden ging Vasco terug naar de kust bij Kaap de Goede Hoop in Zuid-Afrika. Vanuit daar ging Vasco met 3 schepen verder. Vasco voer langs de oostkust van Afrika. Met de hulp van een Arabische gids staken ze de oceaan tussen Afrika en India over. Die reis duurde 23 dagen. In mei 1498 kwamen ze in India aan. De Portugezen bleven 3 maanden in India. Ze werden er goed ontvangen. Maar later ontstonden rellen. Het was moeilijk om handel te voeren. De bevolking wilde dat de Portugezen weg gingen uit India. Uiteindelijk moest Vasco Da Gama bijna vluchten uit India. De reis naar Afrika duurde bijna 3 maanden. De
matrozen begonnen zich tegen de kapitein te keren. Heel veel matrozen werden ziek. 1 schip brandde uit. Bijna 2 jaar na vertrek kwam Vasco da Gama terug in Portugal. (zie bijlage 1)

§2. Het handelen met de Molukken

Tot het begin van de 16e eeuw werden de specerijeilanden slecht door mensen uit het Oosten bezocht. Nadat Europa meer naar de specerijen vroeg, werd er steeds meer in specerijen gehandeld. Daardoor gingen de bewoners zelf specerijen verbouwen. Ze handelden vooral in specerijen zoals - kruidnagel - nootmuskaat - peper - kaneel etc. Maar ze handelden ook in: - aardolie - tin - ijzer en nikkel - tabak - sagoboom - bosproducten etc.

VOC
Ongeveer rond 1595 probeerden Nederlanders de route van Vasco da Gama ook te varen. In 1602 werd de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) opgericht. Nederlandse schepen moesten bij de VOC horen als ze tussen de Oostkust van Afrika en de Westkust van Amerika wilden varen. De VOC wilde een handel voor henzelf (monopolie), zij konden dan als enige vanuit Indonesië naar Europa de specerijen verhandelen. De Nederlanders maakten op de eilanden handelsposten. De Nederlanders hadden hun belangrijkste handelspost, Batavia, op West-Java. Vanuit deze plaats kon Nederland makkelijker handel drijven.

In 1621 was J.P. Coen de belangrijkste bestuurder van de VOC in Indonesië. Hij sloot contracten met vorsten. In die contracten stond dat ze hun kruiden alleen met de VOC moesten verhandelen. De bewoners van de Banda-eilanden hielden zich niet aan die contracten. Coen heeft toen bijna al die mensen laten doden. Nadat hij die mensen had laten doden liet hij de mensen van de VOC op die eilanden wonen.

Hfst 3. Wat is de koloniale geschiedenis van de Molukken?

§1. RMS

Toen Indonesië (Republik Indonesia) onafhankelijk was geworden, was Oost-Indonesië (waar de Molukken ook bij hoorde) een deel van de Verenigde Staten van Indonesië. In 1950 besloot het parlement van Oost-Indonesië om zich bij Republik Indonesia te voegen. Maar heel veel Molukkers vinden dat geen goed idee. De leden van de Zuid-Molukkenraad roept op 25 april 1950 de RMS uit. Dit betekent Republik Maluku Selatan.

De meeste christenen zijn voor de RMS maar de meeste moslims niet, die willen bij Republiek Indonesië blijven horen. De Indonesische regering stuurt troepen naar Ambon (waar de RMS is opgericht) om de RMS rustig te houden. De RMS zoekt steun bij andere landen zoals: Australië en de VS, maar deze landen geven geen steun, omdat ze achter de regering van Soekarno staan. Ook Nederland wil de RMS niet steunen, omdat ze geen ruzie willen met de Indonesische regering. Sommige Molukse KNIL’ers willen de RMS wel helpen, maar omdat ze op bijvoorbeeld op Java (dat is buiten de Molukken) zitten, kunnen ze niets doen. Dit ook door de blokkade van de Zuid-Molukse eilanden door het Indonesische leger. Omdat de RMS geen steun kan krijgen kan het Indonesische leger hun gang gaan op Ambon. Op 8 november 1950 nemen ze Ambon-stad in. Een paar weken later vlucht de RMS-regering naar Seram,waar tot 1963 een guerillastrijd werd gevoerd. In dat jaar werd de leider (Soumokil) gevangen op Seram en door ex-President Soeharto in 1966 terechtgesteld.

Op dit moment is de RMS op de Molukken nog steeds bezig om onafhankelijkheid te krijgen. Je mag bijvoorbeeld nog steeds niet met de Molukse vlag rondlopen want dan wordt je gevangen genomen.

§ 2. De Molukkers in Nederland

Rond 1950 was er afgesproken dat het KNIL zou worden opgeheven. Tot 1950 waren er KNIL’ers in dienst van Nederland. Ze konden kiezen om in dienst te gaan bij het Indonesische leger of ontslagen worden (gedemobiliseerd worden) en gaan leven in Indonesië. De Molukse KNIL’ers wilden niet bij het Indonesische leger. Als je koos om gedemobiliseerd te worden mocht je zelf weten waar je ging wonen in Indonesië. Toen Oost-Indonesië bij Republik Indonesia ging en de RMS werd opgericht wilden de meeste KNIL’ers naar Ambon om zich bij de RMS aan te sluiten. De RMS-regering wilde een eigen leger met alleen Molukkers. Dat wilde de Indonesische regering juist niet. Nederland stelde voor om de KNIL’ers op Nieuw-Guinea te laten wonen, maar de Indonesische legerleiding vond dit geen goed plan, omdat dat gebied nog steeds onder de Nederlandse regering viel en de Molukse KNIL’ers van daaruit de RMS nog steeds konden helpen. De Indonesische regering wist nog steeds niet waar de KNIL’ers heen moesten. De Indonesische minister Hatta en de Nederlandse hoge commissaris Hirschfeld hadden op 14 juli afgesproken dat de ex-KNIL’ers na de opheffing van het KNIL als militairen bij de Koninklijke Landmacht (KL) zouden gaan werken, maar alleen als ze nog niet op 26 juli op de plaats waarvoor ze hadden gekozen woonden. De KNIL’ers worden zo KL’ers. In september stelde de Indonesische regering aan Nederland voor om de ex-KNIL’ers tijdelijk in Nederland te laten wonen, de Nederlandse regering vind dat geen goed idee, omdat er een groot tekort is aan woningen in Nederland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veel woningen kapot gegaan. De Nederlandse regering stelt voor om de ex-KNIL’ers in Suriname, Nieuw-Guinea of het Caribisch Gebied te laten wonen. De Indonesische regering stelt de ex-KNIL’ers voor om naar Ambon te gaan, want daar zouden ze dan met rust gelaten worden, maar de RMS-leider wijst dit af. In december vlucht de rest van de RMS-regering naar Seram om daar hun strijd tegen het Indonesische leger door te zetten. Molukse ex-KNIL’ers willen naar Ambon. De Indonesische leger-leiding wil dat niet, maar ze willen de ex-KNIL’ers ook niet naar Nieuw-Guinea laten gaan. De Nederlandse regering besluit de ex-KNIL’ers die niet bij het Indonesische leger willen, voor een paar maanden in Nederland te laten wonen met hun gezinnen. In totaal gaan 12.500 Molukkers naar Nederland.

De ex-KNIL’ers zijn eerst op Java bij elkaar gebracht. Daarna werden ze op de boot gezet naar Nederland. De ex-KNIL’ers en hun familie moeten kiezen om aan boord te gaan of te blijven (ze worden dan ontslagen uit het KL-leger).

De eerste ex-KNIL’ers vertrekken op 21 februari 1951 van Java en komen op 21 maart 1951 aan in Rotterdam. In juni komen de laatste ex-KNIL’ers in Nederland aan. Voordat de eerste ex-KNIL’ers op Nederland aankomen ontslaat de Nederlandse regering alle ex-KNIL’ers toch uit het leger. Dat doet de regering omdat de ex-KNIL’ers officieel bij Indonesië horen en niet in dienst bij het Nederlands leger kunnen blijven. Voor de ex-KNIL’ers is het een grote belediging omdat ze gedaan hadden wat Nederland wilden en tegen de Japanners gevochten hadden. De ex-KNIL’ers gaan naar de rechtbank om een rechtszaak tegen de regering aan te spannen. In november 1951 bepaalt de rechtbank dat de regering de ex-KNIL’ers niet mag ontslaan. Maar de regering gaat beroep tegen de uitspraak die in maart 1952 was uitgesproken. De rechter wilde er niet meer over oordelen. Advocaten hebben nog een paar keer geprobeerd om ervoor te zorgen dat de ex-KNIL’ers toch ontslagen konden worden maar dat lukte niet.

§3. De bevolking en de taal van de Molukken

Bevolking
De bevolking van de Molukken bestaat uit Molukkers, immigranten en afstammelingen. De grootste groep is de BBM’ers. Dat zijn Buginezen, Butonezen en Makassaren. Ze komen allemaal uit Sulawesi. Verder zijn er Javanen, Madurezen, mensen uit Sumatra, Chinezen, mensen uit Zuid-Oost-Azië en mensen uit Arabische landen. Er wonen ook heel veel Molukkers buiten de Molukken bijvoorbeeld op Java. Daar vind je een grote groep Molukkers.

Taal
In heel Indonesië worden veel verschillende talen gesproken. In dorpen bestaan eigen talen die alleen daar gesproken worden. Dit noemen ze Bahasa Tanah. Mensen uit verschillende gebieden kunnen daardoor elkaar niet verstaan. De meeste mensen praten ook Maleis om elkaar te kunnen verstaan. Maleis is de officiële taal, dat noemen ze Bahasa Indonesia. Net zoals in het Nederlands: Algemeen Beschaafd Nederlands.

Op de Molukken leert iedereen de officiële taal Bahasa Indonesia, maar er zijn ook veel verschillende dialecten van het Maleis. De ’Bahasa Tanah’ is aan het verdwijnen. Alleen oudere mensen spreken deze taal nog een klein beetje.

Conclusie

In hoeverre is Nederland geschiedkundig met de Molukken verbonden?

De Molukken komen uit Indonesië. De meeste Molukkers komen aan hun voedsel in de Landbouw of visserij, dit komt door het goede klimaat. Op de Molukken is het meestal rond de 26 graden. De meeste mensen op de Molukken zijn moslim (51%).

In 1830 werd het KNIL opgericht. Het doel van het KNIL was om de Indonesische bevolking in betwang te houden. In 1949 was het KNIL niet meer nodig. Toen het KNIL werd opgeheven wisten ze niet waar de mensen uit het KNIL moesten blijven toen mochten ze voor een poosje in Nederland komen wonen.

De Nederlanders gingen in het begin van de 16e eeuw ging Nederland met de Molukken handelen in specerijen. Ongeveer in 1595 probeerde de Nederlanders de route van Vasco da Gama te varen. In 1602 werd het VOC opgericht. Nederland moest daarbij horen om op de zee tussen de oostkust van Afrika en de westkust van Amerika te varen.

25 april 1950 werd het RMS opgericht. De meeste christenen zijn voor de RMS maar de meeste moslims niet, die willen bij Republiek Indonesië blijven horen. De Indonesische regering stuurt troepen naar Ambon (waar de RMS is opgericht) om de RMS rustig te houden. Op dit moment is de RMS op de Molukken nog steeds bezig om onafhankelijkheid te krijgen.

REACTIES

M.

M.

Serieus, wat een onzin wordt hier verteld.
Ga eerst je informatie na, voordat je het klakkeloos overneemt en publiceert.

DRAMA

13 jaar geleden

M.

M.

Dit is echt een slecht werkstuk. Verdiep je er meer in of helemaal niet want je moet niet dingen zeggen als je niks weet. Er kan heus wel wat waar zijn maar 80% vd info is zelfs voor ik als molukker een raadsel.

10 jaar geleden

S.

S.

Het grootste deel van de Molukken bestaat uit water. 11% van heel Indonesië bestaat uit water.

9 jaar geleden

M.

M.

molukse jongen 32 3e generatie ,de belofte is NOOIT Na gekomen tegen onze opa's en oma's.

8 jaar geleden

S.

S.

cool

7 jaar geleden

J.

J.

Grootste onzin ooit

6 jaar geleden

E.

E.

ssslllllleeeecchhhht 6,3 is veel te hoog voor deze info

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.