Ethiek

Beoordeling 6.4
Foto van een scholier
  • Scriptie door een scholier
  • 5e klas vwo | 2465 woorden
  • 22 oktober 2003
  • 154 keer beoordeeld
Cijfer 6.4
154 keer beoordeeld

1. Inleiding Ethiek is geen makkelijk te begrijpen begrip. Het is een verschijnsel dat moeilijk te omschrijven is. Het heeft betrekking op onze maatschappij en ons totale leven. In dit verslag wordt door mij het begrip ethiek uitgelegd aan de hand van toelichtingen en voorbeelden. Verderop worden twee ethische opvattingen, te weten het boeddhisme en het hindoeïsme, door mij kort uitgelegd. Tenslotte bespreek ik mijn eigen ethische opvattingen. 2. Wat is ethiek?

Morele uitspraken zijn opvattingen over goed en kwaad. Ieder van ons heeft opvattingen over goed en kwaad. Maar over wat nu precies goed of kwaad is, daar zijn we het niet altijd over eens. De wetenschap die zich bezighoudt met deze vraag is de ethiek. Kort gezegd kun je ethiek dus definiëren als: het bestuderen van de verschillende waarden en normen in de samenleving en jezelf de vraag stellen: wat is goed en wat is kwaad? Dit is echter wel kort door de bocht, dus wat houdt ethiek nu echt in? Mensen richten hun leven zo in, dat ze gelukkig zullen worden. Het is persoonlijk, wat je gelukkig maakt. Sommige mensen ervaren tevredenheid als geluk, anderen als vreugde. Genot kan ook een ander woord voor geluk zijn. Wat geluk ook betekent: iedereen streeft op zijn manier naar ‘een goed leven’. Geluk bestaat uit eigenbelang. Daar is ook niets op tegen. Maar je kunt je afvragen of de belangen van iemand anders ook behoren tot ‘een goed leven’. We hebben het dan over een moraal. De moraal bestaat uit regels die ervoor zorgen dat iedereen een goed leven kan leiden. Het woord waarde heeft betrekking op wat veel mensen belangrijk vinden. Normen worden afgeleid van waarden. Ze beschrijven gedrag dat men wenselijk vindt. Zo is ‘gezondheid’ een waarden en ‘niet roken’ een afgeleide norm daarvan. Hier houdt ethiek zich dus ook mee bezig. Normen en waarden zijn nooit waar. Normen en waarden zijn meningen. Je vindt dat het zo is of je vindt dat niet. Hoe komt het nu dat wij ons volgens een moraal gedragen? We doen dat omdat de maatschappij dan beter werkt. Een andere vraag is waarom je je moreel gedraagt. Stel dat iedereen zich moreel gedraagt en iedereen rekent zijn spullen gewoon af in de winkel, bijvoorbeeld. Maar jij doet dat als enige niet. Dan zal de winkel echt niet failliet gaan. Waarom kun je dat toch niet doen? Iedereen kan dan in de verleiding komen zich niet moreel te gedragen… dan gaat de winkel wel failliet. Dit vraagstuk wordt ook wel de ethische bena-dering genoemd. Het let op waarden en normen, goed en kwaad. Het houdt zich bezig met de menswaardigheid van ons gedrag. Rechtvaardigheid is een belangrijk kenmerk van de publieke moraal. De moraal waar wij allemaal mee te maken hebben. Iets is rechtvaardig als het overeenkomt met bepaalde morele normen. Welke normen zijn dat? Het eerste antwoord bestaat uit fundamentele normen. Denk aan ‘iedereen is gelijk’ of ‘ieder-een moet gelijk worden behandeld’. De tweede soort antwoorden kijkt naar de inhoud van rechtvaardigheid. Denk hierbij aan ‘eerlijke inkomensverdeling’ of ‘niemand mag onschuldig worden veroordeeld’. Mensen hebben plichten, maar ook rechten. Rechten bestaan uit juridi-sche rechten, morele rechten en positieve/negatieve rechten. Een plicht is iets wat van je wordt geëist. De ethiek bestaat uit twee vragen volgens sommige wetenschappers. De eerste vraag is vol-gens hen: Welke doelen moeten wij in ons leven kiezen en nastreven? De tweede vraag is: Door welke morele uitgangspunten moeten we ons laten leiden in het maken van keuzes en in het nastreven van doelen? Er zijn verschillende antwoorden te geven op deze vragen gegeven door de eeuwen heen door verschillende ethische opvattingen. Zo is het hedonisme de ethische opvatting die zegt dat gelukt het hoogste goed is. Genot is voor hedonisten ‘bevrediging van behoeften en afwezigheid van onlust en leed’. Utilisme is de opvatting waarbij men zich afvraag bij alles wat men doet welk nut het zal opleveren. Een van de bekendste utilitaristen was Mill. Hij omschreef het utilisme als: the greatest happiness tot the greatest number. Dit zijn twee voorbeelden van ethische opvattingen. Er zijn veel meer ethische opvattingen en ethiek is ook anders in te delen. Het belangrijkste is dat je begrijpt dat niet iedereen hetzelfde denkt over goed en kwaad. De problemen waar ethiek zich mee bezig houdt, gaan iedereen aan en het is dan ook belangrijk dat je er goed over leert nadenken. 3. Ethische opvattingen
3.1 Boeddhisme
Het boeddhisme is een geloof dat verschilt van het christendom. In het boeddhisme bestaat er geen god en is er geen hemel. De ethische normen in de leer van Boeddha worden niet bepaald door een god, maar door de ‘psychologische achtergronden en motieven van ons eigen handelen.’ Het boeddhisme wordt daarom ook wel beschouwd als een combinatie van een geloof , filosofie en psychologie. Een ander belangrijk kenmerk van het boeddhistische denken is het optimisme. Optimistisch, want ieder mens kan zichzelf bevrijden van pijn, wanneer hij de oorzaken van die pijn kent. De oorzaken liggen bij de mens zelf, zo gelooft men. Het boeddhisme probeert om het egoïsme van de mens te vernietigen. Boeddhisten zijn extreem verdraagzaam. Daarom is ook nog nooit een boeddhistische groep een oorlog begon-nen of heeft het ondersteunt. De kern van het boeddhisme wordt gevormd door de vier waarheden. Het doel van die waarheden is om een antwoord te geven op een groot menselijk probleem: het lijden. Boeddhisten vinden dat het leven veel uit lijden bestaat. Denk maar aan pijn, verdriet, haat, enzovoort. Ook de oorzaken van het lijden liggen bij de mens zelf. De vier waarheden zijn: - 1. Het leven is lijden. Lijden beperkt zich bij de boeddhisten niet tot lichamelijke en/of geestelijke pijn. Ook ‘psychologische’ pijn, zoals ontevredenheid of angst, vallen hieronder. Volgens het boeddhisme ontstaan deze gevoelens door ‘vergankelijkheid’. - 2. Het lijden wordt veroorzaakt door hunkering. Die ‘hunkering’ heeft drie vormen: - ‘hunkering naar zintuiglijke ervaringen’ - ‘hunkering om het leven voort te zetten’ - ‘hunkering naar opheffing van het leven’ - 3. Verlossing van de hunkering betekent verlossing van het lijden. Deze ‘verlossing’ leidt tot het nirvana. Het ‘nirvana’ is een toestand waarin geen lijden meer bestaat. Iedereen die leeft zoals de vierde waarheid komt in het ‘nirvana’. - 4. Het Achtvoudige Pad leidt tot verlossing van het lijden. Een groot deel van het boeddhisme heeft te maken met dit pad. Drie punten van dat pad hebben te maken met ethisch gedrag, zoals liefde en ‘mededogen’. - Juist spreken: geen leugens, roddels, laster of beledigende taal vertellen. - Juist handelen: geen geweld tegen mensen of dieren, niet stelen, geen buitenechtelijke relaties. - Juist levensonderhoud: een eerlijk beroep uitoefenen, geen wapen- of drugshandel.

Drie andere onderdelen hebben te maken met ‘geestelijke discipline’: - Juiste inspanning: inzetten om het ‘heilzame’ beter te maken. - Juiste oplettendheid: concentreren op je lichaam, gevoelens, gedachten en ideeën. - Juiste concentratie: concentreren op de omgeving.

Twee andere punten hebben te maken met wijsheid: - Juist denken: nadenken over naastenliefde en geweldloosheid. - Juist inzicht: leven zoals de vier waarheden. 3.2 Hindoeïsme

Veel meer dan de andere wereldgodsdiensten is het hindoeïsme naast een ethisch systeem ook een weg naar ‘zelfrealisatie’. Volgens het hindoeïsme is het eigen verstand de grootste vijand van de mens. Men gelooft dat de mens zich vaak laat afleiden en zich op een dwaalspoor laat brengen, i.p.v. oplossingen te brengen voor problemen. Door een ethische levenswijze en door mentale oefeningen ontdekt een Hindoe zichzelf en zijn eigen denkwijzen. Omdat doelbewustheid (= zijn doel duidelijk voor ogen houdend) zo belangrijk is in het hindoeïsme onderscheidt men fases in het leven van de mens. Die fases hebben te maken met doelgericht in het leven staan. Het zijn: plezier, succes, plicht en zelfrealisatie. Ieder mens heeft zijn eigen verlangens en die kunnen in één van de vier fases worden ingedeeld. Elke fase kan worden beschouwd als een niveau van geestelijke ontwikkeling. Volgens de Hindoe-leer zal iemands verlangen pas meer worden als hij van de vorige drie fases ook de ‘negatieve kanten’ heeft meegemaakt. In het Westen denkt men vaak dat het hindoeïsme zijn gelovigen veel verbiedt. Dat is echter niet waar. Een hedonistische (= genot is het hoogste goed) levenswijze wordt helemaal niet afgekeurd (maar ook niet goed gevonden). Een hedonistische levenswijze van Hindoes gaat nooit ten koste van zijn godsdienstige ethiek. Vaak komt het tot uiting in gebruiken en plichten. Denk bij die plichten aan het opzeggen van gebeden of het lezen van religieuze teksten. Ook mag men volgens het hindoeïsme geen schade aanrichten aan dieren en planten. Hoewel het hindoeïsme, zoals eerder gezegd, de houding van levensgenieter niet afkeurt, wordt het ook niet toegejuicht. Men denkt dat er op een gegeven moment een moment komt dat het ‘najagen van plezier niet meer weet te boeien’. Daarom bestaat er een tweede serie van verschillende fases die helpen om doelgericht te worden: op eerlijke wijze streven naar materieel succes, rijkdom, roem en macht. Maar ook deze fases zullen op langere termijn geen voldoening geven, gelooft men. Een Hindoe zal zich opnieuw gaan vervelen en opnieuw een betere levenswijze gaan zoeken. Nadat een Hindoe al zijn materiele succes heeft bereikt, moet hij zich gaan richten op een nieuwe kracht: de plicht. Dat betekent dat hij zich dan moet gaan inzetten voor de maatschap-pij. Ook draagt de plicht bij tot doelgerichtheid, zegt de Hindoe-leer. Maar na de plicht is er nog een hoger doel mogelijk voor de Hindoes. Die hoogste doelstelling is de ‘ultieme geestelijke bevrijding, de eenwording met God’. Dat wordt Samadhi genoemd. Hindoes die tot het inzicht zijn gekomen dat dit het uiteindelijke doel van zijn leven is, zal zijn hele leven zo inrichten om dat doel te bereiken. Er zijn vier verschillende wegen hoe men het leven dan kan inrichten. Uiteindelijk zal men het hoogste doel bereiken. Belangrijk is dat men tijdens die wegen het eigen leven zuivert van vooroordelen, chaotisme en onbelangrijke gedachten. De vier wegen moeten in het begin alle vier worden uitgeoefend en daarna kiest de Hindoe welke het beste bij hem past. De belangrijkste kenmerken van de vier wegen zijn: verdraagzaamheid, bescheidenheid, geweldloosheid, vermijden van egoïsme en vergevingsgezindheid. 4. Eigen ethische opvattingen Wat ik zelf het meest belangrijk in mijn ethiek vindt is het respect voor elkaar en voor elkaar spullen. Respect is voor mij de bouwsteen van het leven. Ik vind dat je iedereen moet waarderen in je omgeving. Al zijn het niet je beste vrienden en irriteer je je mateloos aan diegene, je moet toch respect hebben voor hen. Ik vind niet dat ik het dan moet tonen, maar heb dan toch in je gedachten respect voor diegene. Nog belangrijker vind ik respect voor andermans spullen. Het is zijn of haar bezit en daar heb je van af te blijven. Als je het mag gebruiken of lenen, zoals bijvoorbeeld een auto of fiets, dan moet je er voorzichtig mee omgaan. Het moet heel terugkomen bij de eigenaar. Stelen ben ik faliekant tegen. Dat is ‘des-respect’. Daar kan ik ook niet met mijn verstand bij als ik zoiets hoor dat er van iemand iets is gestolen. Ook geweldloosheid valt gedeeltelijk onder respect en dat valt ook onder mijn opvattingen. Ik vind dat je ten alle tijden nooít geweld mag gebruiken. Voor mij bestaat er alleen maar zinloos geweld. Ik ken geen zinvol geweld. Dat bestaat voor anderen misschien wel, maar voor mij niet. Ook al heb je vijanden, dan heb je nog geen geweld te gebruiken. Nooit! Een andere zeer belangrijke ‘pijler’ in mijn ethische opvattingen is rechtvaardigheid. Daaronder valt barmhartigheid. Oftewel, zorg voor de zwakkeren in de samenleving. Het belang om mensen die kwetsbaar zijn meer kansen te geven. Denk bijvoorbeeld aan allochtonen, gehandicapten of ouderen. Ik vind dat meer mensen zich daarvoor moeten gaan inzetten. Ik zou zelf niet weten hoe ik me zou moeten inzetten voor die mensen, maar ik wil me daar later, als ik ouder ben, wel sterk voor gaan maken. Allochtonen en gehandicapten moeten meer kans krijgen op de arbeidersmarkt, vind ik. Ook discriminatie vind ik persoonlijk niet toelaatbaar. Die mensen hebben het al zwaar en kunnen dit er niet bij krijgen. Ikzelf heb me er wel een schuldig aan gemaakt, dat geef ik grif toe. Maar ik ben radicaal veranderd en ben nu echt tegen racisme en discriminatie. Ik vind het echt erg als mensen discrimineren. Al is het maar omdat mijn eígen broer en zus zijn geadopteerd. Dat soort mensen negeer ik dan ook totaal. Een ander belangrijk kenmerk van rechtvaardigheid is voor dat iedereen gelijk behandeld moet worden. Daar ben ik het totaal mee eens. Waar ik de laatste tijd steeds meer over nadenk ik mijn eigen gedachtegang en wat in de toekomst wel onderdeel van mijn ethische opvattingen zou kunnen zijn is vegetarisme. Ik ben er nog helemaal niet uit, maar ik vind dit verschijnsel fascinerend. Het begint mij steeds meer tegen te staan dat de mensen de natuur en dierenwereld misbruikt en totaal vernield ten behoeve van zichzelf. De mensheid moet in evenwicht gaan leven en duurzamer zodat welvaart behouden blijft voor ons nageslacht! Ik vind het verschrikkelijk hoe dieren worden afgeslacht of in intensieve veehouderijen worden bijeengepropt. De laatste tijd denk ik daar echt over na. Zoals eerder gezegd twijfel ik hier nog steeds over of ik dit ook moet gaan doen. ‘Het heeft niet echt zin’ speelt steeds door mijn hoofd. Er zijn maar zo weinig vegetariërs dat ik het niet kan opbrengen om het ook te gaan doen. Het heeft geen zin tegen de zo grote meerderheid van de bevolking die dat niet doet. Het laatste wat ik ook zeer belangrijk vindt is zoveel mogelijk plezier uit je leven te behalen, zonder daarbij je omgeving te belasten. Eigenlijk is dit een hedonistische opvatting. Ik vind dat je iedere dag moet genieten van je leven, zelfs van de kleine dingen, zoals het weer of de goede omgang met je medemens. Daarom ben ik ook altijd optimistisch, ook in moeilijke tijden. Dan denk ik altijd weer: ‘het komt wel goed’. Maar wat voor mij nog meer onder genot valt is vriendschap, vrijheid, nietsdoen, uitgaan, enz. Het is niet zo dat het leven één groot feest voor mij is, maar je moet wel het optimale eruit halen wat erin zit. Vriendschap vind ik zeer belangrijk. Ik wil niet alleen en eenzaam zijn. Ik wil gewoon gezellig omgaan met vrienden en leuke dingen doen. Ik ben geen eigenheimer en moet veel mensen om me heen hebben. Daar geniet ik ook altijd van: als ik met mijn vrienden leuke gesprekken heb of dingen onderneem. Heerlijk! 5. Bronvermelding

Internetpagina’s: - www.xs4all.nl/~wzweers/dossiers/boeddha/ - home.planet.nl/~wmt.boeddha.htm - www.bureve.com/jan/essays/hindoei.htm

Boeken: - Lama Karta, Inleiding tot het boeddhisme, Elmar-Kunchab, Rijswijk 1997, 4e druk

Overig: - stencils levensbeschouwing

REACTIES

J.

J.

mooi stukkie!!!!

17 jaar geleden

J.

J.

Ik vin dat je het woord ethiek een goede uitleg geeft, maar als je je mening uitspreekt over wat je goed vind en wat niet, verlies je het woord een beetje uit je hoofd. Je 'roept' min of meer je mening, maar in ethiek gaat het er ook om dat je de gevolgen van een bepaalde situatie analyseert. Het is min of meer de afweging tussen de waarden en normen en hoe die toe te passen zijn in keuzes die gemaakt moeten worden. Daarvan worden heel vaak niet de gevolgen van ingezien.

Ik vind het verder een interessant stuk en ga zo door.

Groeten

19 jaar geleden

T.

T.

ik heb zeer geintreseerd je werkstuk zitten lezen eigenlijk zocht ik naar vormen van vegitarisme (waarbij je wel vis eet) ik ben het voor 90 % met je opvattingen eens ik kan echt rijmen met jouw opvattingen bedankt voor je werkstuk mvg Tom

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.