§2
Multiculturele samenleving: Samenleving, waarin verschillende etnische groepen leven. Etnische groep: Groep mensen die zich ziet als een aparte groep en die ook door anderen wordt beschouwd als een aparte groep op grond van etniciteit. Etniciteit: Culturele kenmerken en gedragingen van een groep mensen die van generatie tot generatie overgedragen wordt.
Termen voor buitenlanders:
Ø Autochtoon: Inwoner van ons land die hier zijn wortels heeft. Ø Vreemdeling/buitenlander: Bezoeker van ons land die niet de NL nationaliteit heeft. Ø Allochtoon: Iemand die zich op grond van ras of andere kenmerken onderscheidt van oorspronkelijke inwoners van het land. Ø Gastarbeiders: Mensen die door het bedrijfsleven in samenwerking met de overheid uit de landen rond de Middellandse Zee naar NL zijn gehaald om te werken. Ø Minderheden: Alle groepen die zich onderscheiden van de meerderheid van de bevolking, doordat ze zijn achtergesteld.
2 Belangrijk sociale en politieke vragen die horen bij minderheidsvorming:
Ø Op welke manier moet er een optimale verhouding tussen de verschillende groepen en culturen in 1 samenleving worden bereikt en discriminatie worden bestreden? Ø Hoe kan het probleem van de sociale ongelijkheid worden aangepakt?
Minderhedenbeleid: Groepen die een sociale achterstand hebben, die worden ondersteund. Welke taak heeft de overheid bij verbeteren van sociaal-economische en culturele positie van minderheden? Vreemdelingenbeleid: Beleid gericht op buitenlanders. Moet er een ruim, dan wel terughoudend beleid van toelating worden gevoerd?
§3
Er zijn altijd buitenlanders in Nederland geweest vanwege:
Ø Godsdienstige reden Ø Politieke reden
Nederland is tolerant (verdraagzaam) vanwege het belang bij de komst van buitenlanders
Assimilatie: Opgaan in autochtone bevolking
De meeste buitenlanders assimileren binnen enkele generaties
Positieve gevolgen migratie:
Ø Meer cultuur Ø Eigen waarden en normen kritisch leren bekijken. Ø Opheffen van het tekort aan gastarbeiders Ø Evenwicht opbouw van de bevolking.
Nadelige gevolgen migratie:
Ø Discriminatie Ø Problemen huisvestiging Ø botsende cultuurverschillen.
Migratiemotieven:
Ø Ecologische (geen bestaansmogelijkheden) en economische situatie. Ø Politieke situatie (vervolging) Ø Persoonlijke situatie (gezinsvorming of hereniging)
Bij migratie motieven kunnen push en pullfactoren een rol spelen. Pushfactoren: Factoren in het land van de migrant die hem er toe brengt naar elders te reizen. Pullfactoren: Factoren in het migratieland die mensen van buiten aantrekken
De wereld heeft zich ontwikkeld tot een Global village: Je reist in korte tijd met meer gemak van Afrika naar Nederland.
Waarom migreren:
Ø Indische Nederlanders: Strijd tegen de onafhankelijkheid. Ø Molukkers: Demobiliseren en hopen op een eigen republiek die men hen had beloofd. Ø Surinamers: ’50 Voor studie, ’70-’80 vanwege slechte economische situatie Ø Antilianen: Voltooien van studie, ’70 veel werkzoekenden
Factoren voor groei of daling van Etnische groepen:
Ø Er worden meer kinderen geboren. Ø Afname gezinshereniging Ø Gezinsvorming komt nog voor Ø Veel jongeren die een gezin vormen Ø Nieuwe brandhaarden (problemen) die zorgen voor nieuwe stromen vluchtelingen Ø Door pensionering gaan er mensen terug
§4
Verblijfstitel: Een door de overheid erkende reden of afgegeven vergunning voor verblijf in ons land.
Wijzen waarop Nederlandschap verkregen kan worden:
Ø Geboorte uit NL vader en moeder Ø Geboorte als derdegeneratiekind: Een kind van een vader of moeder die zelf als kind van een in NL wonende moeder is geboren. Ø Gebruik maken van optieregeling (Mensen tussen de 18 en 25 die in Nederland zijn geboren en hier altijd hebben gewoond kunnen een verklaring afleggen) Ø Naturalisatie: Een meerderjarige die hier tenminste 5 jaar heeft gewoond en voldoende is ingeburgerd (bijv, NL spreekt) geen crimineel is en wel een verblijfstitel heeft kan een verzoek indienen.
Enkele belangrijke internationale regelingen voor wetgeving die de verblijfstitels voor vreemdelingen regelt met hun belangrijkste fundamenten:
Ø UVRM(universele verklaring van de rechten van de mens): Ze spannen zich in om de gemaakte afspraken in eigen land te realiseren Ø EVRM(Europese verklaring van de rechten van de mens): Bevat wel dwingende rechtsregels voor die landen die hem hebben ondertekend Ø VVG( vluchtelingenverdrag van Genève): Wat we onder de definitie van een vluchteling moeten verstaan. Ø Onze eigen grondwet: Discriminatieverbod op alle mensen in Nederland.
Verblijfstitels voor vreemdelingen:
Ø Verblijfsvergunning: Voor iemand die langer dan 3 maanden in ons land wil blijven. Ø Vergunning tot vestiging: Voor iemand die hier 5 jaar legaal heeft gewoond. Ø Verblijf als vluchteling: Als diegene niet uit NL kan worden verwijderd zonder dat hij wordt teruggestuurd naar het land waar hij vervolgd wordt Ø Verblijf als gezinslid
Illegalen: Mensen zonder verblijfstitel
Argumenten Vóór toelating asielzoekers
Ø Grote ongelijkheid in de wereld
Ø Toenemend geweld in de wereld
Ø Internationale afspraken
Ø Recht van gezinshereniging
Ø Werkgelegenheid
Ø Je mag je eigen problemen niet ten koste laten gaan van asielzoekers
Argumenten tégen toelating asielzoekers:
Ø Kosten asielbeleid worden dan te hoog
Ø Er is geen werk en woonruimte voor asielzoekers
Ø Nederlandse cultuur word dan bedreig.
§5
Enge betekenis cultuur: Kunst met een grote K
Ruime betekenis cultuur: Totale leefwijze van een groep zoals die tot uiting komt in waarden en normen.
Culturen zijn altijd relatief: Ze passen zich voortduren aan, aan de omstandigheden van dat moment.
Acculturatie: Veranderen van eigen cultuur door contact met andere culturen.
Socialisatieproces: Aanleren van de cultuur
Dominante cultuur: Cultuur met de meeste invloed op de samenleving.
Subcultuur: Een ‘eigen’ cultuur die is ontstaan vanwege de band met de dominante cultuur.
Positiegedrag: Hoe je, je in jouw positie binnen de groep moet gedragen.
3 Dimensies bij het begrip cultuur:
Ø Ideële dimensie: Elementen die niet tastbaar zijn (waarden) Ø Normerende dimensie: ontstaan van gewoontes en normen. Ø Materiele dimensie: Kunst, muziek
Functies van cultuur:
Ø bepalen van denken en doen van mensen. Ze vormen een gedragsregulerend kader Ø Aangeven hoe mensen zich ten opzichte van elkaar moeten gedragen Ø Beperkingen opleggen aan het gedrag van mensen Ø Identificeren in een cultuur
Op mensen die zich niet aan belangrijkste waarden en normen houden van de cultuur wordt afkerend gereageerd. Ze tonen afwijkend of delivant gedrag.
§6
Sociale categorisatie: Het indelen van mensen in groepen. Stereotypering: Beeldvorming. Meestal van een vertekend beeld. Etnocentrisme: Het als minderwaardig beschouwen van mensen uit een andere cultuur.
Oorzaken van een negatie beeld van andere groepen:
Ø Socialisatieproces: Wat heb je van thuis meegekregen? Ø Behoefte aan het creëren vaneen eigen positieve identiteit Ø Angst voor een onbekende rol. Xenofobie: Angst voor het vreemde of voor de vreemdeling. Ø Verdwijnen van de vanzelfsprekendheid. Ø Maatschappelijke situatie Ø De achterstand op de sociaal-economische situatie van etnische minderheden op de autochtone bevolking.
Vooroordelen: Een mening die niet is gebaseerd op feiten en kennis, maar op basis van stereotypen. Wat gemakkelijk lijdt tot discriminatie en racisme. Discriminatie: Het onterecht verschillend of gelijk behandelen van personen of groepen. Institutionele discriminatie: Regelingen die zo gemaakt zijn dat ze bepaalde bevolkingsgroepen systematisch minder kans geven. Racisme: Discriminatie gekoppeld aan het uiterlijk en met name huidskleur van de mensen. Nieuw racisme: Binnen 1 samenleving kunnen verschillende culturen niet met elkaar samenleven of de ene cultuur wordt als minderwaardig aan de andere cultuur beschouwd
Gevolgen/oorzaken van nieuwe negatieve beeldvorming:
Ø Minder kans op arbeidsmarkt en woningmarkt Ø ontstaan van het gevoel gekwetst en bedreigd te zijn. Etnische groepen gaan organisaties opzetten en er komt spanning.
2 oorzaken voor ongelijkwaardige posities van culturen: Ø Factoren aan de kant van de samenleving: Positietoewijzing: De samenleving zorgt ervoor dat elke groep zijn plaats toegewezen krijgt. Ø Factoren aan de kant van de etnische minderheden: Positie verwerving: De minderheden zorgen ervoor dat ze een bepaalde plaats in den samenleving verwerven (Door arbeid of zo)
Fundamentalisme: een dogmatisch (geen tegenspraak toestaand) en compromisloos (zonder overeenkomst) vasthouden aan religieuze en politieke principes en regels.
Verklaring voor het ontstaan van fundamentalistische bewegingen:
Ø Verzet tegen de (westerse) modernisering van de samenleving en e daarmee gepaard gaande individualisering en secularisering (werelds worden). Ø Zoeken naar een eigen culturele identiteit in of na een westerse of koloniaal getinte cultuur Ø Verzet tegen armoede en werkloosheid.
§7
In Nederland zijn mensen die zich blijven verzetten tegen een multiculturele samenleving. Ze kenmerken zich door een grote mate van etnocentrisme en nationalisme. Hun uitgangspunten: ongelijkwaardigheid van verschillende culturen .
Visies op de vraag:
Moet je als autochtoon alles van andere culturen tolereren of niet:
Ø Cultureel relativisme: Aanhangers van deze visie stellen dat we vaak de fout maken andere culturen te bekijken met onze eigen (westerse) bril op. Wij hebben de neiging de andere cultuur te toetsen aan onze waarden en normen.
Ø Universalisme: Deze visie gaat er vanuit dat er wel algemene waarden zijn die voor iedereen zouden moeten gelden, ongeacht de cultuur waarvan men deel uit maakt.
Je kunt etnische groepen door elkaar mengen of scheiden. De politiek zal moeten kiezen voor 1 van de samenlevingsmodellen. 4 “Ideaaltypische” modellen
Ø Segregatiemodel: Een duidelijke fysieke en sociale scheiding van etnische minderheden van de dominante groep. Ø De multiculturele samenleving: Verschillende etnische groepen krijgen gelijke toegang tot sociale, economische en politiek leven. Ø Assimilatiemodel: Nieuwkomers nemen de cultuur van de dominante cultuur volledig over. Ø Model van melting pot: Etnische groepen versmelten binnen een staat cultureel en fysiek tot een nieuwe bevolkingsgroep. Er ontstaat als het ware een nieuwe cultuur gebaseerd op verschillende oude culturen.
Intergratie: Nieuw samenlevingsmodel.
REACTIES
1 seconde geleden
T.
T.
Afschuwelijk dat dit soort van onzin tegenwoordig aan de jeugd onderwezen wordt. Multiculturalisme is niets anders dan een Stockholm syndroom en culturele zelfmoord, vooral dat zinnetje "
Nederland is tolerant (verdraagzaam) vanwege het belang bij de komst van buitenlanders". Welk "belang"? Ik kan ze missen als kiespijn. De leefbaarheid is verschrikkelijk achteruit gegaan. Segregatie is iets wat sommige allochtonen zelf voorstaan en leidt tot ghetto's waarbij eerste de inheemse bevolking vakkundig de wijk uit gepest wordt. GroenLinks-onderwijs op z'n smalst.
PS. ik ben geen scholier maar een volwassen man van 60.
6 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
doe even normaal, maak jij dan een keer zoiets?? en ga dan niet iemand de schuld geven die gewoon zijn best heeft gedaan om een werkstuk te schrijven. en wat de hel doe je op scholieren.com als je een man van 60 bent?
6 jaar geleden