Hoofdstuk 3

Samenvatting h3 voor pw

3.2

• 
  
• Bij een chemische reactie veranderen de stofeigenschappen.
  
• Bij een reactie verdwijnen beginstoffen en worden vervangen door reactieproducten.
  
• Bij elke reactie is er een energie-effect.
  
• Energie-effect = komt energie vrij of energie in nodig.
  
  

3.3

• 
  
• zie bestanden :)
  
• De meeste elementen bestaan uit één-atomige moleculen.
  
• molecuulformule = geeft aan welke atomen in een molecuul voorkomen en hoeveel van elke soort.
  
• coëfficiënt = getal dat vóór een molecuulformule staat. geeft aantal moleculen weer.
  
• index = het getal dat rechtsonder elk symbool in een molecuulformule staat. Geeft het aantal atomen van elke soort weer.
  

3.4

• 
  
• Een reactie verloopt niet bij elke temperatuur.
  
• De totale massa bij een reactie bij de beginstoffen is gelijk aan de totale massa van de reactieproducten. (de Wet van Lavoisier)
  
• Bij een reactie reageren de beginstoffen in een constante massaverhouding met elkaar. En de reactieproducten ontstaan in een bepaalde massaverhouding.
  
• Een reactie stopt als 1 van de beginstoffen op is.
  

3.6

• 
  
• verbrandingsreactie = de reactie van een stof met zuurstof, waarbij vuurverschijnselen waarneembaar zijn.
  
• voorbeelden verbrandingsverschijnselen: rook en as.
  
• voorbeelden vuurverschijnselen: vlammen en vonken.
  
• oxide = een verbinding die bestaat uit 2 atoomsoorten, de atoomsoort zuurstof en nog een andere.
  
• verbrandingsreacties kunnen met verschillende snelheden verlopen.
  
• reagens = een stof die zichtbaar van kleur verandert in aanwezigheid van de stof die je aan wilt tonen.
  
• eigenschappen reagens: selectief en gevoelig.
  

3.7

• 
  
• atoomsoorten verschillen in massa.
  
• stoffen in een massaverhouding reageren met elkaar