Elizabethaanse theater + Shakespeares rol daarin

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Opstel door een scholier
  • 4e klas vwo | 1349 woorden
  • 4 november 2001
  • 113 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
113 keer beoordeeld

Beknopte geschiedenis van het Elizabethaanse theater

Een van de eerste toneelgezelschappen waren de zogenaamde commedia dell’arte. Dat waren professionele acteurs die al rondtrekkend hun opvoeringen voor publiek ten toon stelde. Er was toen nog niet echt een vorm van theater ‘op de bühne’ om het zo maar te noemen. In Engeland was Shakespeare opgestaan als een briljant toneelschrijver, maar het Elizabethaanse theater stond in die periode nog in de kinderschoenen. De toneelstukken waren beïnvloed door de klassieke oudheid, namelijk met de komst van de Renaissance. Er werden tragedies geschreven en in de versies voor de wat lagere klasse klassieke toespelingen gemaakt. Bij de opvoering van deze stukken werd primitief gebruik gemaakt van een decor van huizen aan weerszijden van een straat. Uit de commedia dell’arte kwamen de echte beroepsacteurs voort. Ze traden op in binnenhoven en op platforms. Maar er moest een plek gevonden worden waarin acteurs en toneelschrijver beiden tot rust konden komen en zich thuisvoelende in tegenstelling tot het rondtrekkend en onregelmatig bestaan. In 1576 werd het eerste simpele theater gebouwd genaamd ‘the Theatre’ Vanwege het succes volgende er al snel meer theater in het land. Op de resten van the Theatre werd the Globe gebouwd in 1599. Geen enkel Elizabethaans theater is bewaard gebleven, maar er zijn wel tekeningen over hoe the Globe er uit heeft moet gezien. Het was een openbaar theater zonder dak. Binnen was een verhoogd toneel met een reling erlangs, en daarvoor staanplaatsen voor toeschouwers. Verder waren er nog rijen banken en stoeltjes. Gordijnen gaven toegang tot de achterkant van het toneel ( de coulissen). Het theater was van binnen mooi versierd evenals de rest van de openbare monumenten. Hout werd opgeschilderd als marmer en ze deden denken aan triomfbogen. Dat waren de kenmerken van het Elizabethaanse toneel: felle kleuren en veel pracht en praal. Ook was het binnentoneel erg berucht. Men denkt dat het een centrale opening was die onthuld werd door het gordijn, maar niet iedereen is het hier over eens. Niet all thetares waren hetzelfde komt daar ook nog eens bij. Shakespeare begon op een gegeven moment zelf in een toneelgroep genaamd ‘Lord Chaimberlain’s Men’ en gaf voorstellingen in the Globe. In hun gezelschap waren geen vrouwen enkel mannen die ook vrouwenrollen aannamen. De toneelspelers moesten nit alleen acteren maar ook kunnen zingen, ene instrument bespelen en dansen. Daarnaast nam improviseren een belangrijke vorm aan in de stukken van shakespeare. Men denkt dat zo de onvoorziene opmerkingen zijn uitgegroeid naar de obscure grappen die nu in manuscriptvorm bewaard zijn gebleven. Zijn stijl is voor die tijd opmerkelijk: Uiteenlopend dan tragedie tot komedie, met uitstapjes naar de historiestuk, tragi-komedie, romantische tragedie en de pastorale. Hij laat tragedie en komedie net zo door elkaar lopen als ze in een mensenleven doen. Deze opvoeringen werden vooral gedaan in the Globe en deze nam daarom ook zo’n belangrijke positie bij de Elizabethaanse theaters. Er waren ook nog andere toneelschrijvers als Christopher Morlowe. Dit betekende ene nieuw tijdperk voor de engelse theatergeschiedenis. Hij veranderde de kort rijmende verzen in vijfvoetig jambe en inspireerde Shakespeare voor zijn poëtisch drama. Daarnaast was en Ben Johnson. Hij was sterk door de Renaissance beïnvloed, (klassieke auteurs) en hij begon bedrijven te maken in een toneelstuk evenals de klassieke tragedieschrijvers.

Een nieuw theater was het ‘Blackfriars theater’ Het was rechthoekig van vorm met een toneel aan een van de korte zijden. Het publiek zat op banken en het was overdekt. Er waren zijdeuren en een galerij om het toneel heen. Ze hadden er decors neergezet zodat ze niet op een kaal toneel hoefde te spelen als in the Globe. Ook werden er maskerades en vermommingen gebruikt op toneel. Het decor werd steeds belangrijker en het achterdoek werd geschilderd voor ensceneringen. Ze hadden niet alleen de intimiteit van een privé-theater nodig mar ook een vorm van lijsttoneel. Voordat dit zich kon ontwikkelen brak er een burgeroorlog uit in 1637
Alle grote theaters werden afgesloten van de buitenwereld en ze maakte ene periode van verval door. Er kwamen geen vernieuwingen in de theaterbouwkunst of de manier van spelen. Alleen in de naaste omgeving van de monarch werden nog toneelstukken opgevoerd. Ook kwam er een verandering in stijl. Alles werd minder heftig, minder spottend, minder lachwekkend op komisch. De aardse grappen werden subtiel, en er was geen politiek gekonkel meer op passionele verzen en realistisch gespeeld. De mensen waren niet meer gewend om naar het theater te gaan, en er waren geen goede acteurs meer. In 1660 kwam er weer een theater op gang, maar na 18 jaar geen theater was er geen gevoel van continuïteit.

Verschillen met het modern Theater:

Wat in de loop der tijd belangrijker was, was realistisch verloop in plaats van retoriek en voordrachtskunst: gebaren werden kleiner en het decor nam de plaats in van waar het verhaal zich afspeelde. Er kwam een vast lijsttoneel maar de stukken van shakespeare die bedoeld waren voor de openlucht hadden hier onder te lijden. Hoe meer decor hoe realistischer dus. Het draaide ineens om realisme. In het Elizabethaanse tijdperk maakte dit niet uit, het verhaal was belangrijk, maar nu moesten er ineens een heleboel parafernalia worden opgetrommeld om het zo echt mogelijk te maken. Wat ook totaal anders was :‘de vierde wand’ De toeschouwers zagen de acteur maar er was geen interactie zodat de situatie echt realistisch was. Na het realisme kwam het expressionisme, ook totaal anders dan dat ze in Engeland gewend waren. Het ging hier over onbewuste geestenstoestanden, maar die bleek moeilijk weer te geven. Dan was er nog het constructivisme, waar het decor de belangrijkste rol had vol met betekenis. Bij het Elizabethaans theater was er JUIST geen decor. Met de naam Reinhardt komen we uit bij de toneelstukken, een vernieuwing was de regisseur: in het klassieke Engeland waren er alleen acteurs en een toneelschrijver, geen persoon die toezicht hield op het werk een alles coördineerde. Iedere regisseur gaf wat mee aan het stuk wat expliciet van hem was, een soort persoonlijke interpretatie van de tekst. Ook de samenstelling van acteurs veranderde. Speelde eer eerst alleen mannen, nu was er een overvloed aan vrouwen, en zelf negroïde personen. Ook het handelen van de acteurs werd anders: ze hoefden niet perse in de huid te kruipen van het personage. Dit leidde tot mooie improvisaties. De thema’s van de toneelstukken werden anders. Eerst geïnspireerd door de klassieken kwamen er nu onderwerpen aan bod als “dat het leven van de mens zo onlogisch is en dat de taal zo inadequaat is als communicatiemiddel” of “de mens proberen te bevrijden van de beperkingen die de moraal en rede hem opleggen”. Ook controversiële onderwerpen als obsceniteit, blasfemie, naakt en zelf homoseksuele verkrachting werden in de thema’s betrokken. Een heel ander soort theatre was de musical. Dit waren shows waarin zang en dans geïntegreerd waren.

Secundaire literatuur Gerrit Komrij:

Shakespeare vertalingen zijn van groot belang geweest voor de ontwikkelingen in de taal waarin hij vertaald wordt. Gerrit Komrij heeft Shakespeare in een levendige Nederlandse taal geschreven en is een geslaagd vertaler. Het oorspronkelijke Engels in omgezet naar de natuurlijke tal van onze eigen tijd. Komrij schrijft in een taal die we als normaal beschouwen, die voor ons begrijpelijk is. Hij wekt shakespeare wederom tot leven in de Nederlandse literatuur. De tekst van Komrij is leesbaar en spreekbaar. Wat opmerkelijk is aan Komrij is dat hij in zijn andere werken een fantastisch virtuoos dichter is, maar bij Romeo en Julia houdt hij zich meer aan de oorspronkelijke tekst. Je zou van hem wat meer expressie verwachten. De oud- engelse woorden zijn goed verwoord naar bijna hippe woorden. Vooral de grofheid van sommige dialogen springt eruit. Hij gebruikt woorden als hoer en sloerie, terwijl dat uitzonderlijk is voor zo’n ‘net’ toneelstuk. Zijn vertaling over het algemeen is terughoudend. Normaliter is Komrij veel vrijer in het interpreteren van tekst, mar klaarblijkelijk had hij moeite met het vertalen van Elizabethaans Engels. Hij laat het wel een tekst van Shakespeare zijn, maar zou er gerust een eigen tintje aan kunnen geven. Dat heeft hij maar beperkt gedaan.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.