Dinsdagmiddag mochten vwo'ers aan de bak voor economie. De reacties na het examen waren niet mals. "De koers van mijn ecocijfer is aardig gezakt na deze toets", liet Camiel ons via Instagram weten. Ook onze correspondenten en examenvloggers hadden moeite met het examen.
Lars Derksen (17): "Het was echt een kut examen. Normaal is economie best voorspelbaar, maar nu zaten er echt weinig van die standaardvragen in waar je even makkelijk scoort." Lars is goed in economie en had gehoopt een 9 te scoren. "Ik heb nog wel een relatief goed cijfer denk ik, maar het viel me tegen", aldus Lars.
Ook Max Witteveen (17) vond het examen echt verschrikkelijk. "Het waren 30 vragen en ik ken mensen die echt 10 vragen gedeeltelijk of helemaal niet hebben ingevuld." Hij was niet de enige die het examen lang vond. Dat horen we ook via Instagram. Lars over de lengte van het examen: "De tijdsdruk was heftig. Ik had berekend dat er ongeveer 30 vragen zouden komen, dus 10 vragen per uur. Om 16:00 uur had ik er pas 20 gemaakt en liep ik dus 5 vragen achter op schema. Toen ben ik als een gek door die vragen gegaan."
Lastige tweede helft
Noa Valen (17) beschrijft hoe haar economie-examen steeds slechter ging. "Het begon goed, met die vragen over vliegtuigmaatschappijen en bussen. Toen kwam er iets over pensioenfondsen, dat ging ook nog wel. Speltheorie was ook nog oké en toen ging de moeilijkheidsgraad van 0 naar 100. Opgave 4, 5 en 6 gingen echt slecht."
Docent Frank Bosma van Economie Academy was ook niet zo gelukkig met de opbouw van het examen. "Ik vond opgave 1 meteen een opgave waar je goed moest nadenken. Net iets te pittig om mee te beginnen, ik had zelf de neiging om met opgave 2 te beginnen", zegt Bosma.
Toen ging de moeilijkheidsgraad van 0 naar 100.
Vraag 15
Ook in onze dm's op Instagram horen we dat de tweede helft moeilijk was. Zo schrijft ene B.: "De 1e helft ging wel oke en door de 2de helft ben ik in m'n arie genomen." Toch is niet iedereen het daarmee een. Selcan Alpaslan (18): "Ik vond het eind juist makkelijker, daar kwamen meer beredeneer-vragen in voor, dat ging me beter af dan berekenen. Een bereken-vraag waar zij moeite mee had, was vraag 15. "Daar heb ik 40 minuten naar zitten staren, maar ik heb hem helemaal open moeten laten."
Meer mensen hadden moeite met deze vraag. Noa: "Ik was van plan om over vraag 15 over verfbedrijven te gaan klagen, maar hoorde net al van mensen die hem wel goed hadden." Een van die mensen was Lars. "Dat vond ik een typisch voorspelbare opdracht, dat het er op deze manier gaat inkomen. Je moet wel net weten wat je moet doen", aldus Lars.
Opgave 5
De opgave waar iedereen moeite mee leek te hebben, was opgave 5. "Dat was echt heel pittig, een stuk moeilijker dan in voorgaande examens. Ik heb daarin nooit gezien dat je wisselkoersen moest combineren met prijselasticiteit." Noa snapte de formules al niet die gegeven werden. "Normaal is rekenen met valuta niet zo moeilijk, maar nu moest je het in een hele andere context doen", licht ze toe.
Bosma geeft de scholieren hierin gelijk. "Deze opgave was inderdaad echt moeilijk. De vraagstelling was wat abstracter, het vergt inzicht en een hoger denkniveau. Het ging over de prijselasticiteit van import en export, maar dan in een andere context." Bosma denkt dat de coronasituatie scholieren hier ook parten gespeeld kan hebben. "Voor dit soort vragen moet je vlieguren maken. Als je dat te weinig gedaan hebt, bijvoorbeeld doordat je weinig fysiek les gehad hebt, dan mis je net het inzicht om deze vragen te beantwoorden."
