Het altijd gevreesde examen Nederlands stond woensdagmiddag op de planning voor havisten. De één vond het 'prima te doen' en de ander voelde zich 'in 13 verschillende standen genomen' door dit examen. Waar de kandidaten het wel over eens waren: het woord 'consequent' werd nogal... consequent gebruikt.
"Dat woord stond wel 5 keer in elke zin bij de eerste tekst. Niet normaal", vertelt Luna Schuldink (16). Na ruim twee uur was ze al klaar met haar examen. "Mijn gevoel zegt dat het goed ging, maar ik vertrouw daar nog niet helemaal op. Goed betekent bij mij trouwens een mooie 6."
Dit bericht bekijken op Instagram
'Niet heel sprankelend'
Yorik Nijhoff (16) is nog een beetje aarzelend. "Het ging op zich wel goed. De teksten vond ik wel redelijk saai, best wel economisch. Maar het leek wel op de examens die ik eerder had geoefend. Verder kun je niet echt leren voor Nederlands." Ook Sophie Norah Verkuijl (17) vond het examen vergelijkbaar met de oefentoetsen. "Ik herkende wel het soort vragen. Ook de argumentatieschema's die erin zaten vond ik goed te doen."
Docent Ric Leijh vond de teksten 'niet heel sprankelend'. "Ze waren ook best wel oud, uit 2016. Dat sluit nou niet echt aan bij de belevingswereld van scholieren." Hem viel bovendien iets op: "Dit was de eerste keer dat ik scholieren al na 2 uur weg zag gaan. Normaal zitten scholieren bij havo Nederlands echt tot het einde te zwoegen." Toch verbaast het Leijh niet dat de reacties wisselend zijn. "Dat is wel logisch, dat is eigenlijk altijd wel bij Nederlands."
Weinig meerkeuze
Het viel Mirthe Termeulen (16) op dat er heel weinig meerkeuzevragen waren. "Het examen had vooral open vragen, waarbij je met een argument moest komen. Er waren maar 12 meerkeuzevragen, meerkeuzevragen blijven altijd makkelijker." Docent Ric Leijh nuanceert dat een beetje: "Aan het begin van het examen zaten wel best veel meerkeuzevragen en vragen waar je heel kort antwoord op kon geven."
Het niveauverschil tussen de vragen was soms ook groot, vonden de scholieren. Luna: "Bij sommige vragen dacht ik echt, is het zo simpel? Bijvoorbeeld bij de tekst over de übermensch. Daar stond duidelijk bij dat het niet over nazisme ging en dan stond dat toch in een van de antwoorden." Docent Leijh was vooral blij dat er veel vragen over argumentatie in het examen zaten. "Dat is toch wel een beetje de inhoud van het vak."
Overkoepelende vragen
Naut Folkerts (17) begon nog best goed aan het examen, maar dat veranderde naarmate hij verder ging. "Het werd steeds lastiger, ik had veel afleiding van mijn tafel die piepte en toen kwam ik bij de overkoepelende vragen. Daar heb ik dus niks ingevuld. Ik mis daar al 6 punten." Ook Sophie had moeite met die overkoepelende vragen. "Daar moet je echt overstijgend nadenken, je kunt niet zomaar citeren uit de tekst."
Leijh begrijpt wel dat scholieren deze vraag pittig vonden. "Kan me voorstellen dat ze daarmee zaten. Het zat ook aan het einde van het examen, dus als je al tijdnood had, kwam je niet lekker uit. Je kreeg ineens nog een tekstfragment erbij. Ik kon de vragen ook niet zo goed plaatsen. Ik dacht 'is het nou Nederlands of bedrijfseconomie'?"
Leijh geeft tot slot nog een eindoordeel: "In alle eerlijkheid: ik denk dat het examen iets makkelijker was dan het examen van 2019. Maar uiteindelijk bepaalt het nakijkmodel mijn humeur", lacht hij.