Dit zijn de namen, Tommy Wieringa
Bibliografische gegevens
Tommy Wieringa
Dit zijn de namen, uitgeverij: De Bezige Bij, 1e druk, Amsterdam 2012, 300 p.
Thema
Het is een psychologische roman, over het zoeken naar je eigen identiteit (en geloof) en het zoeken naar geluk (het beloofde land voor de vluchtelingen)
Korte samenvatting
Pontus Beg is commissaris van politie in Michailopol, een perifere grensstad in de steppe. Als de winter invalt, wordt er een groep uitgeteerde vluchtelingen gesignaleerd in de straten van zijn stad. Niemand weet wie zij zijn, hun spookachtige aanwezigheid veroorzaakt angst en onrust. Als ze uiteindelijk worden opgepakt, wordt in hun bagage het bewijsstuk van een gruwelijke misdaad gevonden. Stukje bij beetje ontrafelt Pontus Beg de toedracht, en daarmee de geschiedenis van hun helletocht.
De barre reis van de migranten raakt gaandeweg het onderzoek verweven met de ontdekking die Pontus Beg doet over zijn eigen afkomst. De ontmoeting met een oude rabbijn, de laatste Jood van Michailopol, leert hem de werkelijkheid kennen over zichzelf. Zijn plaats in de wereld is een andere dan hij altijd heeft gedacht.
Personagebeschrijving
Pontus Beg
Pontus is 53 jaar en politiecommissaris in Michailopol. Het is een eenzamen man, zonder moeder en hij heeft aanvankelijk geen contact meer met zijn zus. Verder heeft hij hier en daar een lichamelijk mankement, heeft hij een keer per maand seks met zijn huishoudster en hij drinkt precies vier glazen wodka per dag. Hij komt in eerste instantie over als een harde man (het stuk met de vrachtwagenchauffeur), maar naarmate het verhaal vordert komt dit niet echt meer terug. Hij ontdekt dat zijn moeder Joods was en dat hij dus ook een Jood is. Hij komt in contact met de enige levende Jood in de stad en wil alles weten over zijn nieuwe geloof. Hij is erg bezig met zijn afkomst, geloof en identiteit. Zoals ik al zei lijkt hij minder hard te worden, dit komt waarschijnlijk door zijn nieuwe geloof en door de komst van “de jongen” waar hij een band mee probeert te krijgen.
De jongen
“De jongen” zoals hij bijna het hele verhaal wordt genoemd is de jongste van de groep vluchtelingen. Hij is, dapper als hij is, als enige van zijn familie met deze tocht begonnen om in het beloofde land voor hun een nieuw begin te kunnen vinden. Hoewel hij de jongste van de groep is houdt hij heel de tocht zijn hoofd het beste bij de les en is hij vrijwel de sterkste, qua overleven dan. Wanneer hij in Michailopol door Beg wordt ondervraagt is hij steeds opstandig en eigenwijs, maar stukje bij beetje verteldt hij hun verhaal en ontstaat er toch wel een band tussen hem en Pontus.
De andere vluchtelingen:
De Ethiopiër
Niemand van de vluchtelingen weet nou eigenlijk waar deze man vandaan komt of waarom hij met hen op reis is gegaan. Hij praat niet en wordt buitengesloten door de groep, ze zien hem als een gevaar en denken dat hij over magische krachten bestaat, waarmee hij de anderen kan besmetten met erge ziekten e.d. Uiteindelijk wordt hij ’s ochtends door gevonden, zijn hoofd is ingeslagen met een steen en niemand weet/zegt wie het heeft gedaan. uiteindelijk nemen de overige vluchtelingen hem mee omdat ze geloven dat hij hun nu wel goede dingen brengt en hen de weg naar het beloofde land zal brengen
De lange man
Welke niet veel voor oponthoudt of spanning zorgt en zich vooral op de achtergrond houdt.
Wanneer hij op een gegeven moment achter wordt gelaten door de rest om te sterven blijft de Ethiopier bij hem om zich over hem te ontfermen. Hij geeft de lange man te eten en uiteindelijk kunnen ze weer verder en halen ze de groep uiteindelijk weer in. Dit wordt de neger alleen niet in dank afgenomen door de rest van de groep. Uiteindelijk sterft de lange man.
De stroper
Hij zorgt voor het meeste eten en voelt zich als een van de leiders van de groep.
De vrouw
Zij is de enige vrouw van de groep vluchtelingen en wordt daarom zo nu en dan eens even alleen genomen van de groep.. vooral door de man uit Asjchabad, waarvan ze uiteindelijk ook zwanger blijkt te zijn. En in het ziekenhuis in Michailopol bevalt ze, hoe zwak en mager haar eigen lichaam ook mag zijn, van een gezond kind.
De man uit Asjchabad
De man waarmee “de vrouw” een kind baart. Hij heeft ook niet zo’n opvallend karakter.
Vitaly
De vechtersbaas van de groep en ook degene met de grootste mond en waarschijnlijk de duisterste achtergrond. Hij draagt uiteindelijk het hoofd van de Ethiopiër met zich mee, waardoor men ook vermoedt dat hij diegene is die de neger heeft vermoord.
Situering
- Subgenre: eenzaamheid, geloof, het Jodendom
- Tijd en tijdsverloop:
Het verhaal speelt zich in chronologische volgorde af, met af en toe een flashback bijvoorbeeld over het vroegere leven van de vluchtelingen. Wanneer de vluchtelingen door Pontus worden verhoord komen er natuurlijk ook flashbacks in het verhaal voor over de tocht. - Plaats van handeling:
Michailopol, een niet bestaand grensstadje in de steppe van Oekraïne. Hier speelt Pontus’ verhaal zich af en uiteindelijk ook die van de vluchtelingen wanneer ze in het stadje aankomen.
De verhaallijn van de vluchtelingen speelt zich af in de steppe van Oekraïne. - Vertelperspectief:
Het verhaal bestaat in eerste instantie steeds uit twee verschillende draden, de ene draad gaat op politiecommissaris Pontus Beg, welke ook de verteller in zijn verhaal is en de andere draad gaat over de vluchtelingen in de middle of nowhere, waarin “de jongen” de verteller is, maar een paar keer vertelt een van de andere vluchtelingen iets over zichzelf. In het tweede deel, wanneer de twee verhaallijnen bij elkaar zijn gekomen praat Pontus verder als verteller.
Bijzonderheden
- Structuur van de tekst:
Het boek is in drie delen verdeeld, namelijk najaar, winter en voorjaar. Deze delen zijn ook weer onderverdeeld in genummerde en getitelde hoofdstukken. - Motieven:
Algemene motieven: geloof, opzoek naar iets nieuws (land of identiteit), het Jodendom, eenzaamheid, discriminatie, moord en bijgeloof.
Verhaalmotieven:
De tocht naar het beloofde land
De vluchtelingen uit het verhaal dragen het hoofd van een van hun medevluchtelingen, welke onderweg is gestorven, met zich mee omdat ze geloven dat het hen geluk brengt en hen de goede kant opwijst. In het verhaal wordt hun tocht steeds vergeleken met de tocht uit de Bijbel, waar een groep Joden 40 jaar door de woestijn trekt, ook opzoek naar hun beloofde land en ook een ‘relikwie’ met zich mee dragend, namelijk de beenderen van Jozef.
Het Jodendom
In het verhaal komt het Jodendom steeds terug. Pontus ontdekt in het verhaal dat hij van Joodse afkomst is en raakt naarmate hij meer te weten komt over het geloof er steeds meer door geïnspireerd. Tussendoor komen stukken over het Jodendom naar voren en ook dat hij de vluchtelingen met de Joden vergelijkt komt steeds weer terug.
- Symboliek:
De zevenarmig menora
Deze staat voor de herinneringen van Pontus aan zijn jeugd en moeder en voor zijn nieuwe geloof.
De tocht van de vluchtelingen
Deze staat symbool voor de tocht van de groep Joden die 40 jaar door de woestijn trokken, opzoek naar het beloofde land. - Titelverklaring:
“Dit zijn de namen” verwijst naar de Bijbel, welke voor Pontus Beg erg belangrijk wordt in het verhaal. Het verwijst in het bijzonder naar de beginpassage van het boek Exodus (Uittocht) Exodus 1 vs. 1 Dit nu zijn de namen der zonen van Israel, die in Egypte gekomen zijn, met Jakob; zij kwamen er in, elk met zijn huis. Het gaat over de groep Joden die 40 jaar door de woestijn hebben gezworven, op zoek naar het beloofde land. In het boek zijn er veel parallellen te vinden tussen de vluchtelingen uit de Bijbel en de vluchtelingen uit het verhaal. Er is nog een verklaring van “dit zijn de namen”, in het verhaal van de vluchtelingen worden ze namelijk eerst zonder naam aangeduid, maar wanneer ze in deel II met de commissaris spreken krijgen de vluchtelingen eindelijk allemaal een naam.
Eigen mening
Tijdens de eerste, laten we zeggen, 150 blz werd ik nog niet echt warm of koud van het boek. Omdat er nog niet veel gebeurde, behalve dan dat Pontus Beg er achter kwam dat hij van Joodse afkomst was en dat interesseerde me dus niet zo veel. Ik wilde eigenlijk alleen maar het verhaal van de vluchtelingen lezen omdat ik dat veel interessanter vond. Maar dat Wieringa een goede verteller is valt niet te ontkennen. Ik vond het eerlijk gezegd geen spetterend boek, maar na die 150 blz. Begon ik het wel steeds beter te vinden, vooral toen er wat schot in de zaak kwam en de vluchtelingen hoop begonnen te krijgen om een stad tegen te komen. Ik vind het wel een mooi verhaal, vooral het verhaal van de vluchtelingen omdat zulke verhalen me meer interesseren dan het verhaal over een 53-jarige man wie ontdekt dat hij een Jood is. Het is mooi verwoord en de twee verhaallijnen zijn goed samen gebracht.
Leven en werk van de auteur
Tommy Wieringa is geboren in Goor op 20 mei 1967. Hij bracht een groot deel door op de Antillen maar heeft geschiedenis in Groningen en journalistiek in Utrecht gestudeerd. Wieringa beweert onder meer als aanstekerverkoper op de markt en als lokettist bij de spoorwegen te hebben gewerkt.
Werk
Nadat Wieringa in 2005 doorbrak met zijn roman Joe Speedboot werd hij meerdere malen genomineerd voor prijzen, waarvan hij er ook een paar in ontvangst mocht nemen.
Prijzen:
- In 2002 ontving Wieringa de Halewijnprijs voor Alles over Tristan. De roman stond op de longlist van de AKO Literatuurprijs.
- Voor Joe Speedboot kreeg Wieringa de Ferdinand Bordewijk Prijs voor verhalend proza. De jury van de Jan Campert Stichting omschreef het boek als 'zijn meeslepende en vitale ontwikkelingsroman'. Aan de prijs is een bedrag verbonden van € 5.000, die op 14 december 2006 aan de auteur werd overhandigd.
- Voor Joe Speedboot kreeg Wieringa tevens de eerste Magazijn La Vie en Rose Prijs.
- Een zin in het boek leverde hem ook nog de Tzumprijs 2006 op, de prijs voor de beste zin in verhalend proza van het afgelopen jaar. De winnende zin luidde: 'De knalpijpen glansden als bazuinen, de wereld leek te verschroeien in allesverzengend lawaai wanneer de jongens het gaspedaal intrapten met de koppeling in, alleen om te laten weten dat ze bestonden, zodat níemand daaraan zou twijfelen, want wat niet weerkaatst, bestaat niet.'
- Joe Speedboot werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs, de Gouden Uil, de Libris Literatuur Prijs, de Literatuurprijs Gerard Walschap, NS Publieksprijs en de Prijs voor het mooiste boekomslag.
- Caesarion is in 2009 genomineerd voor de AKO Literatuurprijs.
- In 2013 ontving Wieringa de Libris Literatuurprijs en de Prijs van de Lezersjury van de Gouden Boekenuil voor Dit zijn de namen.
Publicaties
- 1995 - Dormantique's manco (roman)
- 1997 - Amok (roman)
- 2002 - Alles over Tristan (roman)
- 2005 - Joe Speedboot (roman)
- 2005 - Pleidooi voor de potscherf (reisnotities)
- 2006 - Ik was nooit in Isfahaan (reisverhalen)
- 2006 – De familie onderweg (In de serie "Literaire juweeltjes"; verhalen, eerder verschenen in Ik was nooit in Isfahaan)
- 2007 - De dynamica van begeerte
- 2008 - Mister, 30-Minuten boekje bij een sixpack Hertog Jan Grand Prestige bier
- 2008 - Met liefde behandelen: hommage aan Boeli van Leeuwen (co-auteurschap met Aart Broek)
- 2008 - De boom, dit verhaal begeleidt de Bakenesser Avond van 21 januari 2008
- 2009 - Caesarion
- 2010 - Ga niet naar zee
- 2011 - Portret van een heer (korte verhalen) Uitgeverij B for Books, serie "Literaire Juweeltjes".
- 2012 - Dit zijn de namen (roman)
REACTIES
1 seconde geleden