Samenvatting
Pontus Beg is politiecommissaris in een uitstervende stad, ergens in een land ver in het oosten van Europa. Ooit was Michailopol een bloeiende provinciehoofdstad, waar handel een bonte mengeling inwoners trok. Nu zijn er nog een kleine 40.000 inwoners over en is de stad in de greep van corruptie en armoede. De hoop op een betere toekomst heeft Pontus Beg al opgegeven. Zijn enige plezier beleeft hij aan zijn huishoudster, die zo af en toe het bed met hem deelt, simpelweg als uitbreiding van haar takenpakket. Maar Beg komt plotseling op het spoor van een stukje onbekende familiegeschiedenis. Een Joods liedje duikt op in zijn herinnering, een gesprek met een rabbijn voedt het vermoeden, een zevenarmige kandelaar op een oude foto biedt uitkomst. Beg weet zich plotseling een Jood – en met die wetenschap krijgt zijn leven onvermoed weer glans. Hij hoort bij een eeuwenoud volk en Pontus maakt zich de geschiedenis en rituelen van de Joden eigen. Zijn ultieme doel is het bad te betreden waarmee niet alleen het lichaam maar ook zijn Joodse ziel een reinigingsbeurt krijgt.
Reiniging, herstel, een beter leven, dat is ook wat de groep vluchtelingen drijft die over de steppe sluipt. Als tien kleine negertjes dunt hun aantal geleidelijk uit. Ze hebben al hun geld en hoop gegeven aan een mensenhandelaar. ‘Steeds naar het westen’, dat was hun opgedragen. Na enkele dagen zouden ze dan de bewoonde wereld moeten inlopen. Maar dagen worden weken, weken worden maanden. De eerst nog naamloze leden van de groep krijgen kleur, een identiteit. De groep hangt echter als los zand aan elkaar, tot een van hen op een wel heel bijzondere manier de leiding krijgt toegeworpen. Meer dood dan levend bereiken ze de stad van Pontus Beg. Is dit het beloofde land dat hen voorgeschoteld was?
(Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/79655)
Tijd en Structuur
Het verhaal speelt zich af in de tijd van nu. Het is niet makkelijk uit het boek op te halen in welke tijd het afspeelt, maar omdat het woord ‘internet’ voorkomt, weet je dat het verhaal in de van nu afspeelt. Het hele verhaal duurt ongeveer een half jaar, in ieder geval komen 3 seizoenen voor: herfst, winter en de lente.
Zo is het verhaal, dus de structuur ervan, is hetzelfde. Er zijn namelijk drie delen: voorjaar, winter, najaar. De hoofdstukken zijn genummerd en getiteld, waardoor je weet in welk jaargetijde je zit.
Er komen best veel flashbacks voor, wel jammer, want zo was het verhaal niet in een chronologische volgorde. Dan zou het verhaal misschien wat leuker zijn.
Personages
Pontus Beg(53 jaar): Hij is de politiecommissaris van Michailopol. Hij heeft een zus, alleen geen contact meer met haar. Hij had een moeder natuurlijk, maar die is overleden. Hij heeft geen vrouw, dus doet hij het maar met de huishoudster, die wel iemand heeft. Hij drinkt precies vier glazen wodka per dag . Hij is een beetje hard, dus hij was vroeger onmenselijk. Hij doet mee aan een corrupt systeem. Hij wordt een jood nadat hij kreeg te horen dat zijn moeder joods was en hij zag een rabbijn. Hij wordt ook wat menselijker, hij kan ze beter begrijpen. Daarna wordt hij een echte Jood en zoekt hij weer contact op met zijn zus. Hij was druk bezig met zijn verleden, dus met het verleden van zijn familie. Hij is met een groep vluchtelingen, die juist hun verleden willen vergeten, terwijl Pontus juist over zijn verleden meer wil weten.
Je weet hoe hij denkt en voelt, dus is hij de hoofdpersoon, in ieder geval is hij het belangrijkste personage in het verhaal.
Said Mirza: Hoe oud hij is, wordt niet genoemd in het verhaal. Hij is een van de vluchtelingen die op weg zijn naar een nieuwe wereld. Hij leefde in een afgelegen dorp. Ze hoopten op een nieuw toekomst met moderne technieken. Uiteindelijk wordt hij de zoon van Pontus en gaat hij als een jood naar Israel. Hij is ook de hoofdpersoon, aangezien je veel over hem hoort te lezen. Je leert hem goed kennen, maar hij is minder belangrijk dan Pontus.
Perspectief
Er is een hij/zij perspectief, oftewel de alwetende verteller. De schrijver schrijft altijd met ‘hij/zij’ of met de namen van de personen. Nooit met ‘ik’. Zo weet je de verhaallijnen niet door elkaar te halen, want de personages hadden niet echt een naam. Ze werden gewoon; ‘de vrouw’, of ‘de jongen’, genoemd.
Interpretatie en thematiek
Het gaat over verschillende thema’s. Over religie en dus verlichting. Bijv. er kwamen verschillende vragen in het hoofd van de personages, bijv. van wie ben ik eigenlijk? Daarom is de belangrijkste thema religie en verlichting. Vooral is het ook religie, omdat er personages zijn die een Joodse geloof hebben. Ze proberen naar Israel te gaan. Dus dat is het land van de Joden.
Wat ook vaak terugkomt, is het streven naar iets, dat uiteindelijk niet lukt en dus niet gebeurt.
Eigen mening
Ik heb nog nooit een roman/boek gelezen van Tommy Wieringa, dus ik weet niet of hij altijd zo een verhaal schrijft. Hij schreef alsof het een saai boek was, waarin er weinig gebeurt, maar als je de achterliggende gedachte weet, is het verhaal toch een stuk leuker dan je eigenlijk denkt dat het is.
De onderwerpen zijn religie en het streven naar iets. Vooral het streven naar iets, is het meest belangrijke. Natuurlijk is religie het onderwerp dat vaker voorkwam in het verhaal, maar ze streefden er naar om Jood te zijn, dus is het streven naar iets toch iets belangrijker. De hoofdpersoon streefde ernaar, om meer over zijn achtergrond te weten te komen, dus nog een punt waarom het het belangrijkste onderwerp is in het verhaal. Ik vind het wel een mooi onderwerp, want het komt voor in je eigen leven, dus het verhaal is ook wel een beetje realistisch. Je streeft naar iets, als het lukt ben je gelukkig, maar meestal lukt het niet. In ieder geval is het een moeilijke opgave voor ons en dus ook voor de personages in het verhaal. Er komen verschillende personages voor, dus is het soms lastig om het onderwerp weer eens terug te kunnen vinden, maar toch vind ik dat het onderwerp voldoende is uitgewerkt.
Er zijn verschillende belangrijke gebeurtenissen, maar ik denk zelf dat de belangrijkste gebeurtenissen, de gebeurtenissen waren, waardoor Pontus een Jood werd. Dat was denk ik wel het belangrijkste in het verhaal. Dat is ook wel een beetje, waar het verhaal ook over gaat, want religie was ook een belangrijk onderwerp. De gebeurtenissen waren wel realistisch, het kan ook in het echt gebeurd zijn,alleen sommige gebeurtenissen sloegen nergens op. Sommige gebeurtenissen waren ook saai, je begreep het niet, waardoor het een beetje saai werd. Soms werd er ook iets dubbel gezegd, waardoor je denkt van; hè, niet weer…’ Het is ook een verhaal, waarbij aan het eind niet echt iets speciaals komt. Het hele verhaal was een doel, je kon er wat van leren. Het is niet net als andere boeken, wat een gesloten of open einde had. Het verhaal had wel een gesloten eind, maar je had niet zo van, wat gaat er nu gebeuren, wat nu. Dat had ik wel bij mijn vorige boek, waardoor je niet kon stoppen met lezen. Het werd daardoor veel interessanter. Met dit boek kon ik soms wel stoppen, omdat het soms saai werd.
Ik zou niet het personage zelf willen zijn, want dat betekent dat ik dan een Joods iemand wordt en dat betekent dus dat ik van geloof verander, wat ik niet wil. Hij heeft weinig contact met mensen, in ieder geval met zijn familie. Hij had geen moeder meer en met zijn zus had hij geen contact meer. Hij had geen eens een vrouw, dus deed hij het maar met de huishoudster. Als je dit allemaal hoort, zou je de hoofdpersoon, denk ik, niet willen zijn of er op lijken. Het verhaal was realistisch, dus de personages, in ieder geval de hoofdpersoon, waren dus ook realistisch. Ik neem Pontus als voorbeeld voor personage, omdat hij het belangrijkste personage was, dus de hoofdpersoon en je wist eigenlijk bijna alleen maar iets over hem. Over de andere personages wist je niet zoveel over te vertellen.
De opbouw was niet helemaal ingewikkeld. Het was gewoon ingedeeld in 3 delen; voorjaar, winter, najaar. Zo wist je dus steeds waar je was. De delen hadden weer hoofdstukken. Het waren meestal korte hoofdstukken. Dat was wel fijn, alleen je had meestal 1 verhaallijn, dus maakte het niet uit of er nou een hoofdstuk was, of niet. Het is alleen fijn voor als je niet meer wilt lezen, dan kun je even stoppen en iets anders gaan doen, waardoor je de volgende keer weer weet waar je was. Voor de rest ging het verhaal gewoon verder als je klaar was met een hoofdstuk, het ging niet over op een andere verhaallijn. Maar door dat er maar 1 verhaallijn was, wist je ook goed wat er gebeurde, je kon het allemaal goed volgen. Daarom vond ik dat de opbouw niet ingewikkeld in elkaar zat.
Ik vond zelf niet dat het verhaal makkelijk te lezen was. De opbouw was niet ingewikkeld, maar dat betekent niet dat je het verhaal ook goed begrijpt. Het was wel een zwaar boek, je kon niet alles begrijpen. In ieder geval wist je soms niet waarom een gebeurtenis nou zo belangrijk is. Er is een achterliggende gedachte, maar daar denk je soms niet aan. Ik vond dit boek een beetje lijken op een ander boek die ik al had gelezen voor mijn leesverslag. Het lijkt een beetje op het boek van Kader Abdolah: Portretten en een oude droom. Dat ging ook over een reis en het had ook allemaal achterliggende gedachtes. Normaal gesproken hou ik meer van boeken die iets meer ontspanning geven, als het onderwerp iets te maken heeft met het leven, als het iedereen kan overkomen. Dit was niet zo’n boek.
Het heeft geen invloed op mij, maar ik vond het wel mooi geschreven. Ik vind het niet een boek voor jonge mensen, meer voor volwassenen. Die kunnen dit soort boeken meestal beter begrijpen, dan jongeren. Dus daarom raad ik het alleen de volwassenen aan, om dit boek te lezen.
REACTIES
1 seconde geleden