In deel II zijn beide verhaallijnen samengekomen.
De groep zwervers heeft Michailopol bereikt waar ze angstige gevoelens bij de bevolking oproepen. Ze zien er uit als levende doden (“ondoden”) en lijken op die manier op mensen die uit een concentratiekamp zijn verlost. De burgemeester van Michailopol wil dat de politiemensen van Pontus Beg de vluchtelingen oppakken. Ook Pontus gaat zich ermee bemoeien, maar het is een andere Pontus dan die uit deel I. Hij lijkt zich vereenzelvigd te hebben met de vertegenwoordigers van het Joodse geloof en dan voelt hij zich ook verwant met de vluchtelingen, want ook de Israëlieten hebben door de woestijn moeten zwerven. Hij komt bovendien tot de lugubere ontdekking dat ze een hoofd hebben meegedragen, als een soort relikwie.
Iemand van de groep heeft blijkbaar een moord gepleegd en Pontus wil er wel achter komen wie dat heeft gedaan, maar de leden van de groep lijken niet bereid te vertellen wie dat is. De jongen vertelt nog het meeste aan Pontus.
Ook worden nu enkele zaken verteld die op de steppe hebben plaatsgevonden (het leegroven van een kippenhok en de eigenaresse eenzaam achterlaten zonder voedsel, waardoor ze de hongerdood zal hebben gekregen) De zwervers zijn hard. Dan hoort Pontus van de vrouw dat ze zwanger is: in het broodmagere lichaam blijkt een vrucht te zitten en voortijdig brengt de zwakke vrouw een gezond kind ter wereld (op 19 december). De vrouw zelf zal het niet overleven. Ze geeft het kind ook vergeefs de borst: er komt geen melk uit haar lichaam en de keiharde Beg blijkt heel menselijk als hij een lang verwacht kind in zijn armen houdt.
In het deel “Voorjaar” gaat Pontus Beg met de jongen die hij nu de kleine Mozes noemt naar een plaats vanwaar ze naar het Beloofde Land kunnen kijken. Beg zegt tegen de jongen dat hij Jood moet worden, dan kan hij altijd papieren krijgen voor Israel. Dan zullen ze de papieren van de jongen moeten veranderen: hij moet de zoon van de jood geworden Pontus worden: dan wordt hij ook jood en hij zal Hebreeuws moeten leren. De roman eindigt op deze wijze hoopvol, want de jongen wil wel doen wat Pontus aanraadt.
Analyse
Genre
‘Dit zijn de namen’ kan het beste gerekend worden tot een psychologische roman. De gevoelens en gedachten van de beschreven personages komen goed na voren. Je volgt Pontus op zijn zoektocht naar zijn verleden en leest ook hoe hij hier mentaal mee omgaat. Ook de mentale staat van de vluchtelingen wordt goed naar voren gebracht. Vandaar dat ‘Dit zijn de namen’ het beste een psychologische roman genoemd kan worden.
Opbouw
Het boek is opgedeeld in drie delen: ‘najaar’, ‘winter’ en ‘voorjaar’. Het grootste gedeelte van het boek valt onder het deel ‘najaar’ waarin je kennis maakt met de personages en bekend wordt met de wereld waarin zij leven. Daarop volgt het deel ‘winter’ waarin de twee verhaallijnen zich samenvoegen en het boek verder gaat in één verhaallijn. Het deel ‘voorjaar’ is maar heel kort en kan eigenlijk ook als een epiloog gezien worden.
Verder wordt het boek ook nog opgedeeld in hoofdstukken die in ieder deel gewoon worden door geteld en ook ieder een titel hebben die bij de inhoud van het hoofdstuk past. In totaal bestaat het boek dus uit negenendertig hoofdstukken en drie delen.
Het boek begint in medias res. De twee verhaallijnen beginnen zonder introductie of kennismaking en je komt dus eigenlijk middenin hun levens terecht. Je volgt wel de gedachtegang van de verschillende personages waarbij je ook veel over het karakter en het verleden van de personages te weten komt. Deze informatie wordt over het boek verspreid en dus niet allemaal in het begin gegeven.
‘Dit zijn de namen’ bestaat dus, zoals al eerder genoemd, uit twee verhaallijnen. De eerste verhaallijn is die van Pontus Beg, politiecommissaris in een grensstad in de steppe. De tweede verhaallijn is van een groep vluchtelingen die door de steppe zwerven en later in de stad van Pontus Beg terecht komen. De verhaallijnen komen op dat moment in het boek dus samen.
Het boek heeft een open einde. Het leven van de jongen begint eigenlijk maar net en Pontus begint aan zijn leven als Jood.
Op de eerste pagina van het boek staat dat het wordt opgedragen aan Hazel en aan Zoë. Ik heb nergens kunnen vinden wat de relatie van Tommy Wieringa met hen is dus ik ga er van uit dat het familie of vrienden zijn.
Het motto van het boek is als volgt.
De Meester zei: ‘Zolang je ouders nog leven, reis dan niet ver weg. Indien je op reis moet, laat ze dan weten waar je naartoe gaat.’
Zoals achterin het boek staat aangegeven is dit een citaat uit ‘De gesprekken’ van Confucius. Er zijn verschillende links waarmee je de citaat en het verhaal kunt koppelen. Voor Pontus Beg geldt dat hij weinig contact met zijn verleden heeft. Hij ziet zijn zus niet meer en hij kan zijn ouders bijna niet meer voor de geest halen. Langzaam komen er af en toe herinneringen uit zijn verleden terug waardoor hij steeds meer over zijn verleden en afkomst te weten komt. Langzaam krijgt hij ook een beetje spijt dat hij niet meer over zijn familie weet. Als hij zich aan Confucius’ regel had gehouden, had hij deze gevoelens nooit gekend.
Pontus Beg is een bewonderaar van Confucius en kent veel van zijn teksten, deze zie je ook nog een paar keer in het boek terugkomen.
De vluchtelingen zijn op reis naar de nieuwe wereld. Het meeste volg je de gedachtegang van de jongen. Hij heeft zijn ouders verlaten en is op reis gegaan. Hij wist niet precies waar hij naartoe ging, zijn enige doel was de nieuwe wereld. Als hij de regel van zijn Confucius had gevolgd was hem een hoop ellende bespaard geweest.
Personages
- Pontus Beg: is 53 jaar oud, hij is politiecommissaris van Michailopol. Hij is eenzaam, hij heeft zijn moeder verloren en aanvankelijk geen contact meer met zijn zus. Hij heeft last van klein lichamelijke klachten (een koude voet en een piep in zijn oor). Een keer per maand heeft hij seks met zijn huishoudster en hij drinkt precies vier glazen wodka per dag, niet meer. Hij draait mee in een corrupt systeem (de passage met de vrachtwagenchauffeur) en hij is vrij hard. In het boek komt hij tot de ontdekking dat zijn moeder joods was en dat maakt hem ook tot een jood. Dan wil hij alles van zijn wortels weten en hij krijgt contact met de enige nog in de stad blijvende rabbijn. Die vertelt hem wat de essentie van het joodse geloof is en Pontus Beg lijkt zich te gaan bekeren. Hij neemt weer contact op met zijn zus: hij is erg bezig met zijn afkomst en identiteit in tegenstelling tot de groep vluchtelingen die het liefst het verleden achter zich willen verbranden en alleen maar oog hebben voor de toekomst en de nieuwe wereld. In het tweede deel zijn de vluchtelingen in de stad gekomen en vergelijkt Pontus hen met de vertegenwoordigers van zijn joodse geloof die veertig jaar in de woestijn hebben rondgezworven. Hij wordt dan ook menselijker. Hij ondervraagt de vluchtelingen die niet veel los willen laten. Maar hij ontdooit wanneer hij met de jongen praat en de vrouw ziet die hoe mager ze ook is een kind ter wereld brengt.
Je zou kunnen zeggen dat hij door in aanraking met het joodse geloof te zijn gekomen een ander mens is geworden. In het laatste deel schenkt hij de jongen hoop door hem aan te bieden joods te worden waardoor hij in de toekomst naar het beloofde land kan gaan. Pontus is een round character omdat je kunt lezen wat hij denkt en voelt. Hij wordt uitgebreid beschreven.
- Saïd Mirza, de jongen: Een exacte leeftijd wordt niet genoemd maar ik denk dat de jongen ongeveer 11 jaar oud is. Hij maakt deel uit van de groep vluchtelingen die op weg zijn naar de nieuwe wereld. Zelf woonde hij een afgelegen bergdorp, waar nog geleefd wordt zoals ze dat vroeger deden. Moderne technieken zijn er nog niet doorgedrongen. Hopend op een betere toekomst reist hij, zwervend door de steppe, met de andere vluchtelingen naar de nieuwe wereld. Vanuit hem wordt het grootste deel van de verhaallijn van de vluchtelingen verteld. Op het einde van het verhaal zal hij Pontus’ zoon worden en kan hij later als Jood naar Israël. Ook de jonden is een round character. Je leert hem en zijn verleden gedurende het boek ook kennen, weliswaar minder uitgebreid dan Pontus.
Perspectief
In ‘Dit zijn de namen’ is er sprake van een personale vertelsituatie. Tommy Wieringa gebruikt voortdurend de namen van de ik-personen of schrijft ‘hij’, nergens wordt er ‘ik’ gebruikt. Dit zorgt ervoor dat het boek een echte roman is en niet een autobiografie. Ook maakt dit de overgangen tussen de twee verhaallijnen vloeiender.
Tommy Wieringa heeft gebruik gemaakt van een alwetende verteller. Hij wisselt in het eerste deel van het boek voortdurend tussen de gedachten en gevoelens van de jongen en die van Pontus Beg. Dit maakt het boek spannender, omdat je zo al meer weet van de geheimzinnige zwervers die in het tweede deel van het boek Michailopol binnenkomen.
Ruimte
Het verhaal speelt zich merendeels af in de grensstad Michailopol en in de steppe. In sommige fragmenten van het boek wordt er teruggeblikt op het verleden van een van de vluchtelingen waarbij het verhaal zich even op een andere plaats afspeelt.
Er is hier sprake van ruimtewerking door overeenkomst. Voor de verhaallijn van de vluchtelingen geld dit meer dan voor die van Pontus. De omstandigheden waarin de vluchtelingen reizen worden alleen maar erger door de beschrijving van het slechte weer. Ook de steppe is een goedgekozen plek voor hun barre tocht. Tommy Wieringa weet het zodanig te beschrijven dat ik me heel goed voor kon stellen hoe uitzichtloos zij zich voelden. De stad Michailopol heeft iets sombers, een soort vergane glorie. Dit zou je kunnen vergelijken met het leven van Pontus zelf. Hij heeft een periode gekend waarin hij enorm gelukkig was, maar nu heeft hij een koude voet en een piep in zijn oor.
Tijd
Het verhaal speelt zich af in de tegenwoordige tijd. Dit vind ik ook een van de pluspunten van het boek, omdat het dan nog realistischer wordt. In 300 pagina’s wordt ongeveer een half jaar onder woorden gebracht (najaar, winter en voorjaar).
In ‘Dit zijn de namen’ komen best veel flashbacks voor. Sommige hebben niet veel toegevoegde waarde, anderen juist heel veel. Zo zijn er flashbacks die je een meer vertellen over het verleden van een personage maar er is een flashback waarvan ik denk dat die veel toevoegt aan het verhaal. Deze flashback vindt plaats in het eerste deel van het boek. Hierin lees je hoe de vluchtelingen in de steppe zijn beland, namelijk in een vrachtwagen. Hiervoor was dit nog helemaal niet aan bod gekomen en dit zorgt dus echt voor een boeiende draai aan het verhaal. Het maakt het spannender dan wanneer het verhaal voortdurend in een chronologische volgorde verteld zou worden.
Ook is er een belangrijke flash forward in het boek. Deze begint in het tweede deel, wanneer de twee verhaallijnen samenkomen. Het laatste dat je van de vluchtelingen gelezen hebt is dat Afrika vermoord is, door wie weet je niet. Dan gaat het verhaal verder in Michailopol waar klachten over zwervers binnenstromen die er uitzien als lijken. Dit maakt het verhaal nog spannender omdat je, net als Pontus Beg, geen enkel idee hebt wie Afrika heeft vermoord en hoe de vluchtelingen ineens in Michailopol terecht zijn gekomen. Vervolgens wordt het in ditzelfde deel steeds duidelijker door verschillende flashbacks.
Ook is er een belangrijke flash forward in het boek. Deze begint in het tweede deel, wanneer de twee verhaallijnen samenkomen. Het laatste dat je van de vluchtelingen gelezen hebt is dat Afrika vermoord is, door wie weet je niet. Dan gaat het verhaal verder in Michailopol waar klachten over zwervers binnenstromen die er uitzien als lijken. Dit maakt het verhaal nog spannender omdat je, net als Pontus Beg, geen enkel idee hebt wie Afrika heeft vermoord en hoe de vluchtelingen ineens in Michailopol terecht zijn gekomen. Vervolgens wordt het in ditzelfde deel steeds duidelijker door verschillende flashbacks.
Stijl
Tommy Wieringa schrijft in een vlotte, moderne taal. Hij weet gebeurtenissen zo te beschrijven dat je ze tot in detail voor je ziet, ook al wil je dat soms liever niet. De vlotte manier van schrijven zorgt voor een goede vaart in het verhaal, dit houdt het ook spannend en leuk om te lezen.
Er wordt aan het begin van het boek veel verwezen naar teksten van Confucius, omdat Pontus zich deze herinnert. Naar het einde toe worden steeds meer teksten uit Joodse geschriften geciteerd, omdat Pontus zich dan steeds meer gaat richten op het Jodendom.
Titelverklaring
“Dit zijn de namen” verwijst naar de Bijbel en in het bijzonder naar de beginpassage van het boek Exodus (Uittocht) Exodus 1 vs. 1 Dit nu zijn de namen van de zonen van Israël, die in Egypte gekomen zijn, met Jakob; zij kwamen er in, ieder met zijn familie. Het gaat over de groep Joden die veertig jaar door de woestijn hebben gezworven, op zoek naar het beloofde land. Pontus Beg vergelijkt richting het einde van het boek de vluchtelingen uit de steppe met deze groep Joden. Wat de namen betreft is er nog het volgende op te merken: in de verhaallijn van de vluchtelingen worden ze alleen eerst zonder naam aangeduid, maar wanneer ze in het tweede deel met de commissaris spreken krijgen ze allemaal een naam. Dan krijgt de titel van de roman in dit deel dus ook een aanvullende betekenis; “dit zijn de namen” van de mensen die op de steppe gezworven hebben.
Motieven
- Het Jiddisch liefdesliedje (symbool): Dit is eigenlijk het begin van Pontus’ zoektocht naar zijn afkomst. In eens komt het liedje terug. Hij herinnert zich dat zijn moeder het altijd zong, maar weet niet wat het betekend. Hij voelt een drang om te weten te komen wat het liedje is en waarom zijn moeder het zong.
- Eenzaamheid: Pontus lijd een vrij eenzaam leven. Hij heeft geen contact meer met zijn zus, geen gezin en beide ouders zijn overleden. Ook de vluchtelingen zijn vrij eenzaam. Ze reizen wel in gezelschap, maar eigenbelang komt op de eerste plaats.
- Discriminatie: Afrika, de enige neger in het gezelschap, wordt voortdurend gewantrouwd en meer als een dier gezien dan iets anders.
- Geloof en bijgeloof: Een groot deel van het boek draait om de kennismaking van Pontus Beg met het Jodendom. Hij voelt zich er tot aangetrokken en raakt steeds meer geïnteresseerd. Ook vergelijkt hij de vluchtelingen met het Joodse volk. Bijgeloof speelt ook een grote rol. Uiteindelijk is dit hetgeen dat de vluchtelingen naar Michailopol gedreven heeft.
Thema
Op zoek naar geluk. Zowel de vluchtelingen als Pontus Beg zijn op zoek naar geluk. De vluchtelingen denken dit te vinden in de nieuwe wereld, Pontus in het Jodendom.
Het boek past ook goed bij ons gekozen thema; ontheemding. De vluchtelingen vertrekken uit hun eigen leefomgeving en moeten zien te overleven in barre omstandigheden die ze niet gewend zijn. Ook Pontus is ontheemd, hij komt er op zijn 53ste achter dat hij eigenlijk een Jood is en gaat ineens door andere ogen kijken.
Plaats in de literatuurgeschiedenis
De roman van Tommy Wieringa past het beste in de literatuur van de twintigste/eenentwintigste eeuw en moet tot de modernistische literatuur gerekend worden. Er zijn veel kenmerken van deze stroming terug te vinden in het boek. Zo wordt er veel gebruik gemaakt van flashbacks en wordt er makkelijk tussen personages gewisseld. Er is ook geen scherpe scheiding tussen fictie en non-fictie.
Eigen mening
‘Dit zijn de namen’ is niet het soort boek waar ik normaal voor kies. Ik vind dat het lezen van een boek toch voor het grootste deel een ontspanning moet zijn. Met dit in gedachte kies ik dan ook vaak voor de luchtigere romans. Toch vind ik het ook leuk om iets zwaardere boeken te lezen, boeken die geen doorsnee verhaal vertellen maar iets verder gaan. Daarom vond ik het ook leuk om ‘Dit zijn de namen te lezen’. Het is spannend, zet je aan het denken en geeft je ook echt een beeld bij de verschillende situaties. Zo zag ik tijdens het lezen ook echt de vluchtelingen voor me die door de steppe trekken en iedere dag probeerde te overleven.
Ik vond het boek ook erg interessant omdat we net erg veel over het Joodse volk en Israël hadden geleerd bij geschiedenis en deze kennis leefde door het boek iets meer.
Verder vond ik het mooi dat Wieringa af en toe citaten in het boek verwerkt. Je realiseert je dat deze geschriften tijdloos zijn en aan bijna iedere tijd en situatie kunnen worden gekoppeld.
Tommy Wieringa heeft op een originele manier mijn aandacht weten vast te houden. Hij gebruikte de flashbacks en flash forward op een slimme manier zodat je helemaal in het verhaal zat.
Kortom, ‘Dit zijn de namen’ is een boek waarbij je af en toe je neus ophaalt en een keer extra slikt maar het is ook een boek dat een origineel en mooi verhaal verteld.
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
slecht
9 jaar geleden
Antwoorden