A. Verwachtingen en eerste reactie
Daar had ik er weer een liggen. Het laatste boek, en weer van voor 1880. Eigenlijk had ik er al helemaal geen zin meer in omdat ik me al door Gijsbrecht van den Aemstel en Snikken en Grimlachjes had heengeworsteld. Maar helaas, ik moest er drie lezen. Moedig begon ik en constateerde dat het eigenlijk nogal meeviel. De letters waren wel klein maar de zinnen niet zo onbegrijpelijk als in Gijsbrecht. Tot dusver was mijn reactie dus goed. Ik vond het alleen wel jammer dat de eerste 20 pagina’s helemaal niet interessant waren, wat verhaal betreft zeg maar. Maar, toen ik daar doorheen was, gebeurden er een aantal leuke dingen en was ik best tevreden over het boek waar ik eerst zo ‘bang’ voor was.
B. Samenvatting en analyse
Het verhaal begint als Mabelia Graswinckel met haar verloofde Antony Hogenhoeck een bruiloft bezoeken. Daar komen ze voor het eerst in contact met de (verstoten) edelman Juliaan van Egmond, die bekend staat als armoedzaaier. Hij en Mabelia kunnen het goed met elkaar vinden, tot ergernis van Antony. Later wordt Juliaan voor diefstal opgepakt, tot een onbekende zijn boete betaald. Deze vraagt hem, of hij, voor een heleboel geld, zijn vroegere broer wil helpen Prins Maurits te vermoorden.
Het is namelijk zo, Juliaan, die vroeger niet mee wilde doen aan de snode plannen van zijn vader, is verstoten en zijn plaats is vervangen door (de als twee druppels water op Juliaan lijkende) Armand, die de prins wil vermoorden om aan de macht te komen.
Juliaan weigert, smijt een vermogen aan geld in het water, en vlucht naar ‘zijn’ soldeniers. In een ongelukkige ruzie met zijn vriend Bastiaan steekt hij hem neer. Iedereen vlucht en ook Juliaan, die ondertussen overmand wordt door spijt, berouw en schaamte. Erbij lopend als een armoedzaaier, probeert hij ‘de hand aan zichzelf te leggen’, maar dat wordt verhinderd als de wonderdokter Jacob Jans. het verhaal inkomt. Hij neemt Juliaan mee naar zijn huis, waar hij hem verzorgt en weer op krachten laat komen. Hij vertelt hier het hele verhaal aan de dokter, die blijkt vroeger heel erg verliefd te zijn op Juliaans moeder, Machteld van Egmond.
Jacob Jans. verzorgt Juliaan als zijn zoon.
Op een morgen, als de dokter naar zijn patiënten is, gaat Juliaan de stad in om de prins te redden. Daar wordt hij, door een list van zijn broer, opgepakt en in de gevangenis gestopt.
Het gaat helemaal niet goed met hem en uit berouw besluit hij alleen nog maar God te volgen en nauwelijks nog te eten. Mabelia, waar hij helemaal weg van is, komt een aantal keer langs en de wonderdokter zorgt ervoor dat het ‘Armand’ verhaal aan het licht komt. Zo krijgt hij Juliaan vrij en kan deze naar de prins gaan om alles recht te zetten.
Uiteindelijk krijgt deze toch nog de stand die hij behoort, een geschenk van de prins en Mabelia als zijn vrouw.
Motieven
Een aantal dingen die ik vaak terugzag in het verhaal zijn:
• God, deze wordt vaak aangeroepen in gebeden, uitroepen en bedankt,
• Kleding, ik vond dat Bosboom-Toussaint het vaak over de kleding hadden die de mensen droegen, waarschijnlijk omdat dat toen je rang en stand aangaf.
• De man/vrouw verhouding. Hier zie je duidelijk dat vrouwen als zwakker werden aangezien: De meisjes, nog onder de indruk van de schrik en zenuwachtig snikkend of schreiend, waren niet in staat te voet huiswaarts te keren. De jongelieden daarentegen, zagen er tegenop.
Personages
De hoofdpersoon uit het verhaal is natuurlijk Jonker Juliaan. Verstoten door zijn vader leidt hij een losbandig leventje met een handjevol soldeniers. Het is een goed mens maar aan lagerwal geraakt door het verlies van zijn stand.
Daarna speelt Jacob Jans., alias Boot, alias dokter Graswinckel een hele grote rol. Hij is altijd kalm en zachtmoedig en verstandig.
Mabelia is het ‘liefje’ van Juliaan, een lieve boerendochter, de nicht van Dokter Graswinckel.
Armand, halfbroer van Juliaan en oogappeltje van hun vader. Hij was ooit wel bereid zijn snode plannen uit te voeren en voelt zich verheven boven Juliaan. Daarom is hij er in het hele verhaal op uit om hem (voorgoed) achter de tralies te krijgen
Bastiaan, vriend van Juliaan, samen hebben zij geholpen Den Briel in te nemen en hij een ‘fan’ van de Bijbel. Hierover krijgt hij ook een meningsverschil met Juliaan, wat uitmond in een gevecht wat Bastiaan ter nauwernood overleefd.
Schout Gerrit Groot, jeugdvriend van Jacob Jans. Werkt nu als Schout en waakte erover dat Juliaan niet zomaar uit de gevangenis kon. Een rechtvaardig man maar wel altijd uit op geld.
Ruimte Het verhaal speelt zich, zoals de titel al zegt, af in het Delft van ongeveer 1550 tot 1650.
Stijl De stijl is, je raadt het al, nogal oud Hollands. Er komt veel gij in voor en rare uitroepen als; Eilieve! Ontstel u niet vrouwke! Verschoon mij, Achtbare Heer! Ook kwam het nogal raar over toen een Mabelia ten Juliaan zei: “Ik ben ook ongesteld geweest, zowel als gij”, waar zij bedoelde ook ziek te zijn geweest… Het is wel handig dat er een aantal voetnoten zijn waardoor je de tekst makkelijker kunt begrijpen.
Titelverklaring De titel is duidelijk te verklaren, hiermee wordt Jacob Jans. bedoeld. Hij wordt over het algemeen als wonderdokter gezien omdat hij ooit zelf op wonderbaarlijke wijze uit de dood is ‘genezen’ en ook Juliaan, die 2 keer erg ziek is er boven op kan helpen. Ook denk ik dat hij naast zijn geneesheerschap ook een wonderbaarlijk man is doordat hij altijd zijn kalmte kan bewaren en rechtvaardig alles gedaan kan krijgen.
C. Eigen mening
Al met al vond ik de Delftsche Wonderdokter toch wel een leuk boek. Natuurlijk heeft het zo zijn 19e eeuwse trekjes qua stijl en verhaal maar het is best humoristisch en leuk geschreven. Dus, als je nog een ‘van voor 1880’ boek voor je lijst moet lezen is dit een aanrader, niet alleen omdat hij leesbaar is, maar ook omdat de wonderen de wereld nog niet uit zijn…
REACTIES
1 seconde geleden