Alles over Tristan door Tommy Wieringa

Beoordeling 7.8
Foto van Cees
Boekcover Alles over Tristan
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3219 woorden
  • 10 maart 2005
  • 103 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
103 keer beoordeeld

Boekcover Alles over Tristan
Shadow

Bijna twintig jaar na de dood van de jonge, visionaire dichter Viktor Tristan is er ondanks zijn voortdurende populariteit nog altijd geen biografie over hem. Jakob Keller, universitair docent en bewonderaar van Tristan, neemt de taak op zich het weinige wat over de dichter bekend is aaneen te smeden tot een waardig monument. In de havenstad Mercedal zoekt hij contact…

Bijna twintig jaar na de dood van de jonge, visionaire dichter Viktor Tristan is er ondanks zijn voortdurende populariteit nog altijd geen biografie over hem. Jakob Keller, univers…

Bijna twintig jaar na de dood van de jonge, visionaire dichter Viktor Tristan is er ondanks zijn voortdurende populariteit nog altijd geen biografie over hem. Jakob Keller, universitair docent en bewonderaar van Tristan, neemt de taak op zich het weinige wat over de dichter bekend is aaneen te smeden tot een waardig monument. In de havenstad Mercedal zoekt hij contact met Tristans vroegere vrienden, die hun dagen slijten op het terras van café Colonial. Maar bijna niemand blijkt openhartig te willen praten over wat zich destijds heeft afgespeeld.
De briljante dichter blijft de biograaf ontglippen; hoe meer Jakob Keller ontdekt over diens leven, hoe vaster hij zelf ingesponnen raakt in Tristans web van oude leugens en geheimen. En wanneer Keller uiteindelijk zijn moeizame zoektocht voltooit, zal ook zijn eigen leven nooit meer hetzelfde zijn. 
Alles over Tristan is een meeslepende vertelling over de menselijke zucht naar mythes en de behoefte die te ontrafelen.

Alles over Tristan door Tommy Wieringa
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Tommy Wieringa – Alles over Tristan (2002)

Gebruikte editie
Alles over Tristan verscheen in 2002 bij de Bezige Bij te Amsterdam. Gebruikt werd de editie die daarna uitkwam in serie Schrijvers van Nu van de Nederlandse Boekenclub /ECI. (november 2002) De afbeelding op de voorkant van deze uitgave laat een vrouw zien zonder afgebeeld hoofd die een boek leest. De roman telt 160 bladzijden.

Verhaalopbouw
De roman wordt verteld in 32 ongetitelde en ongenummerde hoofdstukken. De hoofdstukken zijn allemaal kort. Het verhaal wordt eigenlijk chronologisch verteld met af en toe wat tijdverdichting en een enkele kleine flashbacks (bezoek van Keller aan de weduwe van zijn leermeester Reyer). De verteltijd is kort. Door de mooie, ruime bladspiegel kan de roman in 2 uur worden gelezen.

Genre
“Alles over Tristan” is een psychologische roman.

Motto
Ik heb hem overal gezocht, de dichter
Ik geloof dat ik hem gevonden heb.

Het is een heel toepasselijk motto voor de roman, omdat Jakob Keller alle informatie over de dichter Viktor Tristan te weten wil komen en hij aan het einde van de roman achter de waarheid lijkt te zijn gekomen. Hij heeft de dichter gezocht en gelooft dat hij hem gevonden heeft, als is de waarheid een andere dan hij aan het begin van zijn zoektocht had gedacht.

Titelverklaring
Jacob Keller wil als biograaf van de dichter Viktor Tristan alle informatie over zijn leven en zijn werk achterhalen om daarmee het levenswerk van zijn docent Reyer af te maken. Op blz. 75 wordt de titel twee keer letterlijk genoemd als Keller in zijn gesprek met notaris Fortis aangeeft wat hij zoekt en de notaris zijn antwoord letterlijk aanhaalt. Keller komt door zijn speurzin inderdaad achter de naakte waarheid.

Tijd en plaats en naamgeving
Hoewel Jakob Keller een literatuurwetenschapper is en als biograaf vooral ook op feiten is aangewezen, valt in deze roman niet goed te bepalen in welk jaar en op welke plaats de roman zich afspeelt. Het zou eenvoudig geweest zijn Viktor aan het begin van de roman, wanneer beschreven wordt hoe zijn naamgeving tot stand is gekomen, een geboortedatum en plaats mee te geven. Maar nee, ongeveer twintig jaar na zijn raadselachtige dood gaat Keller in de woonplaats van Tristan op zoek naar diens verleden. Genoemd worden de havenplaats Mercedal en het eiland Lago waar hij gestorven is . Zoektermen die op Google geen resultaat opleveren. Lago is wel ver verwijderd van Mercedal, want aan het einde van de roman vertelt Keller dat de lichamen van broer en zus beiden op een berg begraven zijn, maar wel duizenden kilometers van elkaar liggen. De bootreis naar Lago duurt dan ook ongeveer een week.
Wieringa beschrijft op deze wijze als het ware een wereld die wel veel lijkt op de onze, maar niet met plaats en tijd te situeren is, waardoor er iets van een mythe blijft hangen om het leven van de ook al niet echt bestaande dichter Viktor Tristan.
In de naamgeving in de roman zitten Keltische elementen. De naam Tristan ( vgl. de sage van Tristan en Isolde: het liefdespaar dat elkaar niet kon krijgen) heeft een Keltische achtergrond. Ook hier is sprake van een verboden liefde: Tristan met zijn zus Inés. Haar doopnaam was Lucia. Op blz. 78 geeft notaris Fortes aan dat ze een sprankelende vrouw was. Ze was licht, beweert hij. Lucia betekent licht .Mercedal lijkt heel erg op Perceval, ook een naam uit de mythen en de sagen. Mariam is bovendien de legendarische vrouw van Koning Herodus uit de Bijbel. Jakob is ook een Bijbelse naam en Isaiah is een verbastering van Jesaja, de profeet uit het Oude Testament.
Wieringa heeft met zijn namen iets mythisch willen meegeven aan zijn personages.

Thematiek
Er zijn enkele thema’s in de roman te vinden. Allereerst is er de zoektocht naar de waarheid achter de dichter Tristan. Jakob Keller heeft de eervolle opdracht gekregen een biografie te schrijven over deze zo jong en onder raadselachtige omstandigheden gestorven poëet. Door zijn speurwerk komt hij achter een schrijnende werkelijkheid, die hem bovendien ook nog door een toeval persoonlijk zal treffen. De zoektocht naar de waarheid is natuurlijk verbonden aan het queestemotief. (een oud literair motief, zelfs voorkomen in de Klassieke Oudheid en de Middeleeuwse literatuur) Een queeste heeft meestal drie kenmerken.: de start en het einde van de zoektocht zijn op dezelfde plaats, de hoofdfiguur ontmoet allerlei moeilijkheid op voor hem vreemd terrein en als laatste, hij brengt de opdracht die hij moet vervullen, meestal tot een goed einde. Daarom geldt dit motief zeer zeker voor deze roman.
Op het moment dat Jakob Keller achter de waarheid komt, doemt meteen de vraag op of een biograaf de werkelijkheid mag aanpassen, omdat de waarheid voor hem persoonlijke gevolgen zal hebben. Een wetenschappelijke vraag. Hoewel hij zelf het besluit heeft genomen om de werkelijkheid rondom Tristan en zijn zus niet openbaar te maken en daarmee zijn geliefde Mariam te beschermen, neemt een andere student (Edgar Cairo) de beslissing die waarheid wel openbaar te maken. De gewetensvraag waarvoor de biograaf zich gesteld ziet. is meteen het tweede thema van deze kleine roman. Een derde thema, dat vaker voorkomt bij Wieringa, o.a. bij zijn allernieuwste roman Joe Speedboot van januari 2005, is dat van de desillusie. Keller heeft zich ten doel gesteld de waarheid te achterhalen, maar als hij achter de volledige waarheid komt, beseft hij dat zijn werk volkomen zinloos geworden is. Voeg daarbij het feit dat zijn geliefde Mariam die hij wilde sparen door geen onthullingen te doen, spoorloos verdwenen is en de desillusie is compleet. In dit opzicht zijn overeenkomsten te trekken met het werk van W.F. Hermans. In “Nooit meer slapen” maakt Alfred Issendorf ook een tocht naar een wetenschappelijke waarheid, maar net als bij Keller wordt hem essentiële informatie onthouden, waardoor al vanaf het begin de tocht tot mislukken gedoemd is. Aan het einde van de roman is het werk van Alfred Issendorf vrijwel net zo zinloos geweest als dat van Jakob Keller.
Wieringa ondersteunt de thema’s van de roman door een aantal bekende literair-historische motieven te gebruiken:
- de incestrelatie tussen Viktor en Inés: een verboden broer-zusrelatie die de megalomane Viktor goedpraat door naar het Egyptische faraodom te verwijzen
- het escapisme waaraan ze beiden gehoor geven: Inés vlucht als zuster Hildegard het klooster in en Viktor vertrekt naar het eiland Lago om zijn laatste jaren als koffieplanter verder te leven
- de verliefdheid van de verteller voor de dochter van Viktor en Inés, Mariam
- het verraad dat o.a. Edgar Cairo pleegt door de informatie over Mariam naar buiten te brengen in een krantenartikel
- de homoseksualiteit van Alessio Tristan, die zich door zijn geilheid laat verleiden door Edgar om de waarheid over zijn neef en nicht te onthullen
- de jaloezie van de andere dichters (tijdgenoten van Viktor) die vinden dat Viktor eigenlijk helemaal niet zo’n goede dichter was
- de mystificatie van de dichtbundels, want de twee goede bundels met gedichten blijken waarschijnlijk niet door Tristan maar door Inés geschreven te zijn
- de leugens en het bedrag dat systematisch gegroeid zijn om de waarheid te verdoezelen

Samenvatting van de inhoud
In het eerste hoofdstuk wordt de naamgeving van Viktor Anselm Tristan verklaard. Hij wordt naar zijn grootvader genoemd. Een sterke naam, vindt de gynaecoloog. Twee jaar later wordt zijn zusje Inés geboren.(doopnaam Lucia) Viktor is de eerste jaren een voorbeeldige leerling op het gymnasium, maar krijgt daarna nogal wat kuren: hij gaat zich flink afzetten tegen de docenten. Jakob Keller, een 31-jarige literatuurwetenschapper, heeft de opdracht gekregen zeventien jaar na de dood van Viktor Tristan een biografie te schrijven . Daarnaast moet er een wetenschappelijke editie van zijn dichtwerk en een standbeeld op het Zes Oktoberplein komen.
Keller reist af naar de havenplaats Mercedal, waar Tristan geboren is. Hij laat eerst een horoscoop trekken van de geboortedatum 2 januari 19.. 04.52 uur te Mercedal. Hieruit blijkt dat Tristan voorbestemd is voortgedreven te worden: een soort wandelende jood. Hij zou op latere leeftijd de sociale positie van het gezin in gevaar brengen (vooruitwijzing!). En hij zal voortdurend pogen zich te verenigen met het vrouwelijke: het verloren paradijs.
Even komt er een kleine flashback in het verhaal, wanneer Keller het bezoek aan de weduwe van zijn leermeester professor Reyer (ook al een Tristankenner) beschrijft. Ze was woedend geworden over de geringe erkenning van zijn werk op de universiteit en vertelt dat ze alle informatie over Tristan verbrand heeft.

In Mercedal moet Keller werk doen in de universiteitsbibliotheek: hij ziet er een zeer aantrekkelijke bibliothecaresse, maar durft haar niet aan te spreken omdat hij nogal verlegen is. Ze geeft hem op een dag een briefje van professor Wertheim, die hem een student aanbeveelt die hem kan helpen bij het onderzoek naar Tristan. Deze student heet Edgar Cairo en is 21 jaar. Hij kent een nog overgebleven familielid, Alessio Tristan, een oude nicht die vaak in een café zit. Edgar brengt hem in contact met hem en met een notaris Nathan Fortes en met een andere dichter. Staande naast de pisbak zoekt Jakob contact met Alessio, die eerst nogal wantrouwig reageert. Hij is wel gek op taartjes en zo raken ze toch aan de praat. Hij vond Tristan eigenlijk maar een huftertje en geeft een voorbeeld van een situatie waarbij Tristan zich zelf in gevaar brengt, wanneer hij op het randje van een hoge rots gaat staan en bijna naar beneden dreigt te storten. Altijd was hij op zoek naar uitersten. Ook vertelt hij van de zeer goede band die Tristan en zijn zusje Inés hebben. Hij heeft echter geen medelijden met Tristan, want hij had geen hart.

Niet lang daarna heeft Keller in café De Colonial weer een gesprek met Alessio, maar nu zijn Fortes en de dichter Faktor er ook bij. De laatste is zeer cynisch over de kwaliteiten van de gedichten van Tristan. Eigenlijk zijn er maar twee mooie bundels met gedichten en de rest is knoeiwerk. Er zijn alleen steeds mystificaties in het leven rondom de jonge dichter geweest, waardoor hij zoveel aandacht heeft gekregen.

In de botanische tuin van de universiteit zit Keller enkele dagen later te studeren als de knappe bibliothecaresse opduikt. Ze heet Mariam en ze spreken met elkaar over zijn zoektocht . Aan het einde van het gesprek nodigt hij haar uit voor een etentje. Hij doet dat in de mensa van de universiteit en laat haar ook nog de helft van het eten betalen. Edgar Cairo lacht hem de volgende dag daarom hartelijk uit: wat een man van de wereld. Je moet haar in de watten leggen,is zijn advies. De jongen is er bovendien achter gekomen dat Inés Tristan in een klooster zeventien jaar geleden is overleden.

Keller ontmoet notaris Fortes die hem veel zou kunnen vertellen over de familie van Tristan, maar deze weigert wat te onthullen. Hij laat alleen los dat Inés een sprankelende vrouw was. Ze gaf licht. (Haar doopnaam was bovendien Lucia, wat licht betekent) Die woorden wekken de belangstelling van Keller en hij gaat na een lange busreis naar het klooster waar Inés heeft gezeten. Hij krijgt nog niet voldoende informatie omdat de abdis afwezig is. De kloosterzuster die hem helpt, zal vragen of de abdis naar haar terugkomst contact wil opnemen. Ze is er niet zeker van of Inés inderdaad daar gezeten heeft, omdat nonnen bij intrede een andere naam krijgen.

In Mercedal onthult Eduard hem dat Mariam de dochter van notaris Fortes is. Opnieuw spreken Mariam en Jakob af. Ze eten nu bij haar thuis: het eten is Italiaans: pasta, tiramisu en de likeur sambuca toe. Hij blijft bij haar slapen en ineens is de vonk overgeslagen. Hij is heel erg verliefd. Hij vraagt zich wel af waarom ze haar vorige relatie heeft verbroken en ze onthult hem dat ze onvruchtbaar is. Het is even een schok, maar de verliefdheid is er niet minder om. Wanneer hij naar zijn pension terugkeert, heeft de post een brief bezorgd. De abdis schrijft dat Inés als zuster Hildegard inderdaad in het klooster is geweest. Toen ze binnenkwam, was ze zwanger van een kind. Dat levert een nieuwe schok op voor Keller.
Hij gaat voor een tweede afspraak naar Fortes en legt de informatie over Inés voor. Fortes wil er liever het zwijgen toe doen, maar als hij zich verspreekt en zegt dat het kind een meisje was, zet Keller hem klem. Overigens duurt dat maar even, want Fortes is ook slim. Hij biedt aan de waarheid te vertellen op voorwaarde dat Keller die informatie niet gebruikt. Een moeilijk dilemma voor een biograaf: iets weten en het niet mogen publiceren. Ook zijn leermeester Reyer was zo ver in het onderzoek gekomen en Keller begrijpt dat Fortes aan Reyer dezelfde voorwaarde heft gesteld. Dan hoort hij tot zijn grote verbazing dat Inés en Viktor samen een kind hadden gekregen en dat er dus sprake is van een incestrelatie. Volgende schok. Fortes vraagt daarna of zijn liefde voor Mariam echt is en vraagt hem ook die liefde op te geven. Waarom? vraagt Keller. Dan hoort hij dat Mariam de dochter is uit de verboden relatie tussen Inés en Tristan en dat Fortes en zijn vrouw Mariam als hun kind hebben erkend. Inés wilde de verboden relatie beëindigen en begreep dat dit alleen kon wanneer ze uit de buurt van Tristan was, daarom was ze het klooster ingegaan.
Wat kan Keller met de informatie doen?
Hij vertelt bij terugkomst aan Cairo van het kind, maar ook dat het overleden is. Keller maakt de reis naar het eiland Lago, waar Tristan ruim zeventien jaar geleden een raadselachtige dood is gestorven. Hij duikt in registers van kranten en ziet o.a. een overlijdensbericht van Tristan. Via via komt hij terecht bij een oude werknemer van Tristan die geweldige verhalen vertelt over de manier waarop ze de plantage met koffiebonen hadden gerund. Maar Tristan zocht altijd het gevaar op en na een aardbeving en aardverschuiving was er nooit meer iets van hem vernomen. De oude Isaiah Montute had ooit op de berg waar Tristan het leven heeft gelaten een houten herdenkingskruis geplaatst. Tristan was altijd goed voor hem geweest. Op een van zijn laatste dagen op het eiland Lago maakt Jakob de moeilijke tocht naar boven op de berg en ziet inderdaad het houten kruis. Op dat moment weet Keller bijna zeker dat hij de wereld alles zal vertellen over Tristan, maar wel op een wijze waarop Mariam veilig zal zijn.

Maar bij terugkomst blijkt dat diezelfde Mariam spoorloos verdwenen is. Ze is gewoon van de aardbodem verdwenen. De oorzaak daarvan ligt in een krantenartikel dat Cairo heeft gepubliceerd. Het lijkt er natuurlijk op dat Keller zijn mond voorbij gepraat heeft, maar dat is toch niet zo, want Keller zet Cairo flink onder druk en deze vertelt dat hij de informatie heeft losgepeuterd uit Alessio en hij suggereert dat dit in ruil voor seks is geweest: Alessio was immers homofiel en kon de verleiding door de mooie Eduard niet weerstaan. Keller noemt Eduard een rat. Eduard zegt dat hij hem in feite geholpen heeft, want door zijn belofte aan Fortes kon hij die informatie over Mariam niet gebruiken: een wetenschapper die voor privé-doeleinden informatie verzwijgt deugt niet . Nu zou hij het krantenartikel wel kunnen gebruiken voor zijn biografie.

Er rest Keller nog één een ding te vertellen: hij gaat opnieuw naar het klooster waar Inés gestorven is. Hij is er niet meer zo welkom als de eerste keer vanwege de publicatie in de krant. Hij krijgt ook het graf te zien van Inés: ook op een berg en ook alleen maar een eenvoudig houten kruis. Daarmee waren Viktor en Inés toch aan elkaar verbonden, zij het over duizenden kilometers afstand. Keller wil tot rust komen in het klooster en vraagt om enkele dagen onderdak. Als hij van de zang van de kloosterzusters geniet, merkt hij op hoe fraai de verzen zijn die ze zingen. Het zijn net gedichten: prachtig van stijl, woordkeus en beeldspraak. Dan vertelt de abdis dat Inés/Hildegard na een tijdje in het klooster te hebben gezeten had gevraagd in grote afzondering verder te willen leven en dat die isolatie werd goed gemaakt door het maken van mooie verzen. Keller heeft ineens alles door: de twee eerste bundels die Viktor zo beroemd hebben gemaakt, zijn helemaal niet van zijn hand. Die zijn door Inés geschreven. Stijlonderzoek zou dat kunnen bewijzen. Hij kon weer helemaal van vooraf aan beginnen: zijn hele onderzoek was waardeloos geweest. Hij krijgt het besef dat iedereen in het Circus Tristan een bepaalde rol had gespeeld: allen kregen een verdrietig einde. Mariam en hij als laatsten: zij was er, hij was er, maar ze kregen elkaar niet. Hij neemt zich voor geen biografie te schrijven en te zwijgen over zijn laatste inzicht. De wereld mocht haar mythe houden. Keller heeft genoeg gezien.

Prijzen en recensies
In het algemeen werd de derde roman van Wieringa lovend in de pers ontvangen: men prees de plotselinge wendingen in het verhaal, waardoor de lezer steeds op een ander been wordt gezet. Ook de fraaie stijl, de zorgvuldige woordkeus en de treffende beeldspraak lijken kenmerkend voor de toch niet zo bekende auteur.
Tommy Wieringa ontving voor zijn roman Alles over Tristan (Bezige Bij, 2002) de Halewijnprijs 2002.. Hij zei daarover: \"Ik ben erg blij. Het is de eerste literaire prijs die mij ten deel valt.\" De prijs bestaat uit een geldbedrag en een sculptuur. De auteur vreest met grote vreze dat het een werkje van Kees Verkade betreft. Alles over Tristan is ook genomineerd geweest voor de longlist van de AKO Literatuurprijs 2002.

Informatie over de schrijver Wieringa
(Bron: eigen website: Tommy Wieringa, auteur
Tommy Wieringa (1967) debuteerde in 1995 met de roman Dormantique’s manco. Zijn tweede roman Amok verscheen in 1997. In april 2002 verscheen zijn derde roman Alles over Tristan bij De Bezige Bij. In de muziekgroep \'Donskoy\' experimenteerde hij met poëzie en muziek. In het voorjaar van 1998 verscheen van Donskoy de eerste en tevens laatste cd, \'Beatnik glorie\'. Voor de VPRO schreef hij het scenario voor de korte film \'Laatste wolf\', uit de serie \'Goede daden bij daglicht\'.
Wieringa is een veelgevraagd podiumspreker en kan zowel op kleine podia als in theaterzalen goed uit de voeten. Hij trad onder meer op tijdens de festivals Crossing Border, Winterschrift, Double Talk, De Nachten (Antwerpen) en Lowlands.
Hij werd net als Rutger Kopland, Marc Reugebrink, Hannie Rouweler geboren in het Twentse Goor. Hij studeerde geschiedenis te Groningen en later journalistiek te Utrecht. En hij heeft ondermeer als aanstekerverkoper en als lokettist bij de spoorwegen gewerkt. Met Arjan Witte was hij de oprichter en met Witte en Ruben van Gogh is hij redacteur van het tijdschrift \'Vrijstaat Austerlitz\'. Van \'Vrijstaat Austerlitz\' verschenen vier nummers op papier (1997-1999); het vijfse nummer is als internettijdschrift verschenen in 2001. Reisverhalen van zijn hand verschenen in onder andere \'De Volkskrant\' en \'Rails\'. Gedichten van zijn hand verschenen eerder in o.a. \'De Rottend Staal Nieuwsbrief\', Rottend Staal Online, \'De Opkamer\' en in enkele bloemlezingen. Hij schreef hoorspelen voor KRO-radio en publiceert een wekelijkse column in het dagblad \'Spits!\'. Ook schreef hij journalistieke artikelen voor \'Vrij Nederland\'.
In januari 2005 verscheen zijn opzienbarende roman “Joe Speedboot” een roman vooral over desillusie, waarin een gehandicapte jonge man verslag doet van zijn avonturen van een spectaculaire jongeman die het suffe dorp waarin hij woont als een Messias wakker wil schudden. Een prachtige roman om te lezen voor de literatuurlijst.

REACTIES

B.

B.

Geweldig Dankje!

13 jaar geleden

R.

R.

Dank u,
Mn leven weer gered door het internet ;)

13 jaar geleden

B.

B.

Heel mooi, bedankt.

13 jaar geleden

D.

D.

DANKJE! kan ik mn verslag makkelijk maken!

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Alles over Tristan door Tommy Wieringa"

Ook geschreven door Cees