Feitelijke gegevens
- 21e druk, 1962
- 185 pagina's
- Uitgeverij: Meulenhoff Amsterdam
Flaptekst
Een 19-jarige jongen is geobsedeerd door een litteken, dat hij in zijn jeugd door onachtzaamheid van zijn ouders heeft opgelopen. Het protestant-christelijke milieu waaruit hij afkomstig is, heeft een zwaar stempel op hem gedrukt, waarvan hij tevergeefs probeert los te komen. In het laatste jaar van de Duitse bezetting is hij weg van huis en doet wanhopige pogingen tot menselijk contact, hetgeen slechts resulteert in nog grotere eenzaamheid. Meesterlijke roman in een directe stijl, waarin Wolkers (1925-2007) op navrante en zeer eerlijke manier de onuitwisbare invloeden van het milieu beschrijft.
Eerste zin
Hartstikke naakt, alleen zo’n dingetje hier. Peter illustreerde zijn bewering door op de hoogte van zijn lichaam waar zich zijn geslacht moest bevinden, met zijn vingers en duim een beweging te maken alsof hij vogels, die tot aan zijn schoenen genaderd waren, behoedzaam voederde.Samenvatting
1 – Erik van Poelgeest loopt met zijn vriend Peter in de Breestraat in Leiden. Ze bekijken een gewaagde bioscoopreclame en daarna gaat Erik het postkantoor binnen waardoor hij per toeval ontkomt aan razzia. Peter wordt wel opgepakt. Onderweg naar zijn zolderkamertje komt hij langs de teken- en schilderacademie en besluit zich hier aan te melden als leerling. Hij wordt ontvangen door Van Grouw, een kunstschilder. Erik vertelt dat hij ondergedoken zit voor de arbeidsdienst en dat hij graag ’s middags en ’s ochtends wil komen schilderen omdat hij ’s morgens lampenkappen beschildert.
2 – Het beschilderen van lampenkappen doet Erik bij Jonkheer d’Ailleurs. Erik moet zeventiende-eeuwse zeeslagen op de lampenkappen schilderen, maar d’Ailleurs is eigenlijk nooit tevreden over het werk van Erik. Bij de familie d’Ailleurs zit ook een meisje ondergedoken, de joodse Elly. Elly voelt zich erg eenzaam en staat daarom de toenadering van de zestigjarige d’Ailleurs toe.
3 – Erik gaat naar de academie en treft daar een stilleven met een schedel aan. Er staat ook een schilderij bij en op dit schilderij heeft de schedel een paarsbruine vlek op de linkerslaap, precies zoals Erik dat heeft. Dit beangstigt Erik, maar hij besluit toch de ruimte verder te verkennen. Hij stuit hierbij op een bergruimte waar een gipsen tors van een Griekse Venus staat. Hij pakt het beeld op en voelt er een verbondenheid mee: eindelijk een vrouw voor wie hij zijn hoofd niet hoeft af te wenden. Hij raakt zo opgewonden dat hij een erectie krijgt.
4 – Erik bekijkt door het sleutelgat de werkruimte van Van Grouw en wordt hierbij betrapt door Van Grouw. Maar hij is niet boos; hij begrijpt Eriks nieuwsgierigheid. Aan de kleding die hij aan heeft, ziet hij dat Van Grouw een officier is van de W.A. en lid is van de NSB. Erik krijgt het hier benauwd van omdat hij dus bij hun kennismaking heeft gezegd dat hij ondergedoken zit.
5 – Erik verlaat de academie en ontmoet zijn moeder op straat. Zij komt hem iedere dag een pannetje eten in een luier (om het eten warm te houden) brengen. Dit moet stiekem gebeuren omdat Erik dus ondergedoken zit en het opvalt wanneer hij iedere dag eten gebracht krijgt. Erik denkt dat een oude kreupele man hem doorheeft, maar dit lijkt achteraf niet zo te zijn.
6 – Eenmaal op zijn zolderkamertje eet hij het eten uit het pannetje op. Daarna gaat hij Ans, zijn vriendinnetje, ophalen bij de boekenwinkel waar zij werkt. Hij neemt haar mee naar zijn kamer en dwingt haar met hem naar bed te gaan.
7 – De volgende ochtend gaat Erik weer naar zijn werk en heeft het tijdens het werk met Elly erover waarom ze is ondergedoken, maar hier wil ze het eigenlijk liever niet over hebben. Ondertussen zoekt Erik toenadering met voorzichtige aanrakingen. Elly kaatst de vraag terug naar Erik, maar hij heeft het liever ook niet over zijn verleden. Hij draait er een beetje omheen tot d’Ailleurs binnenkomt. Wanneer Elly even weg is, vraagt d’Ailleurs wat hij eigenlijk van Elly vindt en laat daarbij doorschemeren dat hij haar wel ziet zitten.
8 – Erik maakt kennis met De Spin, een man die ook op de academie schildert. De Spin nodigt hem uit om thuis zijn werk te komen bekijken. Erik ontmoet eerst zijn eigen moeder, die hem vertelt dat Frans, Eriks broer, ziek is. Daarna gaat Erik mee naar het huis van De Spin, waar hij samen met zijn doofstomme moeder woont. Het atelier van De Spin staat helemaal vol, vooral met lege flessen aan touwtjes die De Spin gebruikt als stilleven.
9 – Ans vertelt dat ze niet meer om mag gaan met Erik. Ze heeft namelijk aan de pastoor verteld wat er is gebeurd. Erik wil het uitpraten en neemt haar weer mee naar zijn kamer. Hij dwingt haar echter opnieuw om dingen te doen die ze niet wil.
10 – Erik heeft tijdens zijn werk een gesprek met Elly en d’Ailleurs over de Duitse bezetting. D’Ailleurs is van mening dat je je het best gedeisd kunt houden en dus niet, zoals Eriks broer Frans deed, je bemoeien met het verzet. Daarnaast vindt hij dat er met de meeste Duitsers niks mis is. Volgens Elly is het: ‘hoe meer moffen dood, hoe beter’. Wanneer Erik weggaat, ziet hij door het sleutelgat dat Elly bij d’Ailleurs op schoot gaat zitten en is daardoor jaloers.
11 – Erik en zijn moeder ontmoeten elkaar weer en ze vertelt hem dat Frans difterie heeft en dat het niet goed met hem gaat. Frans heeft in Groningen meegedaan aan een overval op een distributiekantoor en moest daarna onderduiken. In het gezin waarbij hij zat ondergedoken, is hij besmet met difterie. Wanneer hij zijn moeder gedag heeft gezegd gaat hij naar een boekwinkel om op te zoeken wat difterie precies inhoudt. Z’n vragen worden niet echt beantwoord, dus hij besluit bij De Spin langs te gaan. De Spin heeft een boek waar meer informatie over de ziekte in staat. Hij geeft Erik honderd gulden.
12 – De volgende ochtend gaat hij, nadat hij bij d’Ailleurs is geweest, naar het ziekenhuis. Omdat difterie zeer besmettelijk is mag hij hem alleen via het raam zien. Frans is er dan al zeer slecht aan toe: hij steekt nog wel z’n hand op maar daar is dan ook wel alles mee gezegd.
13 – Die avond gaat hij bij zijn ouders langs en dan krijgt hij te horen dat zijn broer is overleden. De begrafenisondernemer komt langs om de begrafenis te regelen, maar Erik heeft het idee dat het hem alleen om het geld te doen is dus hij verlaat het huis en gaat weer de stad in.
14 – Erik besluit bij Elly langs te gaan. D’Ailleurs is net de hond uit laten dus hij kan naar binnen glippen. De volgende ochtend wil hij het huis verlaten voordat d’Ailleurs wakker is en Elly zegt dat hij de wc door moet trekken zodat hij de deur niet hoort, maar wanneer hij de wc open doet zit d’Ailleurs daar. Erik neemt snel de benen en doet nog een briefje in de brievenbus dat hij de komende tijd niet komt werken omdat zijn broer is overleden.
15 – Ze gaan met het gezin kijken hoe Frans erbij ligt. Oma vindt hem er vredig bij liggen. Erik laat stiekem een lieveheersbeestje achter in de kist, zo heeft hij het gevoel dat zijn broer toch niet helemaal alleen is. Zijn zus vraagt hem bloemen te laten bezorgen bij hun ouders zodat zij denken dat Frans een vriendinnetje had.
16 – Erik koopt bloemen van het geld dat hij van De Spin heeft gekregen. Wanneer hij bij de academie komt, staat er een verhuiswagen voor de deur. Van Grouw gaat verhuizen en zegt dat Erik zo lang op de academie mag passen. Hij geeft hem een brief mee die hij aan De Spin moet geven. Erik gaat langs bij De Spin om de brief af te geven, maar daar aangekomen blijkt De Spin zichzelf op te hebben gehangen. Erik maakt de brief open en leest dat Van Grouw eigenlijk niet verhuisd is maar eerder hij gevlucht: hij verwacht in de problemen te komen wanneer de oorlog is afgelopen.
17 – Erik is samen met Elly en hij hoort haar uit over de band die zij met d’Ailleurs heeft. Daarnaast vertelt hij dat hij nu op de academie past en dat het eigenlijk een fascistenkliek was. Hier schrikt Elly erg van en wanneer hij haar mee vraagt, weigert ze. Erik denkt dat dit komt omdat ze gewoon bij d’Ailleurs wil blijven.
18 – Erik verwildert een beetje in zijn eenzame bestaan in de academie, tot Elly opeens op de stoep staat. Ze wil nu toch wel bij hem wonen, maar dit klikt niet goed omdat Erik al zo lang alleen is. Midden in de nacht gaat hij naar beneden om zichzelf weer te bevredigen middels het beeld van de Griekse Venus. Elly ziet dit door gaten in de vloer en walgt ervan. Ze krijgen ruzie en uit woede wurgt Erik Elly.
19 – De volgende dag luiden de klokken en hangt er een vlag uit: Nederland is bevrijd van de Duitse bezetting, maar Erik is helemaal niet blij. Dan staan er drie mannen voor zijn deur. Erik pakt zijn geweer en loopt naar het raam. Vervolgens wordt hij neergeschoten, in zijn gezicht.
Personages
Erik van Poelgeest
Erik van Poelgeest is het hoofdpersonage van het verhaal. Hij is achttien jaar en is ondergedoken voor de arbeidsdienst. Hij heeft een groot paars-bruin litteken waarmee hij vroeger veel gepest is en waardoor hij nu onzeker is. Hij tekent en schildert graag en lijkt een vrijzinnig type. Zo heeft hij niet veel op met het strenge geloof van zijn ouders en staat hij ook niet achter het gedachtegoed van de NSB.
Ans
Ans is Eriks vriendinnetje. Ze is heel gelovig en wil er alles aan doen dat Erik niet boos op haar wordt. Dat is ook de reden waarom ze met Erik naar bed gaat (en misschien ook wel lust?) maar daar heeft ze later spijt van en daarom gaat ze biechten. De pastoor maakt misbruik van haar goedgelovigheid door haar zelf ook seksueel te misbruiken.
Elly
Elly is een Joods meisje dat ondergedoken zit bij d’Ailleurs. Ze voelt zich erg eenzaam waardoor de toenaderingen van d’Ailleurs toestaat. Ook naar Erik stelt ze zich heel aanhankelijk op.
De Spin
De Spin is een kunstenaar die ook op de academie werkt. Hij is lid van de NSB en hangt dus het naziregime aan. Erik is erg van hem onder de indruk; hij lijkt bang voor hem en tegelijkertijd zoekt hij hem juist op. De Spin heeft vroeger zijn eigen hond, de enige vriend die hij ooit had, gedood omdat de hond weigerde te spreken. Uiteindelijk pleegt De Spin zelfmoord door zichzelf op te hangen. Erik vindt hem opgeknoopt wanneer hij de brief van Van Grouw komt afleveren.
Van Grouw
Van Grouw is eigenaar van de teken- en schilderacademie. Ook hij sympathiseert met de NSB en neemt aan het eind van de roman de benen wanneer het hem te heet onder de voeten wordt.
d'Ailleurs
d’Ailleurs is de werkgever van Erik, hij verkoopt beschilderde lampenkappen. Hij is eigenlijk nooit tevreden met het werk van Erik. Hij heeft een oogje op Elly.
Quotes
"Het was of zijn lichaam vol water stond tot aan de rand van zijn onderste oogleden. Toen hij knikte liep het eroverheen naar zijn mondhoeken. " Bladzijde 103
"Hij legde zijn hand op de borst van zijn broer maar trok hem geschrokken terug. Het was of het daar van vochtig karton was, of je er zo doorheen zou kunnen drukken." Bladzijde 145
Thematiek
Eenzaamheid en isolementVerschillende personages in dit verhaal kampen met eenzaamheid en zitten in een isolement. Allereerst natuurlijk Erik, die ondergedoken zit en vrijwel geen contact heeft met zijn familie. Wanneer hij in de academie gaat wonen, verliest hij vrijwel compleet het contact met de buitenwereld. Hij heeft het gevoel dat iedereen van wie hij houdt, sneuvelt, en denkt dat het daarom beter is geen contact met de buitenwereld te hebben: 'Er is niets aan te doen. Zodra ik iemand gevonden heb die iets voor me betekent gaat die dood. [...] Weer maar blij Elly, dat ik niet van je kan houden, anders ging je ook dood. Het staat op mijn gezicht te lezen dat ik overal ellende breng.' (p. 179) Ook Elly leeft in isolement doordat ze ondergedoken zit. Het enige menselijke contact dat ze heeft, namelijk met Erik en met d'Ailleurs, is gericht op seks. Maar ook De Spin lijkt gevangen in zijn eigen gedachten, waardoor hij zich uiteindelijk gedwongen voelt om zelfmoord te plegen.
Motieven
Tweede wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog is een motief in de roman, het verhaal speelt zich namelijk aan het eind van de Tweede Wereldoorlog af. Dit motief uit zich in het feit dat Erik en Elly ondergedoken zitten en dat er veel wordt gesproken over de Duitse bezetting. Het ene personage verzet zich hiertegen (Frans), het andere personage hangt juist het naziregime aan (Van Grouw, De Spin) en weer een ander personage wenst zich juist meer afzijdig te houden (d'Ailleurs). Door de oorlog hangt over de gehele roman een sfeer van dreiging, verval en eenzaamheid.
Geloof
Geloof speelt ook een belangrijke rol in het verhaal. De ouders van Erik zijn streng gelovig en dit zie je vooral terug in hoe zij omgaan met de dood van hun zoon. Vader zegt bijvoorbeeld, wanneer Eriks zus vraagt of ze niet kunnen bidden zodat Frans weer levend wordt: 'Ach kind, ik bid dag en nacht. Als God ons gebed niet verhoort moeten we berusten.' (p. 142) Erik legt zich minder snel bij Gods wil neer en je proeft in zijn gedachten meer twijfel: 'Het zijn tranen van God. Tranen die uit zijn ogen stromen omdat alles voorbijgaat. Als je het opvangt en je spuit het in, kan je nog een poos in leven blijven. Maar niet voor altijd. Alles is geschapen en gaat dood. Als God niet bestond zou de dood er ook niet zijn. Dan bestond alles altijd. Methusalem is duizend jaar geworden. Hij had bijna bewezen dat God niet bestaat. Hij ging de bergen in. Hij wandelde met God en was niet meer. God heeft hem eigenhandig in een ravijn gestort. Hij moest wel, uit zelfbehoud.' (p. 182)
Seksualiteit
Seksualiteit speelt een rol in de relatie tussen Erik en Ans, tussen Eric en Elly en tussen Elly en d'Ailleurs.
Dood
De dood als motief komt in deze roman vooral naar voor door de dood van Frans, Eriks broer. Deze gebeurtenis maakt enorm veel indruk op Erik. Wolkers heeft zelf zijn broer aan difterie verloren dus het gaat hier om een autobiografisch element. Daarnaast pleegt De Spin zelfmoord en zijn er natuurlijk de vele oorlogsslachtoffers.
Trivia
Wolkers heeft de roman in 1979 herschreven, naar aanleiding van de verfilming die datzelfde jaar uitkwam.
Titelverklaring
Er wordt verwezen naar de titel op pagina 36: ‘Vooral als mijn haar pas geknipt was en het gedeelte van het litteken bloot kwam dat eronder verborgen was, zag je het erg. Kort Amerikaans model, godverdomme.’ Erik kreeg vroeger dus een kort kapsel aangemeten om kosten te besparen, waardoor zijn litteken extra goed zichtbaar was. Hierdoor werd hij nog meer gepest. Het kapsel ‘kort Amerikaans’ is bekend uit de Tweede Wereldoorlog omdat veel Amerikaanse soldaten dit kapsel hadden.
Structuur & perspectief
De roman bestaat uit 19 genummerde hoofdstukken die elkaar chronologisch opvolgen. Het verhaal beslaat ongeveer een halfjaar, het begint namelijk in september 1944 en eindigt met de bevrijding (5 mei 1945). Het verhaal wordt redelijk continu verteld, er zit echter wel een groter gat tussen de eerste 17 hoofdstukken en de laatste twee hoofdstukken. Je merkt dit vooral aan dat Erik heeft verandering heeft doorgemaakt; hij heeft lange tijd niemand gezien en heeft eigenlijk alleen nog een emotionele band met de gipsen Venus.
Er is sprake van een personaal vertelperspectief; de verteller volgt namelijk continu het personage van Erik. Je leest over zijn handelingen en gedachten, en weet niet wat de overige personages denken.
Decor
Het decor speelt een grote rol in dit verhaal. Het verhaal speelt zich namelijk af tijdens de Tweede Wereldoorlog en dit is bepalend voor het gehele verhaal. Zo zitten Erik en Elly beiden ondergedoken en wordt er veel gesproken over het naziregime en wat de personages daarvan vinden. Het verhaal eindigt met de bezetting, maar Erik is dan inmiddels al zo beschadigd door het verlies van zijn broer en het angstige leven dat hij leidde, dat hij hier niet eens meer blij om is.
Het verhaal speelt zich af in Leiden, dit blijkt uit de straatnamen die worden genoemd. Ook wordt de tram naar Oegstgeest genoemd, een gemeente die grenst aan Leiden. De belangrijkste locaties zijn het zolderkamertje van Erik, de teken- en schilderacademie, bij d’Ailleurs thuis en bij De Spin thuis. Alle locaties worden redelijk nauwkeurig beschreven, maar de locatie die overduidelijk het uitgebreidst wordt beschreven, is het huis van De Spin. Het atelier wordt als volgt beschreven: ‘De kamer waar hij Erik binnenliet was koud en vochtig. […] Hoe kan hij hier werken, dacht hij. Hij heeft er een grot van gemaakt vol glinsterende stalagmieten. Erik keek naar de tafels vol flessen. Het waren gewone flessen die voor azijn of olie gediend hadden, maar met zekerheid was dat niet te zeggen want ze waren van hun etiketten ontdaan. Alle vier de tafels stonden er vol mee, er was zelfs geen plaats om iets neer te leggen. De halzen van de flessen waren met elkaar verbonden door middel van dunne witte touwtjes die op één punt bij elkaar kwamen, daar waar een gipsen beeldje van Napoleon op iedere tafel boven de flessen uitstak. […] Hij hoorde De Spin in het kamertje ernaast stommelen. Hij doet zijn naam eer aan, dacht hij. Hij spant een web als een verlengstuk van zijn zenuwen.’ (p. 70) De ruimte fungeert hier dus ook als karakterisering van het personage De Spin. Voor de overige ruimtebeschrijvingen geldt dat het vaak om kleine, donkere ruimtes gaat en dat Erik zich vaak bekeken voelt en daardoor constant op zijn hoede is.
Stijl
Kort Amerikaans is de debuutroman van Wolkers maar qua thematiek past de roman goed in de stijl wat betreft zijn latere werk. De expliciete seksscènes waarmee Wolkers zo beroemd en berucht is geworden, zijn in Kort Amerikaans ook aanwezig. Ook de thema’s dood en verval zijn duidelijk aanwezig. Dit alles wordt beschreven in een stijl die dan weer zeer direct is, en dan weer subtiele beeldspraak bevat. Een mooi voorbeeld hiervan is de volgende passage: ‘”Nee, niet meteen erin”, zei Elly. “Eerst even lekker tegen elkaar liggen. Je moet op je zij gaan liggen, zo ja, en ik ook. Nou voel ik helemaal dat fijne vachtje van je tegen mij aan. Ja, oja, heerlijk, streel mijn rug en m’n billen. Ja, ook ertussen, daar krijg ik rillingen van. Ze lachte zachtjes, kirrend. Vind je me niet heet? Ik ben zo heet weet je”. “Je bent een schatje”, zei Erik. “Die haren van je kriebelen zo fijn tegen mijn borsten. Mijn tepels zakken er helemaal in weg. Net knikkers die in een kokosmat getrapt zijn.” (p. 133)
Slotzin
Door de verbrijzelde ruit keek hij de man, die in elkaar dook en hem van uit zijn heup volschoot met lood, recht in het gezicht.Beoordeling
Kort Amerikaans is een spannend verhaal. Het gevoelsleven van een achttienjarige jongen wordt beschreven, zijn onzekerheden en verliefdheden. Daarnaast voel je constant de dreiging van de oorlog; Erik leidt een onzeker bestaan doordat hij ondergedoken zit. Dit ‘grotere’ verhaal wordt mooi verwerkt in het persoonlijke verhaal van Erik, zonder dat het er te dik bovenop ligt of dat het echt als een oorlogsroman leest. Door de korte hoofdstukken en de directe schrijfstijl leest het boek lekker makkelijk weg. Een aanrader dus!
Recensies
"Moraal en mentaliteit van de kunstenaar duiken op in zijn onvervreemdbare stijl. Die is direct, soms wat lomp, maar zeker niet ongeestig. " http://www.volkskrant.nl/...~a3858567/
"Slechte lezers zullen zich door deze agressieve humor wellicht laten provoceren en het boek geërgerd terzijde leggen; zij hebben de keerzijde, de oorsprong zelfs, van deze humor niet gezien: compassie, deernis, ook in dit verhaal (Serpentina's petticoat) telkens dóórbrekend." http://www.geocities.ws/s...kersk.html
"In Kort Amerikaans is de isolatie niet alleen zichtbaar geworden in een teken, zij is ook volkomener dan in de verhalen. Erik is niet alleen thuis uitgeworpen, hij staat buiten de gehele samenleving (hij is niet toevallig onderduiker aan wie het oorlogsgebeuren nagenoeg voorbijgaat). " http://www.dbnl.org/tekst...1_0026.php
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
Eric wordt in het boek geschreven met een C
8 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
oy m8, your mom
8 jaar geleden