De tolk van Java door Alfred Birney

Zeker Weten Goed
Foto van Cees
Boekcover De tolk van Java
Shadow
Zeker Weten Goed

Boekcover De tolk van Java
Shadow
De tolk van Java door Alfred Birney
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Feitelijke gegevens

  • 3e druk, 2016
  • 541 pagina's
  • Uitgeverij: De Geus

Flaptekst

Voor een Helmondse schoenmakersdochter, een Indische voormalige oorlogstolk en hun zoon – de verteller – bestaat er geen heden. Er is alleen een belast verleden: de jeugd van de moeder tijdens de Tweede Wereldoorlog in Brabant; de jeugd van de vader, die na de oorlog van Oost-Java naar Nederland vlucht; en de jeugd van de verteller die, geterroriseerd door zijn paranoïde vader, zijn tienerjaren op een internaat doorbrengt. Jarenlang zal hij zijn ouders achtervolgen met vragen over de oorlog, die ook hij als een zware last met zich meedraagt. Hun verhalen zijn spannend, hilarisch, gruwelijk, treurig en rauw. Hun onderlinge verhouding is afwijkend: ze zijn eerder tot elkaar veroordeeld dan dat ze een liefhebbende band hebben, met de herinnering als hun gezamenlijke vijand.

Eerste zin

Als jongeman zag mijn vader in Soerabaja de "vliegende sigaren" van de Japanse luchtmacht zijn ouderlijk huis bombarderen, hij zag Japanse soldaten burgers onthoofden, hij werd gemarteld wegens sabotage in dienst van het zogenaamde Vernielingskorps en in een ijzeren kist onder de brandende zon te smoren gelegd, ...( enz. enz. De eerste zin is namelijk anderhalve bladzijde lang).

Samenvatting

Er gebeurt in deze lijvige roman heel veel: er zijn veel kleine hoofdstukken met gedetailleerde ervaringen. Dat geldt speciaal voor deel IV waarin de vader heel gedetailleerd zijn gruwelijke memoires beschrijft. Dat kan in een boekverslag als dit niet allemaal beschreven worden. Daarom een samenvatting op hoofdlijnen. En dan is die nog lang genoeg.

Deel I Spekkoek (blz. 11-112)
De ik-verteller is zoon Alan Nolan die vertelt over het verleden van zijn vader. Na de oorlog in Indië is die vader naar Nederland teruggekeerd, bang omdat hij op een dodenlijst van Soekarno stond. Hij correspondeerde daarvóór al met een dik Helmonds meisje, maakte haar zwanger en trouwde met haar. Hij is niet thuis als zijn vrouw een tweeling baart (Alan en Philip) en is helemaal geen leuke vader. Hij slaat zijn vrouw en later ook zijn vijf kinderen. Zijn excuus is dat hij dan ineens een aanval van blinde haat over zich voelt komen (mata gelap).
Arto Nolan was een onwettig kind van een Chinese moeder en een Schotse vader die hem nooit had erkend en flink rondneukte in Indië. Hij groeit op met zijn ruwe broers op Java en die slaan hem ook vaak, omdat ze vinden dat je je later op die manier beter in het leven kunt handhaven. Arto heeft zijn memoires later bij terugkomt in Nederland op zijn Remington geramd. Hij werd in zijn jeugd kaalkop genoemd en hij had een leuke jeugd, totdat de Japanners in de Tweede Wereldoorlog Nederlands-Indië bezetten.

Deel II Samoerai (blz. 113-155)
Arto is nog maar een jongen van 15 als de Japanners Java bezetten en hij vecht met de inlanders mee tegen de wrede Japanse bezetters. Die martelen en folteren en gooien opstandelingen in het water als krokodillenvoer. Arto ziet wreedheden: een jongetje dat speelt, wordt een hand afgehakt. Mannen worden onthoofd en vrouwen verkracht of doen dienst als callgirl (de beruchte troostmeisjes). Arto kan echter ook zijn gewelddadige ei kwijt en hij doodt diverse verraders. Als hij een keer door de Japanners wordt opgepakt, koopt een oom hem vrij. Wanneer hij ziet dat Japanners een blonde vrouw onthoofden, neemt hij ook wraak op de daders. Hij verzamelt informatie door Japanse vliegers met drank uit te horen en speelt de informatie door aan de inlichtingendiensten. Ook op een andere manier pleegt hij verzet: hij moet fietsen maken in een Japanse fabriek, maar last de onderdelen zo slecht aan elkaar dat de soldaten door hun fiets zakken. Hij wordt verraden, opgepakt en gemarteld. Na de capitulatie van Japan (o.a. door de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki) richt de woede van de Indonesiërs zich op de Nederlandse kolonialen. Het is de beruchte Bersiapperiode waarin Arto Nolan vanaf het begin eigenlijk de zijde van de Nederlanders kiest en daardoor in conflict komt met de jongens met wie hij daarvóór tegen de Japanners vocht.

Deel III Spekkoek (blz. 157-277)
Bij terugkomst in Nederland is Arto heel wreed tegen zijn zoons die hij vaak mishandelt en slaat met een kabel. Hij heeft dan weer last van zijn blinde woede die ineens opduikt. Hij brengt de nachten door, rammend op zijn Remington. Later wordt duidelijk dat hij op die momenten zijn memoires uit Indië heeft getypt. Alan haatte zijn vader tot op het bot. Zijn vader bewaart ook heel fanatiek een Indische gevechtsdolk (zie deel 4). Als hij weer eens heeft uitgehaald worden de kinderen in diverse internaten ondergebracht.
Vader mag hen in het begin nauwelijks bezoeken, maar hij wil dat wel en hij vecht jarenlange strijd tegen de instanties. Daarentegen komt de moeder maar weinig langs. Ze heeft een nieuwe minnaar (ome Willem). De verteller mag een keer drie weken naar een gastgezin in Drenthe om de zomervakantie door te brengen. Het is er saai en gek genoeg verlangt hij naar zijn internaat. Als hij daar weer wat uithaalt, wordt hij naar een streng strafkamp in Arnhem gestuurd, waar hij het heel zwaar heeft en tussen criminele pubers zit. Later keert hij weer terug naar zijn internaat, maar ook hij doet dan dingen die niet door de beugel kunnen. Als hij in een isoleercel zit, krijgt hij 's nachts bezoek van een begeleidster en ze hebben een seksuele relatie totdat de leidster verdwijnt. 
Daarna mag hij uit het internaat, en hij keert terug naar zijn vader die hem verwijtend vraagt: "waarom heb je mij ooit verlaten?" Het contact blijft slecht en zijn vader geeft hem weinig geld om rond te komen. Dan zoekt Alan contact met ome Willem, de minnaar van zijn moeder, die wel aardig tegen hem is. Van Ome Willem krijgt hij de boeken van zijn vader die hij over Indonesië heeft geschreven. Hij leest ze en is verbijsterd door de gruwelijkheden die hij te lezen krijgt. Hij doet later de boeken van zijn vader bij hem door de brievenbus.

Deel IV De tolk van Soerabaja (blz. 279-473)
Arto Nolan ziet na de bevrijding de haat van de Indonesiërs, eerst tegen de Japanners maar later ook tegen de Nederlanders. Indonesië wil onafhankelijkheid en de Bersiapperiode breekt aan. Merdeka (Vrij) is het toverwoord. Hij ziet verschrikkelijke lynchpartijen en zijn Indonesische vrienden waarschuwen hem dat hij niet de kant van de Nederlanders moet kiezen. Ze vragen hem aan de zijde van de opstandelingen te vechten. Maar Groot-Brittannië krijgt na de oorlog de mondiale taak orde op zaken te stellen. Arto zal hun kant kiezen. Hij weet dat Engelsen opstomen naar Soerabaja. Van zijn oom krijgt hij een giftige en vervloekte dolk waarmee hij al mensen doodt. Hij meldt zich als tolk aan bij de Engelse legerleiding. Hij raakt ook in contact met vooraanstaande Nederlanders op Java. Eén daarvan wil hem graag koppelen aan zijn mooie dochter Truusje, maar Arto voelt daar niets voor. Hij wil geen seks met haar en laat haar in de steek.
Hij meldt zich aan bij het onderdeel mariniers. Officieel is hij tolk, maar hij doet veel meer dan dat. Hij gaat ook veel mee als voorpost en vecht mee in de voorste linies. Hij begaat ook gruwelijkheden: doodt mensen met geweer en bajonet. Hij mag om bij te komen een maandje verlof naar Bali waar veel hoeren zijn om zich te vermaken met de soldaten. Maar er heersen daardoor erg veel geslachtsziekten. Arto houdt zich koest.
Daarna breekt de tijd aan van de Politionele Acties (zoals Nederland de naoorlogse gewelddadigheden eufemistisch heeft genoemd). Hij doodt weer veel inlanders (o.a. de gruwelijke passage over de moord op moeder en kind). Hij gaat flink te keer en hij bericht daarover niets naar huis (moeder en broers) waardoor men thuis denkt dat hij gesneuveld is. Ineens staat hij weer levend voor hun neus. 
Een van zijn opdrachten is een gevangenentransport per trein te begeleiden: Arto doet verslag en doodt enkele gevangenen die willen vluchten. Hij moet voor de krijgsraad verschijnen maar wordt vrijgesproken. Hij heeft hoge vrienden. Bij een ander transport (Lijkentrein) worden nog meer gruwelijkheden begaan. Daarvan worden de begeleiders wel gestraft.
Arto wil met zijn Nederlandse bewondering voorgaan in de strijd. Ook bij de Tweede Politionele Actie wil hij actief zijn in de strijd. Maar hij krijgt te horen van bekenden dat hij op een dodenlijst staat van Soekarno en men raadt hem aan naar Nederland te gaan. Hij neemt emotioneel afscheid van zijn familie en gaat met het s.s. Grote Beer naar Nederland.

Deel V Spekkoek (blz. 475-532)
Zoon Alan bekijkt het verleden (de geschriften) van zijn vader schamper en cynisch. Hij haat zijn vader heel erg. De man is op zijn 65e naar Spanje geëmigreerd (1990). Hij heeft ook daar diverse vrouwen het hoofd op hol gejaagd en hen weer in de steek gelaten (Duitse, Zweedse, Portugese, Spaanse). Nooit bezoekt hij zijn vader in Spanje; alleen zijn oudste zus doet dat. Alan geeft af op het tolk-zijn van zijn vader. Hij bekvecht er met zijn tweelingbroer Philip over, via een webcam en via de mail. Is er sprake van fictie of werkelijkheid? Heeft zijn vader zijn rol erger gemaakt dan het was? Dat is de vraag die Alan kwelt. Zijn broer gaat er luchtiger mee om en zal de zaak laten onderzoeken. Hij weet documenten op te duiken over de gevangenentransporten (de Spooktrein en de Lijkentrein). Er is verschil in beschrijven in de versie van Arto en die van de overheid. Ook weet Philip in documenten te achterhalen dat zijn vader eigenlijk veel meer dan een tolk was en tot een speciale eenheid behoorde. 
Dan ineens komt het bericht dat Arto in Spanje op zijn 80e verjaardag is overleden (Is het zelfmoord?).
Hij wordt in Spanje begraven. Alan haat zijn vader nog steeds. Hij zal na een paar jaar het lijk laten opgraven en het laten cremeren. De as zal hij dan verstrooien in de rivier die door Soerabaja stroomt. Hij heeft zijn vader de slechte jeugd en de mishandelingen niet vergeven, maar hij besluit eindelijk de strijd tegen hem op te geven. Een late berusting. Op het moment dat zijn vader sterft is Alan 54 jaar.

Personages

Alan Nolan

Om dubbelingen in het verslag te voorkomen kijk je hiervoor onder het kopje thema waar over de zoon-vaderrelatie wordt geschreven.

Quotes

"Op 14 april 1950 landde ik voor het eerst op vaderlandse bodem. Op de kade van de IJ-haven stond een militair orkest opgesteld. Dat speelde allerlei populaire liederen ter verwelkoming van de thuisvarende militairen. Voor mij was alles totaal nieuw en vreemd. Ik viel van de ene verbazing in de andere. Nadat mijn schip de Groote Beer was afgemeerd, verlieten wij mariniers het transportschip en daalden wij de lange loopplank af naar een aangrenzend groot pakhuis. Wij moesten langs dranghekken lopen. Tussen de jubelende menigte stonden talloze communistische jongeren, die ons uitscholden voor moordenaars, massaverkrachters en nog meer van dat fraais." Bladzijde 38
"Ondanks de waarschuwingen van broer Phil besloot ik dat benauwde Indische kosthuis te ontvluchten om te gaan naar waar ik volgens jou thuishoorde. Ik nam de tram naar Staatsspoor, stapte er op de bus en belde na een rit langs Voorburg en Leidschendam aan in een akelig schoon portiek in een nieuwbouwwijk in Voorschoten, op een kilometer afstand van mijn oude internaat. Je opende de deur en als welkomstgroet sprak je de onvergetelijke woorden:  ‘Waarom heb jij mij verlaten?’ Zoiets vroeg Jezus ook eens aan God de Vader. Je sliep met de Bijbel onder je kussen, mafkees." Bladzijde 15
"Ik ben een redelijke jiujitsuka, Phil is een moordmachine met een paar zwarte banden uit verschillende gevechtsdisciplines en Arti is een straatvechter. Nou, daar ben je mooi klaar mee. Ik hoorde dat jij in je laatste Hollandse jaar in die andere zelfmoordwijk, die van Haarlem-Zuid, met een bijl onder je bed hebt geslapen. Je was namelijk bang dat Arti jou de hersens in zou komen slaan." Bladzijde 17
"In het midden stond een mager tienjarig jongetje dat van de honger iets van een marktverkoopster gestolen had en daarvoor moest worden gestraft. Het jongetje moest de hand opsteken waarmee hij had gestolen. Iedereen werd gedwongen te kijken. Ik kreeg een beuk van een soldaat met zijn geweerkolf toen ik de andere kant op keek. Een Japanse officier trok zijn samoeraizwaard en hakte het jongetje de hand af op een houten blok. Javanen die het jongetje wilden helpen, werden met geweerkolven murw gebeukt. De officier gaf via zijn tolk te verstaan dat dit iedereen zou overkomen die zich schuldig maakte aan diefstal." Bladzijde 118
"Ik zat maar twee dagen in de isoleercel. De eerste dag ter afkoeling. De tweede dag om mijn vonnis aan te horen Op de 1ste mei van 1968 werd ik uit de isoleercel gehaald en in de auto van mijn maatschappelijk werker geduwd. Ik zou voor twee weken ter tuchtiging naar een ‘gesloten internaat’ gaan. Ik herinnerde me al mijn autoritten nog, zo weinig waren het er geweest: de taxi naar Voorschoten, de auto van de familie in Drenthe en de burgerauto van de hoofdleider die me terughaalde van mijn moeder, weg van die afschuwelijke woning tegenover het Zuiderpark" Bladzijde 256
"Ik groette terug, waarop hij vervolgde: ‘Zeg, jij bent net als ik een Indische jongen en ik verwacht van jou dat jij niet zo eigenwijs bent als die Hollandse jongens wat vrouwen betreft. Ik wil jou waarschuwen voor die Balinese vrouwen van lichte zeden. De meeste van hen zijn “zuur”, als je begrijpt wat ik daarmee bedoel. Wees voorzichtig! Ontwijk ze! Als je per se met vrouwen naar bed wil, neem dan vrouwen uit afgelegen kampongs in de bergen, desnoods jonge meisjes van vijftien. Je gaat dan zogenaamd een schijnhuwelijk aan, maar alleen voor de seks." Bladzijde 338
"Laat in de middag kwam de trein eindelijk op het station Wonokromo in Soerabaja aan, waar de marechaussee op ons wachtte. Ik droeg de resterende achttien gevangenen en de vijf overledenen met de rapporten over aan de marechaussee. Vervolgens liep ik naar het stationskantoortje en telefoneerde met mijn hoogste commandant, kapitein der mariniers Groeneveld. Ik vertelde hem snel over het verloop van het transport, de zes vluchters en de vijf overledenen, waarop hij antwoordde: ‘Nolan, je hebt altijd initiatieven getoond, aldus, handel verder op eigen initiatief en naar je beste geweten. Bij verdere moeilijkheden zal ik jou helpen. Schakel onze mp in! Good luck, jongen!" Bladzijde 389

Thematiek

Oorlog: algemeen

De verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en tijdens de periode van de Politionele acties na de opstand van Indonesië tegen Nederland vormen het belangrijkste thema van deze roman. Er is in de Nederlandse literatuur veel meer aandacht besteed aan de oorlog in Europa dan aan de oorlog in Azië en Nederlands-Indië. Over de Japanse bezetting en een moeder-zoonverhouding werd wel een indrukwekkende roman door Jeroen Brouwers (Bezonken rood) geschreven. Over de gruwelijkheden door Nederlanders begaan eigenlijk nog niet. Birney heeft dat aangedurfd en het is een indrukwekkende roman geworden waarin eerst veel aandacht is besteed aan de gruwelijkheden van de Japanners tegenover de Nederlanders en de Indonesiërs. Het lijkt wel oog om oog tand om tand. Daarna keerde de inlandse bevolking tegen Nederland in de periode van de Bersiap en opnieuw werden oorlogsmisdaden begaan, zowel door de inlanders als door de Nederlanders tijdens de politionele acties. Arto Nolan die zich eerst tegen de Japanners heeft gekeerd met zijn Indische vrienden, kiest na de bevrijding de kant van Nederland terwijl Indonesië vrijheid (Merdeka) wil. Aan beide kanten worden weer mensen afgeslacht en Arto Nolan doet daar ook aan mee. Hij moordt er lustig op los en eigenlijk is hij een soort Rambo. Gruwelijk zijn ook de verhalen over de transporten van gevangenen resp. later aangeduid als de Spooktrein en de Lijkentrein. Er is ook een gruwelijke passage waarin hij een hoogzwangere vrouw doodt door in haar buik te schieten. Aan het eind van 1949 doet Arto er beter aan naar Nederland te vertrekken, omdat hij op de dodenlijst van Soekarno zou staan. Maar de man neemt de oorlog mee naar Europa om hem daar verder te voeren in zijn leven. Zijn gezin (vrouw en kinderen) zijn er de dupe van. Hij mishandelt hen en ze worden opgenomen in een internaat, zijn vrouw bedriegt hem en gaat van hem scheiden. Ook zijn zoon Alan blijft zijn leven lang strijd tegen hem voeren (zie hieronder).

Vader-zoonrelatie

Het tweede thema is de relatie tussen vader en zoon Nolan. De verteller Alan haat zijn vader tot op het bot, omdat hij vaak door hem mishandeld is. Het wordt zo erg dat hij in een internaat moet worden opgenomen. Zijn vader mag hem niet bezoeken en zijn moeder komt niet vaak. Je kunt dus stellen dat de jeugd van Alan volkomen verpest is door zijn vader. Die sloeg als hij weer blind van woede werd en hij hield hen 's nachts uit de slaap als hij zijn verhalen op een oude schrijfmachine rammelde. De zoon zou zijn vader ook zeker elkaar getimmerd hebben, als hij toentertijd net zo sterk was geweest als hij is op het moment van vertellen. Na het lezen van het manuscript krijgt hij met zijn tweelingbroer Philip min of meer ruzie over de betrouwbaarheid van de memoires van zijn vader. Is zijn vader een massamoordenaar of heeft hij er veel bij verzonnen? Zijn broer denkt er heel wat genuanceerder over dan de verteller. Die is zijn vader nooit in Spanje gaan opzoeken waar die op zijn 65e is heengegaan. Broer Philip ontdekt in documenten inderdaad dat hun vader meer is geweest dan een tolk en eigenlijk met een speciale opdracht is belast geweest. Op zijn 80e verjaardag sterft de vader. In Spanje weet men niet of het zelfmoord is. De verteller denkt dat hij later de as van zijn vader zal uitstrooien in de rivier die door Soerabaja loopt. Er is geen sprake van vergeving, maar wel van berusting. Hij kan eindelijk het verleden achter zich laten door niet meer te strijden tegen zijn vader.

Motieven

Wraak

In de oorlog geldt vaak het motto dat er door de andere partij wraak wordt genomen als de ene partij wat wordt aangedaan. Arto doodt enkele keren uit wraak als hij ziet dan mensen door Japanners of inlanders iets is aangedaan. Hij doet dat o.a. wanneer een familielid hem een dolk heeft gegeven met een zeer sterk gif waardoor een slachtoffer binnen een paar minuten sterft. De dolk wordt eigenlijk een motief in engere zin (de vader heeft het wapen meegenomen naar Nederland waar hij het onder zijn kussen bewaart uit angst voor de mensen die hem in Nederland misschien komen vermoorden).

Moord

Tijdens de Politionele Acties en ook tijdens de Japanse bezetting worden er veel moorden gepleegd door beide partijen. De vader van Alan is goed voor veel meer dan 100 moorden, want toen hield hij op op met kerfjes te maken in zijn geweer.

Seksualiteit

Arto Nolan had geen moeite met seksualiteit en met mooie vrouwen. Zowel in oorlogstijd als daarna kon hij veel vrouwen in de slaapkamer vermaken. Ook zijn zoon Alan heeft niet over vrouwen en seks te klagen. Hij kreeg zijn vuurdoop in de isoleercel van het internaat toen een leidster hem 's nachts kwam bezoeken om seks met hem te hebben.

Verraad

Tijdens oorlogstijd wordt er veel verraad gepleegd. Dat is vooral het geval tijdens de Japanse bezetting en de Politionele Acties geweest bijv. inlandse informanten voor de geheime diensten. Arto werd zelf verraden toen hij zwakke Japanse fietsen produceerde. In de fabriek had iemand hem aan de Japanners verraden.

Haat

Haat is een veel voorkomend motief in de roman. Het best kun je het zien aan de situatie van de oudste zoon Alan die zijn vader tot op het bot haat en die hem zeker in elkaar getimmerd zou hebben als hij toentertijd al over de gevechtstechnieken zou beschikken die hij later wel had. Maar de haat is ook te zien in de gevechtshandelingen van de inlanders tegenover de Nederlanders en de Japanners.

Prostitutie

In Indië is sprake van veel prostitutie. Japanners gebruikten troostmeisjes. Op Java en Bali moesten meisjes van de prostitutie met soldaten zien rond te komen. Er woekeren ook veel geslachtsziekten.

Overspel

Wanneer de mannen van huis zijn in Indië, gaan de vrouwen soms met andere mannen naar bed (vaak militairen). Ook in Nederland is er sprake van overspel. De moeder van Alan heeft een minnaar terwijl ze nog niet officieel gescheiden is (Ome Willem).

Cultuurverschillen

Arto Nolan is altijd een kind tussen twee culturen gebleven. In Indië keerde hij zich in de Bersiapperiode tegen de Indonesiërs en daarom hoorde hij niet meer tot zijn vriendengroep met wie hij tegen de Japanners had gevochten. Daardoor was hij na de oorlog ook zijn leven niet zeker meer in Indonesië en besloot hij daarom naar Nederland te emigreren, maar ook daar werd hij niet geaccepteerd en voelde hij zich niet thuis. Een mens tussen twee culturen.

Kindertijd & kinderleed

In zijn jeugd werden de kinderen van Arto Nolan geslagen en mishandeld. Hun vader kreeg dan een aanval van mata gelap en sloeg er flink op los. Het gevolg was dat ze een flinke tijd in een internaat hebben gezeten. Op zijn beurt was Arto in zijn jeugd behoorlijk aangepakt door zijn broers die hem mishandelden. Zo wilden ze hem voorbereiden op het zware leven dat mogelijk zou kunnen komen.

Motto

There are no mistakes in life
Some people say
It is true sometimes
You can see it that way


Bob Dylan
(‘Man in the Long Black Coat’, 1989)

Opdracht

In memoriam mijn ouders, ooit de kaalkop en het kamerolifantje
(Met de kaalkop wordt de vader en met het kamerolifantje de moeder van de verteller aangeduid)

De ondertitel luidt:
Waarin de herinneringen van een kamerolifantje, de memoires van een oorlogstolk gehamerd op een schrijfmachine, onderbroken met verhalen, brieven en gemopper van de oudste zoon, becommentarieerd door zijn broer.

Titelverklaring

"De tolk van Java" verwijst naar de functie die de vader van de verteller Arto Nolan uitoefende toen hij in Nederlands-Indië woonde. Het vierde deel van de roman heet "De tolk van Soerabaja". Die plaats ligt op Java. Maar in de memoires die Arto Nolan achterlaat aan zijn zoon, wordt beschreven dat de vader eigenlijk veel meer is geweest dan een tolk. Hij nam deel aan de Politionele Acties van het Nederlandse leger en vermoordde daar ook veel inlanders die de strijdbijl tegen de Nederlanders hadden opgegraven. 

Structuur & perspectief

De roman is ingedeeld in Vijf delen. Drie daarvan heten Spekkoek.
Deel I Spekkoek (blz. 11-112)
Deel II Samoerai (blz. 113-155)
Deel III Spekkoek (blz. 157-277)
Deel IV De tolk van Soerabaja (blz. 279-473)
Deel V Spekkoek (blz. 475-532)
Alle delen worden onderverdeeld in relatief kleine hoofdstukken, die alle een titel hebben.

De delen "Spekkoek" worden eigenlijk verteld door de ik-verteller Alan Nolan, de zoon van de man om wie het draait. Hij heeft de memoires van zijn vader gekregen en gelezen: die worden in deel II en deel IV verteld in de ik-vorm door Arto Nolan of de Arend, zoals de kinderen hun vader noemen. Die laatste twee delen gaan over de toestand in Nederlands-Indië tijdens de Japanse bezetting en de Bersiapperiode na de Tweede Wereldoorlog. Vader Arto heeft die perioden na de oorlog in Nederland op zijn Remington geramd en dat is dus eigenlijk gedaan in een achterafperspectief. De zoon Alan vertelt in de delen Spekkoek over zijn jeugd, over de plaatsing in een internaat en de periode dat zijn vader naar Spanje is geëmigreerd en hij met zijn broer bakkelei over de waarheid van de memoires.
Opvallend is wel dat in deel I ook de memoires van de moeder (herinneringen van het het kamerolifantje) en van de vader (memoires van de kaalkop) worden ingelast. Een goede reden voor die structuuropzet heb ik niet kunnen vinden. 
 

Decor

In de delen Spekkoek die de zoon vertelt is het decor vooral in en rondom Den Haag. Veel mensen die uit Indië kwamen, kregen bij terugkeer naar Nederland een woning in Den Haag. Daar is de zoon dus opgegroeid met een moeder die uit Helmond kwam. Omdat zijn vader de kinderen mishandelde is een deel van deel II Spekkoek gesitueerd in een internaat dat ook in de buurt van Den Haag is gevestigd.
In de twee delen die met de vader als verteller over het Indische verleden gaan, is het decor vooral het eiland Java en in het bijzonder de omgeving van Soerabaja. Daar vocht Arto Nolan tegen de Japanners en de Indonesiërs.
In deel drie Spekkoek vertelt Alan Nolan dat zijn vader naar Malaga is geëmigreerd, maar daar gaat hij zelf niet heen, zodat dit decor alleen op de achtergrond een rol speelt. 

De tijd van de Indische hoofdstukken zijn de perioden van de Japanse bezetting (1940-1945) en de Politionele acties (1945-1950). De zoon wordt in 1951 geboren en hij vertelt in de Spekkoekdelen vooral over zijn jeugd, maar hij vertelt ook over de emigratie van zijn vader naar Nederland en de verkering met zijn moeder uit Helmond.
Grofweg gezegd dus eigenlijk vanaf de komst naar Nederland van Arto Nolan tot aan zijn dood (dus van 1950 tot aan 2005 wanneer hij sterft in Spanje). Vader Arto is gestorven op de dag van zijn verjaardag (zelfmoord?) precies 80 jaar na zijn geboorte. De zoon vertelt in het laatste deel wat hij met de as van zijn vader wil doen.

Stijl

In de roman heb je twee ik-vertellers en je kunt ook wel een verschil in stijl bij die twee ontdekken. In de drie delen Spekkoek is de oudste zoon van Arto aan het woord. Hij heeft veel meegemaakt, is cynisch en schamper ten opzichte van de verhalen van zijn vader. Maar zijn bijdrage is wel meer literair geschreven dan de twee delen waarin zijn vader zijn geschiedenis vertelt. Dat past ook wel meer bij Alan die wat kunstzinniger is dan zijn vader o.a. in de muziek. Die twee delen van de vader hebben toch meer het zakelijker karakter van een verslag, net nog niet van een oorlogsdagboek. Hij vertelt in zijn verslag toch vrij gevoelloos hoe hij mensen heeft gedood die iets hadden uitgevreten. De stijl van een koude - min of meer gewetenloze - soldaat die op het slagveld zijn slag slaat en daar later op een zakelijke manier verslag van doet. Maar in die twee delen wordt m.i. te gedetailleerd verteld en dus ook teveel verteld. Hierin had een redacteur moeten schrappen. Overdaad aan gruwelheden kan de lezer afschrikken, tenminste zo heb ik dat zelf ervaren. Er zijn momenten dat je het boek wilt wegleggen en dat kan niet de bedoeling zijn.

Slotzin

Het water heeft een lang verleden. Als ik de as van mijn vader over dat water ga uitstrooien, dan zal ik even oud zijn als hij toen hij zijn memoires af had. Lang heb ik als een gek zijn waanzin bevochten. Nu ben ik een vermoeide brug die zich over het verleden buigt zonder eigen spiegelbeeld in het water te zien. Ik vecht niet langer. Ik hou ermee op.

Beoordeling

Een indrukwekkend boek over een periode die in de Nederlandse geschiedenis lang taboe is gebleven: de periode waarin Nederlanders in Nederlands-Indië oorlogsmisdaden hebben gepleegd. Dit is eigenlijk de eerste roman die ik over die beladen onderwerp heb gelezen. 

Dat was een taaie taak. Ik wil hiermee helemaal niet zeggen dat het verhaal niet spannend was. Integendeel, er wordt veel in beschreven, maar je kunt als auteur ook teveel informatie verstrekken. Vooral in het vierde deel "De tolk van Soerabaja" worden veel oorlogsmisdaden beschreven en dat gebeurt ook nog eens gruwelijk gedetailleerd. Daarin wordt bovendien een stijl gehanteerd die meer aan een afstandelijke verslaglegging doet denken dan aan een literaire roman. Het lezen van zoveel gruwelijkheden ging me op den duur moreel tegenstaan.

Ik denk dan ook dat hoewel het boek zijn historische betekenis zal hebben het boek niet zo geschikt is voor middelbare scholieren. En wie het gaat lezen, zal een flinke portie doorzettingsvermogen nodig hebben om tot aan het einde te komen. 

Eerlijk gezegd heb ik me na het lezen wel een beetje afgevraagd waarom dit boek genomineerd werd voor de Shortlist van de Librisprijs 2017. Historisch gezien is het wel te begrijpen, maar literair gezien niet. Er zijn ook teveel stukken die literair gezien qua stijl niet veel toevoegen en die het lezen ook wel eentonig maken. Ik moest me door een aantal passages heen worstelen. Schrappen is bij schrijven nog steeds een kunst. Met een uitgekiende structuur en het voorkomen van herhalingen van passages had een begeleidende redacteur de schrijver moeten bewegen minstens de helft van de roman weg te laten. In het laatste deel lees je weer passages die je al eerder hebt gelezen: bijvoorbeeld het verhaal van het gevangenentransport. M.i. had het boek aan leesbaarheid als er gekort was op de inhoud gewonnen.

Dat is eigenlijk wel jammer dat dit niet is gebeurd, want nu zal een middelbare scholier niet zo vaak grijpen naar de (te) dikke roman, terwijl het thema over de gevolgen van een gruwelijke oorlog belangrijk genoeg is in onze vaderlandse geschiedenis.

Recensies

"Birney legt met dit familieverhaal meedogenloos een wezenlijk deel van de Nederlandse geschiedenis bloot. Die misdadige kant van het verleden is in de jaren vijftig met opzet weggemoffeld in de ideologie van de vrolijke wederopbouw. De komst van gevluchte Indo's, KNIL-militairen en collaborateurs in de koloniale oorlogen was maar lastig. 'Ons Indië' heeft van een jongen als Arto Nolan een monster gemaakt (in ieder geval in de ogen van zijn kinderen)." http://www.volkskrant.nl/...~a4291913/
"Birney deelt in De tolk van Java rake klappen uit. Aan de Nederlands-Indische bevolking; aan zijn moeder, zijn broers en vooral aan zijn vader, maar ook aan de lezers, die worden geconfronteerd door een voor velen onbekend verleden, overschaduwd door de Tweede Wereldoorlog. De tolk van Java is het magnum opus van Alfred Birney, dat door iedereen gelezen zou moeten worden. Het is te hopen dat het hier niet bij blijft en dat hij de literaire wereld nog meer moois te vertellen heeft. Een fantastische roman, gedetailleerd en geloofwaardig een verhaal vertellend dat je nog jarenlang zal achtervolgen. Meeslepend tot en met." https://www.hebban.nl/rec...k-van-java
"We hebben hier te maken met een monument voor ten minste twee levens: dat van de vader en dat van de zoon. Couperus zou er tweeduizend bladzijden in hebben gestoken, Alberts tweehonderd, Birney gebruikt er vierhonderdzestig. Enerzijds te veel, anderzijds te weinig, want juist de zoon in zijn volwassen leven had meer aandacht verdiend. Je moet een sterke maag voor dit boek hebben en af en toe bekruipt je ongeduld vanwege de wijdlopigheid, maar Birney’s roman is een heel bijzonder en indrukwekkend boek." https://www.literairneder...orbijgaan/
"Interview met de vrij onbekende schrijver van deze genomineerde roman. Hij werd genomineerd voor de Librisliteratuurprijs." https://www.nrc.nl/nieuws...87-a645436
"Het was ook een worsteling met de lijvigheid van het boek. Het is erg veel materie om te behappen. De traumatische vader, de gekwelde zoon, de ont- en afwikkelingen rondom de dekolonisatie van Indonesië, de liefdesverhalen… Het is ontegenzeggelijk waar dat Alfred Birney met een niet te negeren overtuiging en openheid zijn levensverhaal (en dat van zijn vader) in romanvorm heeft gegoten, maar het was beter geweest als de schrijver had geschrapt. Birney herhaalt hier en daar." http://www.aziatischetijg...-van-java/
"Birney slaagt er in, en dat is denk ik wel zijn grootste prestatie, om voor deze vechtersbaas, die voor zijn kinderen eerder een ‘kampcommandant’ was dan een vader, toch nog enige sympathie te kweken. De vader deed op zijn manier zijn best, zo zou je het kunnen samenvatten, voor wat hij dacht dat de goede zaak was. Maar het belangrijkst is nog wel dat hij zijn avonturen erg levendig en zelfs geestig weet te presenteren, in een ademloze woordenstroom, die van veel taalgevoel getuigt. Hij was ook niet zomaar een tolk, hij sprak maar liefst veertien talen." https://nrcwebwinkel.nl/a...w/id/1523/
Je hebt nog 2 Zeker weten goed verslagen over.

Wil je onbeperkt toegang tot alle Zeker Weten Goed verslagen? Meld je dan aan bij Scholieren.com.

27.018 scholieren gingen je al voor!

Geschreven door Cees

Foto van Cees

Ik heb verreweg het grootste deel van mijn leven voor de klas gestaan. Eerst vijf jaar op een basisschool, daarna veertig jaar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs: havo en vwo, onder- en bovenbouw. Ik vond het destijds  mijn taak om de verouderde en 'afgezaagde' literatuurlijsten voor Nederlands te vernieuwen en mijn leerlingen kennis te laten maken met nieuwe en/of jonge schrijvers. Lezen kan namelijk ook gewoon leuk zijn. Docenten kunnen je met het aanprijzen van leuke en/of spannende boeken enthousiast maken. Stukken die interessant zijn, voorlezen in de klas. Kort vertellen waarover een boek gaat.  Ik heb nu ruim 1460 verslagen gemaakt, waarvan een heleboel Zeker-Weten-Goed-verslagen. Er staan vragen over de inhoud aan het eind om je te laten zien of je het boek begrepen hebt.

Bij Scholieren.com probeer ik daarom zo veel mogelijk boeken van nieuwe schrijvers te bespreken. Ik hoop altijd dat de 'moderne leraar Nederlands' het zijn leerlingen toestaat om de wat minder bekende schrijvers ook op de leeslijst te zetten. Uittreksels maken vond ikzelf vroeger helemaal niet leuk. Ik kocht daarom ook uittrekselboeken. (Bijvoorbeeld Literama, Apercu, Der Rote Faden) Nu maak ik zelf boekverslagen voor  scholieren.com. Nog een gemeend advies: wees verstandig en lees altijd wel het boek. Dan kan een boekverslag op scholieren.com een een prima geheugensteun voor je mondeling zijn.
En geloof me, docenten kunnen vanwege tijdgebrek ook niet alle boeken lezen die jaarlijks verschijnen; zij raadplegen daarom ook wel de boekverslagen die scholieren.com levert.

REACTIES

N.

N.

Ik ben erg blij met dit verslag. Geeft meer inzicht bij het lezen. Maakt het daardoor gemakkelijker dit met de leesclub te bespreken.

7 jaar geleden

N.

N.

Zeer goed, uitgebreid en gestructureerd verslag. Door het vooraf te lezen, ging het lezen van het boek prima.

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Ook geschreven door Cees