Je profielkeuze is al lastig genoeg en dan moet je ook nog kiezen tussen wiskunde A en wiskunde B. Dan kom je erachter dat wiskunde C en D óók nog bestaan. Kakzooi! Hier krijg je natuurlijk spontaan keuzestress van. Uiteindelijk moet je dan toch een keuze maken, dus dan kunnen we jou er net zo goed een handje bij helpen.

Om je beslissing wat makkelijker te maken, spraken we ervaringsdeskundigen Claire (A) en Maaike (B). Ook spraken we wiskundeleraar Ruud.

Wiskunde A: "Veel statistiek"

Het vak wiskunde A leert je om wiskunde te koppelen aan de wereld om je heen. Het richt zich dan ook voornamelijk op statistiek en toegepaste analyse. Bij wiskunde A op vwo komt daar ook kansberekening bij. Algebra en berekeningen horen er ook bij, maar een stuk eenvoudiger dan wiskunde B en meer in verhaalvorm. Ook mag je vaker je trouwe hulp, de grafische rekenmachine, erbij pakken. Er komen meer verhaaltjessommen terug bij wiskunde A en zijn de opgaven meer in context geplaatst. Denk aan dobbelstenen gooien, maximale winst van Jopie’s hotdogkraam berekenen en het berekenen van de kans dat je bij een loterij met drie loten de hoofdprijs wint. Het klinkt misschien heel kinderachtig, maar het is lastiger dan je denkt.

Wiskunde A-leerling Claire

In havo-3 koos Claire voor het profiel  Economie & Maatschappij met wiskunde A. Waarom? ''In de derde klas werd me aangeraden om wiskunde A te kiezen, omdat het handig is in combinatie met economie en management en organisatie", legt ze uit. "Ook nu merk ik dat veel termen uit wiskunde A overeenkomen met termen die ik bij economie en M&O heb gehad. In het boek uit havo-3 werd ook aangegeven wanneer iets een A- of een B-hoofdstuk was. Ik was vaak beter in de A-hoofdstukken, die vooral diagrammen, grafieken en kansberekeningen bevatten.''

Docent wiskunde Ruud

Wiskundedocent Ruud Steenbergen vertelt: "normaal gesproken heeft wiskunde A meer context. Dat lijkt wat meer op verhaaltjessommen, terwijl wiskunde B theoretischer is. Hoewel dat verschil de laatste jaren wel steeds minder groot wordt, hoor."

Hieronder een voorbeeldopgave van wiskunde A.

Wiskunde B: "Veel exact berekenen"

Het vak wiskunde B is het meest geschikt voor scholieren die een bèta vervolgstudie willen gaan volgen zoals natuurkunde, econometrie of biologie. Binnen wiskunde B werk je vooral veel met grafieken en algebra. Ook komt er veel meetkunde in terug en ga je aan de slag met formules en vergelijkingen en leer je over het natuurkundige principe ‘vectoren’. Veel berekeningen moeten “exact”, dus een grafiekje aflezen op je rekenmachine mag niet. Het voordeel aan wiskunde B is dat je vrijwel elke vervolgstudie kan gaan doen, terwijl je met wiskunde A bent uitgesloten van de meeste exacte studies. Een nadeel is dat je geen statistiek krijgt.

Maaike deed zelf wiskunde B

Maar wat heb je aan wiskunde B? Maaike: ''Voor mijn eventuele vervolgopleiding, toegepaste psychologie, vrij weinig. Daar mag je ook wiskunde A voor hebben. Wel is het handig in combinatie met natuurkunde en scheikunde. De denkstappen van wiskunde B zie je daar wel in terug.''

Maaikes wiskunde draait veel meer om uitwerkingen dan om kansberekeningen. Ze laat me twee bladzijdes uit haar schrift zien: helemaal volgekalkt, en dat voor één opgave. ''Maar ja, bij wiskunde A heb je veel begrijpend lezen, en dat vind ik echt verschrikkelijk om te doen."

Docent wiskunde Ruud

"Voor B moet je vooral kiezen als je het écht leuk vindt om moeilijke wiskundevragen op te lossen. En het helpt zeker als je goed bent in wiskunde: niet voor niets vragen sommige scholen een minimumcijfer om wiskunde B te mogen volgen." vertelt Ruud ons.

Hieronder een voorbeeldopgave van Wiskunde B.

Wiskunde C voor de C&M’ers

Op vwo kan je in plaats van wiskunde A en B ook wiskunde C kiezen. Deze wiskunde is bedoeld voor scholieren die een sociale/culturele vervolgstudie gaan doen. Denk aan filosofie, rechten, psychologie en cultuur. Je huiswerk zal vaak bestaan uit statistiek, kansberekening, perspectief tekenen (hoera, tekenen wordt een onderdeel van je wiskundelessen) en logica, een speciale vorm van wiskunde om argumenten te bewijzen. Wiskunde C kan je alleen kiezen met een C&M profiel.

Het bonuspakket D

Wie een E&M-, N&G of N&T-profiel kiest met wiskunde B, kan daarnaast ook nog het bonuspakket aanschaffen: wiskunde D. Een paar lesuren extra per week, met nóg meer wiskunde. Veel kansrekening en statistiek, extra meetkunde en complexe getallen. Steenbergen: "Leerlingen die D kiezen, zeggen vaak dat het best eenvoudig is. En dat kan wel kloppen: hoe meer uur per week je aan wiskunde besteedt, hoe makkelijker het wordt."

Wiskunde A, B en C

Er wordt vaak gezegd dat wiskunde A makkelijker is dan wiskunde B. Dat is niet per se zo. Je doet het immers gewoon op het niveau dat je hebt. Wel kan wiskunde A je beter liggen dan wiskunde B of andersom. Ondanks het verschil tussen de twee soorten wiskunde, komt er ook veel overeen. Zo komt onder andere het gebruik van rekenregels, breuken, verhoudingen en formules met haakjes en differentiëren terug in beiden soorten wiskunde. Wiskunde C werd lang gezien als de “lightversie” van A, maar dat is niet meer zo. Inmiddels komen er onderwerpen in wiskunde C voor die A niet krijgt, dus het is nu echt een aparte soort wiskunde geworden.  

Keuzes op een rij

Cultuur & Maatschappij: keuze tussen wiskunde A, (op sommige scholen) B en vwo’ers ook uit C. Havisten kunnen wiskunde binnen dit pakket omzeilen. In dat geval telt wiskunde ook niet mee voor de kernvakkenregeling.
Economie & Maatschappij: keuze tussen wiskunde A of B.
Natuur & Gezondheid: keuze tussen wiskunde A of B.
Natuur & Techniek: niks te kiezen: jij zit de komende jaren met wiskunde B opgescheept.

Succes met je keuze!

Ben je er nog steeds niet helemaal uit? Bekijk hieronder de video van Rekentube "wiskunde A of B wat moet je kiezen"