Ga jij studeren? Dan heb je vast al nagedacht over de optie om op kamers te gaan. Je eigen huisje inrichten, zelf bepalen wat je eet en geen avondklok van je ouders. Toch kiezen steeds minder beginnende studenten ervoor om het nest te verlaten, blijkt uit cijfers van het CBS. 

Sinds de invoering van het leenstelsel in 2014 daalt het aantal studenten dat op kamers gaat aanzienlijk. In 2015 ging 60 procent binnen anderhalf jaar na de start van hun studie het huis uit, maar in 2017 was dat nog maar 46 procent. Nu blijkt dat dit aantal nog verder is gedaald. Slechts 41 procent van de studenten gaat nu nog binnen anderhalf jaar het huis uit. Of je ouders veel geld hebben, maakt nauwelijks uit. In alle welvaartsgroepen is een ongeveer even grote daling te zien.

Aftakeling van de studententijd

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) noemt dit op hun website zorgelijk en vindt het een aftakeling van de studententijd. ISO-bestuurslid Rico Tjepkema: “Uit het ouderlijk huis gaan, je eigen boontjes leren doppen en zelfstandig worden zijn typische kenmerken van wat de studententijd zo belangrijk maakt en horen daar bij uitstek bij.”

Astrid (24) woont al een tijdje op kamers, tegenwoordig in Amsterdam: "In het begin kan het erg eenzaam zijn om in een nieuwe stad te wonen, maar dat dwingt je om nieuwe vrienden te maken en dat is erg leuk." Op kamers wonen geeft je ook veel vrijheid. "Je kan makkelijk uitgaan en je wordt gedwongen alles zelf te doen. Dat is soms vermoeiend, maar het geeft ook veel voldoening."

Moeizame zoektochten

Een van de oorzaken dat studenten liever thuis blijven wonen is de hoge huur. De gemiddelde prijs van een studentenkamer is namelijk 403 euro per maand. Studentenkamers waren nog nooit zo duur, schreef de Volkskrant vorig jaar. Het vinden van een kamer is daarnaast vaak ook nog een helse zoektocht, weet ook Astrid: "Ik heb vrij snel mijn kamer in Amsterdam gevonden, maar ik was een maand lang elke dag bezig met berichtjes sturen via Facebook. Twee weken lang heb ik elke avond een hospiteeravond gehad."

Hospiteren is een soort sollicitatiegesprek om kans te maken op een studentenkamer. Dit maakt het vinden van een kamer voor sommige studenten nóg moeilijker. Vincent (21): "Zelf heb ik maar twee keer hoeven hospiteren, maar mensen die niet goed zijn in hospiteren kunnen al helemaal moeilijk aan een kamer komen. Die zijn eigenlijk slachtoffer van het systeem en blijven nog langer thuis wonen. Daarnaast wordt er vaak gediscrimineerd, bijvoorbeeld op geslacht. Vrouwen krijgen bijvoorbeeld de voorkeur, omdat zij netter zijn. Hospiteren zou beter afgeschaft kunnen worden."

Leenstelsel als oorzaak

Toen het leenstelsel werd ingevoerd, maakte gratis studeren plaats voor een lening. Studenten moesten voortaan zelf dokken voor hun studie. Het ISO noemt dit als belangrijke oorzaak voor de daling in het aantal studenten dat op kamers gaat. Tjepkema: “Het is duidelijk dat de daling in het aantal studenten dat op zichzelf gaat wonen direct samenhangt met de invoering van het leenstelsel. Daar moeten we de ogen niet voor sluiten, maar handelen.”

Kortom, studeren is duur en kamers zijn schaars, waardoor veel studenten ervoor kiezen langer bij hun ouders te blijven wonen. Freija (19) heeft net een kamer gevonden in Utrecht: "Op jezelf wonen is een groot deel van je zelfontwikkeling. Als je eraan toe bent om op kamers te gaan, vind ik het heel erg dat financiële redenen en de woningnood dit niet mogelijk maken."

We zijn met vakantie, jij waarschijnlijk ook. Check ons in het nieuwe schooljaar!