Waarom ik huil om oude, dode muzikanten
Op oudejaarsdag 2016 heb ik zoals heel Nederland hard gefeest met iets te veel goedkope champagne, maar ook gerouwd. Klinkt heel raar, maar 2016 was voor muziekliefhebbers en filmfanaten een rampenjaar: de een na de ander kwam te overlijden. Of zoals een Belgische nieuwssite het noemde: het jaar dat de muziek stierf, en wat mij betreft, ook een beetje de film. En het ergste is, er is geen vervanging voor die mensen.
Twee iconen kwijt
In januari 2016 kwam voor mij al twee keer een grote schok: kort na elkaar overleden David Bowie en Alan Rickman. Mijn moeder is net als Sandra in haar blog schreef een enorme fangirl, maar dan van Bowie. En omdat bij mijn ouders thuis altijd muziek wordt gedraaid, werd ik ook fan van hem. Bowie was opvallend in de jaren tachtig en nu nog steeds, omdat hij de eerste was die popmuziek met een echte performance combineerde. Lady Gaga was echt niet de eerste die in rare pakjes op het podium stond: Bowie was tientallen jaren eerder al op dat idee gekomen. Hij schudde in nog voor de eeuwwisseling het idee van man is man en vrouw is vrouw door elkaar met zijn androgene uiterlijk en veranderde de popmuziek. Geen wonder dat de dag waarop hij stierf de hele wereld rouwde: hij was een icoon geworden.
Hetzelfde geldt voor Alan Rickman: mijn eigen jeugd bestond voor een groot deel uit het lezen van Harry Potter-boeken en het kijken van de films. Tijdens het lezen vormde ik in mijn hoofd een beeld van Severus Sneep en toen ik Alan Rickman in de film als Sneep zag, klopte het precies. Hij zette een personage neer wat voor mij en vele andere Harry Potter-fans veel herinneringen oproept, zo ook toen ik het bericht las dat hij was overleden. Hij speelde niet Sneep, hij wás het gewoon. Ook hij werd daardoor een echt icoon.
Waar zijn de trendsetters gebleven?
Er stierven in 2016 nog veel meer mensen die veel invloed hadden op muziek en film: bijvoorbeeld Prince, George Michael en, helemaal aan het einde van 2016, Star Wars-actrice Carrie Fisher. "Nou en?" denk je misschien, "er zijn toch nog genoeg andere muzikanten en filmsterren over?". Natuurlijk zijn die er, maar echt bijzondere zitten er gewoon steeds minder tussen.
Muziek en film zijn steeds meer consumentengoederen geworden: iets waarmee je een hoop geld kunt verdienen door iets te maken wat veel mensen aanspreekt, maar wat niet per se goed hoeft te zijn. De top 40 bestaat grotendeels uit nummers die allemaal op elkaar lijken en werken volgens het 'millenial whoop' (check even de link voor uitleg) principe. Muzikanten maken nog maar weinig muziek die echt vernieuwend is en zijn na het scoren van drie hits meestal alweer snel vergeten. En dan de films: op de echte oude cultachtige films komen nog steeds veel mensen af, maar nieuwe legendarische films vind ik ontbreken in de bioscoop. Voor films die anders zijn dan andere films, moet je vaak al naar het filmhuis - een plek waar de zalen steeds leger zijn.
Wie neemt hun plek in?
Iets wat mij zorgen baart, want: wat als binnen nu en twintig jaar vele goede en invloedrijke muzikanten, regisseurs en acteurs zijn overleden en er geen nieuwe mensen zijn om hun plaats in te nemen? Ik zie echt niet gebeuren dat, zoals bij Bowie gebeurde, de minister-president van Groot-Brittannië speecht over het werk van Ariana Grande, Drake of Martin Garrix.
Je mag me pessimistisch of een middelbare scholier met het sentiment van een oude zak noemen, maar één ding staat als een huis overeind: we zijn in 2016 echte kunstenaars verloren en volgens mij zullen zij niet snel vervangers krijgen.
1 seconde geleden