Dat kattenplaatje dat je net zat te bekijken, weet je eigenlijk waar dat vandaan komt? Ja, je vond 't op 9GAG en gebruiker Raz0rrCats666 heeft 'm geplaatst, maar weet je ook de échte herkomst? Hoe verschijnen al die foto's, videos en teksten op je scherm? 

We gebruiken het internet allemaal meerdere uren per dag, maar bijna niemand weet hoe 't werkt. Tijd voor een korte cursus: internet voor dummies.

1. Thuisadres = IP-adres

Zoals we allemaal een thuisadres hebben (de vinkenweg 22, bullshitlaan 421c of eenhoornstraat 1), zo heeft ook elke website een adres: het IP-adres. Scholieren.com zoek je meestal op door gewoon 'Scholieren.com' in te typen, maar wij hebben ook gewoon een IP-adres. 

Probeer 194.109.64.186 maar eens, het IP-adres van Scholieren.com, dan vind je onze mooie blogs, columns en verslagen. Heb je een cijferfetish? Op deze website kan je van alle websites opzoeken wat het IP-adres is; eigenlijk een soort telefoonboek dus.

2. De verkeersregelaar = de ISP

Jij en jouw computer kunnen natuurlijk nooit voor elke website het bijbehorende IP-adres onthouden. Elke keer dat je het adres van een website intypt vraag je aan jouw ISP of je bij die website op bezoek mag komen. Je Internet Service Provider, bijvoorbeeld KPN, UPC of Xs4all, gaat dan uitzoeken of dat kan.

Die ISP is eigenlijk een soort van verkeersregelaar: jij, de buren, je tante en ik vragen namelijk allemaal op hetzelfde moment of we op bezoek mogen komen bij een website. De ISP's zorgen ervoor dat de naam die we intypen (bijv. scholieren.com of nu.nl) worden omgezet in een IP-adres en gaan vervolgens zoeken waar dat adres zich bevindt.

3. De kast = de server

Websites bestaan uit allerlei bestanden. Het werkstuk dat je nu eigenlijk moet schrijven op de computer, is al een goed voorbeeld van een bestand. Die bestanden moeten ergens worden opgeslagen. Jouw werkstuk staat waarschijnlijk op je eigen computer.

Websites staan opgeslagen op servers: computers met veel opslagruimte die makkelijk toegankelijk zijn via internet. Je kunt een server vergelijken met de kast in je kamer: er liggen allemaal dingen in opgeslagen. Het verschil is dat een server overal staat; je kan er - als je een internetverbinding hebt - altijd iets uitpakken.

Je ISP gaat op een snelle, slimme manier op zoek naar de server waarin de website is opgeslagen die jij wilt bezoeken. Dat doet 'ie heus niet door alle servers één voor één af te zoeken, dat gaat wel ietsjes efficiënter; het zoeken begint bijvoorbeeld bij alle .nl of .com-websites en gaat daarna in steeds kleinere groepen door. 

4. De weg terug

Heeft de ISP de server gevonden, dan geeft 'ie jouw verzoek door. Krijg je toegang tot de website, dan stuurt de server de bestanden die jij wil zien in allemaal kleine pakketten terug. Die pakketten worden op jouw computer weer in elkaar gezet tot een leesbare website.

Het bijzondere aan het internet is dat de weg terug van de server naar jouw computer compleet anders kan zijn dan de weg van de computer naar de server. Dat zorgt ervoor dat alles wat hierboven staat in millisecondes kan gebeuren.

Al dat zoeken, gegevens opvragen en terugsturen gaat zo snel, omdat er non stop wordt gemeten of er ergens opstoppingen zijn. Als die er zijn, dan loopt de route van de informatie die jij hebt opgevraagd toch gewoon via Singapore of Spanje in plaats van Duitsland en de Verenigde Staten? 

Verspreid en dichtbij

Het internet blijft een bizarre plek, omdat het zo verspreid, maar toch dichtbij is. Hopelijk heb je nu een beter idee van hoe het in elkaar steekt. Een kaasschaaf gebruik je immers een stuk minder, maar daarvan weet je wel hoe het ding werkt. Vreemd toch?

Meer weten over hoe het internet werkt? Check dit filmpje, deze website of Google eens.