Het hele jaar kijkt het zuiden des lands ernaar uit: de carnavalsvakantie. Eerst vier dagen verkleed door het leven om je vervolgens op te sluiten in je kamer om er de rest van de vakantie niet uit te komen. Herkenbaar? Dan ben je vast ook wel bekend met deze vijf carnavalstypes.
 

De doorslaper

Je hebt al het hele jaar zin in carnaval en je pak hangt al maanden van tevoren aan je kast. Je kroegentocht heb je per dag ingepland staan en je kan niet wachten tot je eindelijk mag beginnen. Beter te vroeg dan te laat begint donderdagavond de carnaval al voor jou. Om vervolgens een week niet meer uit je bed te komen. Misschien moet je volgende keer toch maar iets eerder naar huis..

De doorzetter

Het tegenovergestelde van de vorige, jij bent namelijk die ene persoon die dinsdagnacht wallen tot aan z'n knieën heeft. Jij bent namelijk zo'n diehard carnavalsvierder, dat je elke avond de laatste bent die de kroeg uitgaat. Om vervolgens een kapsalon naar binnen te werken en nog even een afterparty te houden bij die ene vriend waarvan de ouders op vakantie zijn. En daarna gelijk weer door naar het volgende carnavalsfeestje.

De Hollander

Ja jij daar, van boven de rivieren. Jij houdt wel van een feestje, en ach, zo'n kostuum kan er ook wel bij. Voor jou is carnaval vooral de ultieme gelegenheid tot erg veel bier drinken en feesten, zelfs als dat bij een lokaal café is op een zogenaamde 'carnavalsavond'. Mocht je toch naar het zuiden trekken dan heb je het beter begrepen: carnaval hoort in het zuiden gevierd te worden, dus daar vinden de echte feesten plaats!

Miss Carnaval

Er zijn mensen die een uur voordat ze gaan stappen eens kijken welke onesie ze nu weer aan trekken, maar jij begint al ruim van te voren met het kiezen van een pak. Maandenlang struin je winkels en markten af om een zo origineel mogelijke outfit bij elkaar te sprokkelen. Die bewerk je vervolgens nog urenlang zwoegend achter je naaimachine besteed. Met carnaval zal-'ie vervolgens na één uurtje alweer onder het bier te zitten.

Meelaller

Maandenlang staat bij jou de carnavalsplaylist al aan. Je oefent en oefent tot je alle carnavalsliedjes van buiten kent. En dan natuurlijk zowel de Limburgse als de Brabandse versie! Eenmaal in de kroeg komt er natuurlijk eerst een of ander dweilbandje langs, waardoor je pas na een uur of twee mee kan gaan zingen. Wanneer je natuurlijk al straalbezopen bent, en er alleen nog maar onsamenhangende klanken uit je mond komen zetten.

Over een ding zijn alle types (oké, behalve de Hollander dan) het eens: carnaval is het mooiste feest van het jaar. Iedereen verkleed en hossend van de ene kroeg naar de andere kroeg. Alaaf!