Na het kiezen van een studie is het tijd voor een tweede keuze: op jezelf gaan wonen of bij je ouders blijven? Beide opties hebben zo hun voordelen en nadelen. Wat past het beste bij jou? Ik interviewde studenten Sabrina, Dave, Jan-Paul en Saskia, om samen met hen alle voor- en nadelen op een rijtje te zetten. Hopelijk kan je na het lezen van dit blog een goede keuze maken!
 

De thuisblijver 1: Dave

Dave studeert Vormgeving aan de Willem de Kooning Academy in Rotterdam en woont nog bij zijn ouders in Den Haag. Hij vindt dat geen enkel probleem, want hij is dol op zijn ouders: "Mijn ouders kunnen mij beter steunen en helpen met dingen als school nu ik nog thuis woon. Als ik op mezelf zou wonen, zou dit lastiger worden door de afstand."

Een ander voordeel vindt Dave dat hij geen geld hoeft te lenen voor zijn studie: "Ik hoef geen kamer te betalen waardoor ik dat geld ook niet nodig heb. Erg fijn dat ik straks na het afstuderen geen enorme schuld heb opgebouwd."

Thuiswonen heeft ook wel wat nadelen, zo geeft Dave toe: "Ik ben afhankelijk van mijn ouders nu en die afhankelijkheid is best vervelend soms. Zo laat thuiskomen als ik wil, kan niet altijd. Daar baal ik wel van."

De thuisblijver 2: Saskia

Saskia studeert Journalistiek in Tilburg en is net als Dave een 'thuisblijver'. Voor haar was geld de belangrijkste reden om niet op kamers te gaan: "Mijn ouders hebben mijn hele leven gespaard voor mijn studie waardoor ik nu niks hoef te lenen. Als ik op kamers zou gaan zou dit wél moeten. Mijn grootste voordeel is dat ik kosten bespaar."

Ook zou ze haar ouders niet willen missen: "Ik heb een goede band met mijn ouders. Het is hartstikke gezellig thuis en ik wil toch altijd even mijn verhaaltje kwijt aan het einde van de dag."

Het grootste minpunt van thuiswonen volgens Saskia? "Het reizen, de tijd die je daarmee kwijt bent en de onzekerheid of je met de NS überhaupt op tijd op je eindbestemming bent." Op kamers gaan lijkt haar ook wel erg gezellig: "Het is natuurlijk gezellig met huisgenoten en je bent dichterbij feestjes."

Op kamers 1: Jan-Paul

Jan-Paul studeert Communicatie International Event in Tilburg. Hij geniet enorm van de vrijheid die hij heeft in zijn eigen stulpje: "Je bent los van thuis, je kan zelf bepalen wat je doet. Bovendien is er geen eindtijd bij het stappen, kan je zelf bepalen wanneer en wat je eet, en als je om twee uur 's middags wil opstaan, is dat geen probleem voor anderen."

Nadelen van deze vrijheid ondervindt Jan-Paul wel: "Het kost allemaal erg veel geld, alleen de huur al. Hier in Tilburg valt het nog mee, maar in de Randstad is het ontzettend duur. Ook moet je vaak koken, terwijl je daar soms misschien wel helemaal niet zo'n zin in hebt. Daarnaast ga ik minder naar huis, want ik ben 2,5 uur onderweg naar mijn ouders. Ik zie ze dus minder vaak."

Op kamers 2: Sabrina

Sabrina studeert voor Pedagogisch medewerkster Jeugdzorg in Nijmegen. Zij woont met een vriend in een appartement. Ook zij is erg blij dat ze nu eindelijk zelf kan bepalen wat ze doet: "Ik kan ervoor kiezen om het huishouden niet te doen, dagen niet thuis te komen of gewoonweg de hele dag lui op de bank te liggen; fantastisch!"

Vervelend is wel dat zij door datzelfde huishouden weinig tijd overhoudt: "Doordat ik het huishouden moet doen en extra moet werken om de huur te kunnen betalen, hou ik minder tijd voor mezelf over. Omdat de huurprijs best hoog is, heb ik ook minder geld over om leuke dingen te doen in het weekend."

Thuisblijven vs op kamers: wat zie jij het meeste zitten?