Niemand
John werd wakker. Hij wreef in zijn ogen en keek op zijn wekker. Even schrok hij. Het was al 7 uur! Niemand had hem wakker gemaakt!
Dit verhaal is geschreven door Lars Hartman (13) als inzending voor de wedstrijd Talent voor Taal. De afgelopen weken publiceerden wij de tien beste verhalen met thema 'Vriend & Vijand' op ons blog. Lees ook ons verslag van de prijsuitreiking!
Normaal gesproken als hij door zijn wekker heen sliep kwam zijn vader of zijn moeder hem wel even wakker maken. Dat is raar, dacht John. Misschien zijn zijn ouders ook door hun wekker heen geslapen.
Krakend geluid
Al gapend kwam hij uit zijn bed. Hij slenterde door de gang naar de kamer van zijn ouders. Hij klopte drie keer op de deur. Geen antwoord. Zachtjes duwde John de deur open. Het maakte een krakend geluid. Zo’n geluid dat je hoort in van die enge films. Het zonlicht scheen door de gele gordijnen en gaf een mooie gouden gloed in de kamer. Johns ogen vielen op het wit met paarse bed. Er lag niemand in. Het was niet opgemaakt. Het bed lag opengeslagen alsof iemand er met haast uit is geklommen omdat hij ergens te laat voor was.
Misschien zijn zijn ouders hem wel vergeten wakker te maken. John holde de trap af. Hij kwam beneden… maar er was niemand! Wat is dit voor grap, dacht John terwijl hij nog eens goed de kamer rond keek. Waarschijnlijk hadden zijn ouders een afspraak die ze vergeten waren en in de haast hem vergeten wakker te maken.
John ontbeet, trok zijn kleren aan en sprong op de fiets. Hij moest toch naar school. Hij had geen zin om te laat te komen. Terwijl John door het dorp fietste, viel hem iets op. Hij zag nergens andere mensen. Er was iets heel raars aan de hand. Hij fietste nou al een kwartier zonder mensen te zien. Zou iets heel groots aan de hand zijn in de buurt?
Stil
Veel ideeën vlogen door zijn hoofd. Maar geen één daarvan was geloofwaardig. Hij was bijna bij zijn school en kon de fietsenstalling al zien. John zette zijn fiets neer en liep naar de school. Hij stond even stil. Toen hij net zijn fiets neer zette, waren er geen andere fietsen! Zijn fiets stond als enige in de hele fietsenstalling van de school! Zou er ook al niemand in de school zijn?
In alle hoop rende hij naar de ingang. Zo hard als hij kon. Binnen een paar seconden was hij door de zware deur heen. Hij stond even stil van wat hij zag: de hele zaal… leeg! Er was geen spoor van mensen te bekennen in de school. Alle lokalen waren leeg. Hij liep voorzichtig naar het midden van de zaal. Niemand. John was verbijsterd. Waar is iedereen naartoe?
Gerinkel
Plotseling kreeg hij een beetje hoop. Hoop van iets dat hij elke dag hoort. Zijn telefoon ging af! De beltoon van de telefoon echode door de hele school. John graaide zo haastig naar zijn broekzak dat hij de telefoon uit zijn handen liet vallen. De telefoon knalde op de grond. Het gerinkel was te horen door de hele school. Stukjes glas vielen over de vloer. Even raakte John in paniek.
Hij pakte de telefoon weer op van de grond. De telefoon trilde in zijn hand. Hij deed het nog! Snel keek John wie hem belde. Het was Thijs. John had vaak ruzie met Thijs en daarom waren ze nooit echt vrienden. John baalde even maar drukte toen op de groene knop. ‘Hallo, met John!’, zijn stem echoode wel 3 keer terug. ‘John ben jij dat?’ John was zo opgelucht. ‘Ja ik ben het! Thijs, weet jij wat er aan de hand is?’ - ‘Dus jij ziet ook niemand om je heen?!’ schreeuwde Thijs opgelucht door de telefoon. ‘Nee, ik sta nu in de school. Hij is helemaal leeg!’ - ‘Kom, we spreken ergens af. Ik weet dat wij het niet altijd kunnen vinden met elkaar, maar we moeten nu even samenwerken!’ zei Thijs.
John dacht even goed na en zei: ‘kom naar het plein voor de kerk, dan zien we wel.’ Hij hing op, sprong op zijn fiets en ging naar het plein waar Thijs ook was. Samen gingen ze op zoek naar andere mensen op de wereld.
1 seconde geleden