Mijn grootste nachtmerrie: een dag zonder oordopjes
Met een zucht en een flinke grijns plofte ik naast mijn moeder op de bank. ''Ik ben helemaal klaar om te vertrekken en ik heb zelfs nog drie minuten over'', vertelde ik haar trots. Terwijl ik de snapchats van mijn vrienden opende, tikten de 180 seconden weg. ''Tijd om te gaan!'' riep ik, en ik sprong op, waarna ik de la gauw opentrok om op mijn weg naar de deur mijn oordopjes mee te grissen. Paniek. Er lagen tijdschriften, onderzetters en afstandsbedieningen, maar...geen oordopjes.
Shit, shit, shit, wat nu? Dacht ik bij mezelf. Inmiddels was het toch echt tijd om op de fiets te stappen, als ik mijn trein wilde halen. Maar zonder oordopjes naar school? Dat leek me geen optie. Ik rende vlug naar boven om mijn kamer overhoop te halen, terwijl mijn moeder geamuseerd toe stond te kijken. ''Ga nu maar, je gaat heus niet dood zonder die dingen.''
Op weg
Geïrriteerd trok ik de voordeur achter me dicht en stapte op de fiets, terwijl ik gedwongen moest luisteren naar het geratel van mijn spaken en het gefluit van de vogels. Normaal zou ik nu mijn Spotify-account openen (zo ongeveer het tiende dat ik heb aangemaakt, want die gratis proeftijden zijn mijn favoriete fenomeen) en muziek opzoeken die bij mijn emoties past. Naar school gaan is iedere ochtend weer een opgave voor mij, maar mijn lievelingsband maakt die weg dan toch een stukje draagbaarder.
Eenmaal op school heb ik de deur nog niet achter me in het slot laten vallen of er rennen al drie bruggers vlak voor mijn voeten langs, brullend alsof ze in een dierentuin thuishoren. Ik moet wennen aan het gevoel dat ik zichtbaar ben nu ik me niet langer met vol volume af kan sluiten van de wereld om me heen.
Asociaal
Een klasgenoot van me, die ik meestal liever ontwijk, staat al te wachten voor het lokaal. Een fractie van een seconde graai ik in de zakken van mijn jurk, op zoek naar mijn telefoon en het zwarte draadje dat er altijd aan hangt. Maar helaas, die is dus nergens te bekennen. Mijn niet-zo-sociaal-ingestelde brein maakt een beetje kortsluiting. Moet ik nu.. praten? Ik maak oogcontact, glimlach en zeg: ''hoi!'' De klasgenoot knippert en richt zijn ogen vervolgens weer op zijn telefoonschermpje. Zoveel blijk ik dus niet te missen met mijn oordopjes in.
Zes uur later ben ik eindelijk thuis en plof ik, net als die ochtend, op de bank. Ook nu zucht ik. Wat een vreselijk saaie dag. Mijn moeder komt naast me zitten. ''Je leeft nog'', grijnst ze.
Ze had gelijk. Ik ben niet doodgegaan zonder mijn oordopjes. Maar voor mijn gevoel was ik er akelig dichtbij gekomen. Gelukkig vond ik de twee voortvluchtigen een dag later terug. Gewoon op de plek waar ik ze voor het laatst had gehad. Typisch.
1 seconde geleden
B.
B.
Is maar goed ook dat je geen muziek in hebt op de fiets. Volgens mij weten niet veel mensen hoe gevaarlijk dat eigenlijk is!
5 jaar geleden
Antwoorden