Lotte en Valerie organiseerden een tweedehandskledingmarkt voor hun pws
Bij een profielwerkstuk denken we al snel aan onderzoeken, lang schrijven en presenteren. Maar de Drentse meiden Lotte en Valerie uit havo-5 pakten het anders aan. Zij organiseerden een gratis tweedehandskledingmarkt voor hun profielwerkstuk (pws): Quinvit.
"Op het nieuws zie je de laatste tijd steeds meer over fast fashion: trendy kleding die op een snelle en goedkope manier is gemaakt, zonder veel aandacht voor het milieu of eerlijke werkomstandigheden", begint Valerie. "Heel veel mensen kopen kleding van bedrijven die hier aan meedoen, zonder dat deze mensen hierbij stilstaan. De Chinese websites Shein en Temu zijn goede voorbeelden, maar de Zara en Stradivarius verkopen ook fast fashion."
Kleding van dit soort winkels is ook van veel slechtere kwaliteit dan kleding van 'schone winkels', vertelt Valerie. "Iedereen heeft wel eens een goedkoop truitje gekocht dat je na drie wasbeurten alweer weg moest gooien omdat hij lelijk was geworden. Overigens ook alles wat je ook terugstuurt naar winkels zoals Shein en Temu, wordt gewoon verbrand, omdat dat het goedkoopst is. Niet heel duurzaam dus."
Tweedehandskledingmarkt
Maar wat zou daar een oplossing voor kunnen zijn? Meer tweedehands dan nieuwe kleding kopen, vindt Lotte. "Ik hoor vaak dat mensen tweedehandskleding vies vinden, vooral omdat ze niet weten van wie en waar de kleding is geweest. We wilden graag iets creatiefs en origineels voor ons profielwerkstuk. We vinden de onderwerpen duurzaamheid en fast fashion ontzettend interessant. Daarom organiseerden we een tweedehandskledingmarkt voor ons profielwerkstuk, alleen voor leerlingen en docenten op school."
"We kregen gelijk veel positieve reacties van mensen om ons heen, dat was echt heel erg leuk", glundert Lotte. "Het is echt aan te raden om wat uit te voeren voor je pws, in plaats van alleen wat te schrijven door middel van onderzoeken en eindeloos websites bezoeken." Valerie gaat verder: "We begonnen met het schrijven van een theoretisch kader, want de markt is natuurlijk het praktisch kader. Dit was soms wel een beetje saai. Maar alles voor een goed doel natuurlijk!"
"Toen moesten we een naam bedenken. Het werd Quinvit. De naam is gevormd uit twee woorden", legt Valerie uit. "Quin staat voor Quintus, onze school, omdat het voor mensen is die op onze school zitten. En vit is afgeleid van outfit en Vinted. Onze begeleider was heel enthousiast en die vond de naam ook gelijk leuk. Ze heeft ons goed geholpen met de voorbereidingen, zoals een lokaal regelen en zorgen dat we vrij van onze lessen kregen om hiermee bezig te gaan."
Uitvoering
Valerie gaat verder: "We hadden bij de ingang van de school een grote kar neergezet waar iedereen kleding in kon leggen. De kleding moest schoon zijn en geen gaten hebben. Ook wilden we geen ondergoed, schoenen en sokken. Want dat is wel onhygiënisch. Dit is niet helemaal gelukt, we kregen nog wel een paar afgetrapte schoenen die echt niet meer konden en wat vieze of kapotte kleding. Dat moesten we weggooien, hoe zonde dat ook was."
"We probeerden reclame te maken voor onze kleding door middel van posters door de school heen en een projectie in de aula", aldus Lotte. "Ook hadden we een presentatie gestuurd naar alle mentoren van elke jaarlaag, zodat zij de kledingmarkt in hun mentorlessen zouden kunnen bespreken. Hierin werden ze aangespoord om tweedehandskleding te kopen en maakten we natuurlijk reclame voor onze markt."
'Vies'
"Toch kregen we nog best vaak terug dat veel leerlingen het idee van de markt best vies vonden en nooit tweedehandskleding zouden dragen. Ook daarom hebben we de gehele markt gratis gemaakt, met een paskamer en tasjes, om ook dit soort leerlingen toch aan te sporen even te kijken. Misschien zit er toch iets voor je tussen." Valerie: "En natuurlijk ook voor mensen die het wat minder breed hebben. Het was een kans om iets leuks uit te zoeken!"
"De bak voor kleding werd anderhalve week voor de kledingmarkt neergezet, zodat we tussendoor al wat kleding konden uitzoeken en opvouwen", vertelt Valerie. "We kregen een lokaal toegewezen waar we de markt mochten houden. Een dag van tevoren hebben we alles klaargemaakt. We hebben rekken neergezet waar de kleding aan hangers op maat en soort kleding uitgestald is. De hangers komen van ons thuis, maar ook van de C&A. Die mochten wij lenen. De truien zijn bij de truien gesorteerd en de rokjes bij de rokjes. Sommige mensen hebben zelfs helemaal nieuwe kledingstukken ingeleverd. We kwamen een blouse tegen, helemaal nieuw, van zeventig euro!"
Kleding weggeven
"We staan er vanaf negen uur 's ochtends tot vier uur 's middags. Tot nu toe zijn er vooral vriendinnen langsgekomen en wat docenten, die dan enthousiast een gesprekje aangaan, dat is dan wel grappig", aldus Valerie. "Als er dan onbekende leerlingen langskomen, kijken die snel naar binnen en lopen ze weer weg. Dat is echt jammer. We weten zeker dat we hier een jurkje voor ze hebben, maar dat is dan maar zo. Ik ben benieuwd hoe het verder gaat vandaag. De kleding die overblijft, geven we aan tweedehandskledingwinkels of liefdadigheidsinstellingen."
1 seconde geleden