Kamperen kan je leren
Ellende, een tent en overlast. Deze antwoorden krijg ik als ik mensen vraag naar hun associaties met kamperen. Begrijpelijk, want wie gaat er nou voor z'n lol op vakantie primitief leven?
Nou. Ik, bijvoorbeeld.
Waardeloos weer
Bibberend probeer ik onder twee (!) slaapzakken te slapen, maar het is zelfs dan nog koud. Buiten is het immers maar veertien graden en het regent dat het giet. Mijn dunne tentdoek is in niets te vergelijken met de goed geïsoleerde muren van thuis, waar ik op dit moment veel liever zou zijn. Bij iedere lichtflits zit ik rechtop, wachtend op de donder. Plotseling voel ik iets nats op mijn hoofd vallen. Ik knip een lampje aan en zie dat mijn tent vol water staat. Tent lek, heb ik weer.
Een paar jaar later lig ik wederom in mijn tent op een camping ergens in Italië. Het is half één 's nachts, maar buiten is het nog steeds 32 graden. Tel daar een donker tentdoek bij op en je hebt de ideale manier om te smelten. En dat 's nachts. De rest van de dag is het 40+ graden, dus we liggen alleen maar in het zwembad, staan voor het diepvriesvak van de supermarkt of zitten ergens binnen waar airco is. In de tent kom ik alleen maar om heel snel iets te pakken, maar zelfs dat is eigenlijk al te warm. Wat een ellende.
Boze buren
Thuis, in ons vrijstaande huis, hoor ik de buren nooit en zeker niet als ik probeer te slapen. Maar als je op de camping met nog geen tien meter afstand van je snurkende buurvrouw slaapt, hoor je alles. Als je dan niet zulke leuke buren hebt, is overlast snel veroorzaakt.
"Kasper, slapen, nu!" Gezellig, zo'n buurman die z'n kind op die manier in slaap probeert te krijgen, vooral als hij dit zo hard roept dat de hele camping hem kan horen. En Kasper gaat uiteraard niet slapen, die krijst alleen maar harder. Vanuit mijn tentje kan ik die beginnende familieruzies goed volgen. Het lijkt wel allemaal één grote soap. En dat vind ik niet zo leuk om te kijken, dus van deze buren word ik ook niet enthousiast. Wanneer ik bijna in slaap val, klinkt er weer: "Ga slapen, Kasper." Zowel Kasper als ik slapen nauwelijks.
Vermakelijke voordelen
Het klinkt inmiddels alsof kamperen een ramp is, wat je zoveel mogelijk moet proberen te voorkomen. Maar hé, na al deze drama's zet ik nog steeds mijn tent op (nou ja, dat probeer ik tenminste, het meeste werk laat ik over aan mijn broertje). Als die tent eenmaal staat, ben ik gelukkig.
Op de camping ben je immers van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat in de buitenlucht. Je hebt alle vrijheid om te gaan en staan waar je wil, want als de camping tegenvalt, trek je gewoon door naar de volgende. Met uitzondering van die boze buren is het vaak ook echt gezellig op een camping. Tot slot hoef je bijna niets, behalve koken en afwassen. En als je daar geen zin in hebt, dan ga je gewoon lekker uiteten.
Genoeg redenen om te gaan kamperen dus. En met die ellende en overlast moet je maar gewoon leren omgaan en anders als grappige situaties onthouden. Kamperen kan je namelijk best leren.
1 seconde geleden