Ik heb online gepest
Laatst las ik een artikel over pesten. Pesten kan op veel manieren: je kan iemand slaan, schoppen of gemene roddels verspreiden. Maar er lijkt wel een verschil te zitten tussen hoe jongens en meisjes dit doen: jongens vallen elkaar vaker fysiek aan, terwijl meisjes meer sociaal pesten. Ik kan het weten: ik heb zelf ook gepest.
Laten we vijf jaar terug in de tijd gaan. Ik was een twaalfjarige brugger en zat in een energieke brugklas. Alles was nieuw voor mij: de lessen, de docenten, de middelbare schoolsfeer. Vooral dat laatste was wennen.
Telkens werd ik omver gelopen door oudere kinderen, werd ik nageroepen met racistische opmerkingen (helaas is dat nog steeds niet veranderd) en voelde ik de groepsdruk om 'erbij te horen'. Vooral dat laatste viel voor mij niet mee, ik voelde me vaak het vijfde wiel aan de wagen, een buitenbeentje. Ik had moeite met de racistische opmerkingen. Ik kropte dat op, praatte er met niemand over. Van buiten deed ik speels mee met de plagerijtjes en de uitdagingen die bij de brugklas horen, maar van binnen voelde ik me ellendig.
De gepeste klasgenoot
Een klasgenoot en ik zaten niet zo goed op één lijn. We moesten in een groepje samenwerken, wat niet helemaal soepel verliep. Ik kon niet zo goed tegen zijn opmerkingen, hij niet tegen mijn manier van doen. Van binnen groeiden haatgevoelens, die op hetzelfde plekje terecht kwamen als al mijn andere opkroppingen.
Op een zondagavond barstte de frustratiebom. Ik weet niet precies meer hoe het gegaan is, maar voor ik het wist zat ik afschuwelijke berichten over mijn klasgenoot te typen in mijn klassenwhatsapp. Over hoe ik erg hem haatte, wat voor erge dingen er met hem zouden gebeuren, tot een doodsverwensing aan toe. Daarnaast stuurde ik ook nare Tweets de wereld in, waar de gemeenheid vanaf droop. Het voelde bevredigend om mijn frustraties kwijt te kunnen, maar ik was me niet goed bewust van de schade die ik aanrichtte voor anderen.
De gevolgen
De volgende dag kwam ik op school. Mijn klas deed vreemd tegen me. Tijdens aardrijkskunde kwam de gepeste klasgenoot achter mijn nare berichten en barstte in tranen uit. Langzaamaan begon de afschuwelijke situatie tot me door te dringen. Ik had iemand online gepest. Gespannen ging ik van les naar les, totdat tijdens wiskunde de leraar naar me toekwam: "Sandra, is er iets aan de hand? Ik vang verhalen hier en daar op..." Ik biechtte de situatie op. De mentor en de afdelingsleider werden erbij gehaald. Ik moest vertellen wat ik had gedaan, bedenken wat de consequenties hiervan waren en hoe ik dit wilde oplossen.
Ik had oprecht spijt. Ik kon mezelf wel voor mijn hoofd slaan vanwege mijn acties. Tijdens mentorles was de spanning in het lokaal om te snijden, iedereen zweeg. Ik had een spijtbetuigenis geschreven, die ik voorlas. Ik biedde duizendmaal mijn excuses aan. Na een emotioneel lesuur, was het tijd om naar huis te gaan.
Schuldgevoel
Ik voelde me schuldig dat ik de sfeer in mijn klas had verpest. Gelukkig werd de sfeer in de brugklas al snel weer beter dankzij de anderen. Het schuldgevoel is echter nooit helemaal weggegaan. Als ik erop terugkijk, had ik moeten aangeven dat ik niet zo goed in mijn vel zat. Dan had ik samen met hen een oplossing kunnen zoeken.
Dat was veel beter geweest dan mijn frustraties afreageren door iemand anders te pesten.
1 seconde geleden