De perfecte mentor
Een mentor. Vanaf de brugklas heb je er één en vaak verandert ieder jaar opnieuw wie het is. Een mentor kan een belangrijke rol spelen in je schoolcarrière, je moet naar je mentor toe kunnen als je je niet fijn voelt of als je moeite hebt met bepaalde dingen.
Maar soms is die klik er gewoon niet. Wat doe je dan? Dat wordt eigenlijk nooit verteld.
Steun en toeverlaat
Zodra je de klas binnenloopt op je eerste dag van de middelbare school, zul je horen dat jouw mentor er is voor als het niet goed met je gaat of als je ergens moeite mee hebt. Zo beginnen de meeste mentoren met startgesprekken om je te leren kennen.
Bij zo'n eerste gesprek merk je vaak al snel of er een klik is of niet. En die is er niet altijd. Toch word je 'verplicht' om je mentor te vertrouwen, wat best raar is. Maar als er simpelweg geen klik is, dan is die er niet. Wat vaak niet verteld wordt, is dat er nog andere personen op school zijn naar wie je toe kan als je bijvoorbeeld geen goede klik hebt met je mentor. Zo heb je misschien nog een oude mentor die tijd heeft voor een gesprekje zo nu en dan. Of een medewerker of leraar op school bij wie jij je fijn bij voelt. Vaak kan zoiets wel geregeld worden.
De klik
Ik verplichtte mezelf altijd om een klik te krijgen met mijn mentoren. Maar als je dat gaat forceren, lukt dat niet. Dat kreeg ik ook door toen ik twee jaar lang geen fijne mentor had. In de derde veranderde dat.
Mijn mentor van toen was een stuk jonger en een vrouw. Dit gaf mij op de één of andere manier al meteen een meer vertrouwd gevoel. Daarna ben ik opener gaan kijken naar mentoren, wat goed uitpakte. Ik werd veel opener naar mijn mentor toe, maar ook naar andere leraren op school.
Mijn ervaringen
Helaas krijg je ieder schooljaar een andere mentor en daar baalde ik van toen ik overging van de derde naar de vierde. Ik had net zo’n fijne mentor! Maar gelukkig kreeg ik wederom een fijne mentor. Ik had twee jaar Engels gehad van haar, dus ik kende haar al.
Maar helaas kreeg zij een herseninfarct, waardoor ze niet meer les kon geven, en kregen we een vervangende mentor. Een leraar met wie ik sowieso al niet een hele goede klik had - wat kan, natuurlijk. Toen heb ik aan de bel getrokken en ben ik mentorgesprekken gaan doen met de zorgcoördinator van school, die ik al kende door het voorgaande jaar. En nu, nu ik nog een keer havo-4 doe, heb ik gelukkig weer een super fijne mentor.
Havo-4 nu
Door al deze ervaringen, maar ook omdat ik ben blijven zitten, merkte ik dat een fijne mentor erg belangrijk is voor mij. Dat heb ik ook op school aangegeven en toen hebben we gekeken bij welke mentorklas ik het beste zou passen. Er waren vier klassen, dus keuze genoeg. Ik ben blij dat ik me hiervoor heb ingezet en hoop volgend jaar ook weer een goede mentor te krijgen. En krijg ik die niet, dan weet ik nu hoe ik die kan krijgen. En jij nu ook.
Misschien is een studie Sociologie of Antropologie dan wel iets voor jou! Bij beide opleidingen ga je aan de slag met maatschappelijke vraagstukken. Wil jij erachter komen welke bachelor het beste bij jou past? Kom naar de VU Bachelordag op zaterdag 8 februari.
1 seconde geleden