Het halen van je rijbewijs is een spannende en zenuwslopende gebeurtenis. Iedereen wil natuurlijk in één keer slagen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Om je het gedoe van herexamens en extra lessen te besparen, geven wij vijf tips zodat jij in één keer met vlag en wimpel slaagt voor je praktijk. 

1.   Doorstroming en veiligheid > perfectie

Veel jongeren gieren van de zenuwen tijdens hun praktijkexamen en gaan al snel aan zichzelf twijfelen als iets niet helemaal perfect gaat. Dat is nergens voor nodig. Onthoud dat een examinator absoluut niet verwacht dat je foutloos rijdt. Het gaat erom dat je probeert om het te allen tijde veilig te houden, en dat jouw rijgedrag zorgt voor een goede doorstroming van het verkeer. Dus als jij bij het inparkeren extra moet steken, is dat helemaal geen probleem, zolang je rekening houdt met de veiligheid en ander verkeer hierbij niet hindert. Onthoud dat niemand zakt op een klein foutje, en dan rijd jij gegarandeerd met veel meer rust en zelfvertrouwen tijdens je examen.

2.   Kijkgedrag

Superveel kandidaten zakken voor hun praktijkexamen omdat hun kijkgedrag onder de maat is. Waar het 'm dan vooral in zit, is dat er te gehaast en/of te laat wordt gekeken. Dit zorgt ervoor dat, ondanks dat je technisch gezien gekeken hebt, je niet optimaal kan reageren op de situatie om je heen. Ben je hier bewust van, en kijk niet alleen om het maar gedaan te hebben, maar echt om op de hoogte te zijn van de activiteit op het wegdek. Dus neem de tijd en kijk bewust, maar sla hier niet in door: ook dat kan gevaarlijk zijn. 

3.   Dé juiste snelheid

Tijdens een praktijkexamen zijn er voor je gevoel duizend dingen waar je op moet letten. Snelheid is daar uiteraard één van, maar raak daar ook weer niet te gefixeerd op. Er bestaat in de praktijk immers helemaal niet zoiets als dé correcte snelheid. Als je op een weg rijdt waar je 50 km/u mag rijden, betekent dit niet dat je dit coûte que coûte moet doen. Pas je snelheid aan aan de omstandigheden.

Tijdens een inhaalactie kan je bijvoorbeeld beter iets sneller rijden, en bij een smalle weg met veel bochten is het vaak verstandiger om iets langzamer te rijden. Streef ernaar om te rijden volgens de aangegeven snelheid, maar realiseer je dat in bepaalde situaties daarvan afwijken beter is voor de doorstroming en veiligheid van het verkeer. Verder spreekt het natuurlijk voor zich dat het geen ramp is als jij 83 of 76 km/u rijdt op een weg waar je 80 km/u mag. 

4.   Rijinstructeur bij praktijk

Hoewel je niet je moeder mee mag nemen voor de mentale support tijdens je praktijkexamen, mag je wel degelijk je rijinstructeur meenemen. Het is zeker aan te raden om dit te doen. Op die manier weet jouw instructeur immers als je niet in één keer slaagt, waar nog mee moet worden geoefend. Daarnaast kan hij/zij ook lekker een praatje houden met je examinator, zodat jij naast autorijden niet ook nog eens een heel gesprek moet voeren.

5.   Theorie op je praktijk

Je hebt je theorie-examen al lang en breed achter de rug, maar toch stelt je examinator opeens een vraag over een onderdeel onder de motorkap. Houd daar maar rekening mee, want dit is het eerste gedeelte van je praktijkexamen. Hoewel deze vragen je waarschijnlijk niet zullen maken of breken, is het jammer om je examen gelijk slecht te beginnen omdat jij niet weet hoe je de olie moet bijvullen, of nog erger: je de motorkap niet eens open krijgt.

Maar vrees niet. De examinator gaat je echt niet vragen om stap voor stap uit te leggen hoe je een brandstoffilter moet vervangen. Het blijft vaak bij hele basale vragen, waar je je eenvoudig op kan voorbereiden. Dus doe voor je praktijk even wat onderzoek naar de onderdelen onder de motorkap, en dan kom je niet bij het eerste onderdeel van je praktijkexamen voor verrassingen te staan.

Dit wil je ook lezen:

Hoe ik mijn rijangst kan overwinnen (en jij ook)