'17 jaar zonder ID, dat doet iets met je'
Op de basisschool deed Mina (19) wat iedere jongen van zijn leeftijd deed. Hij zwom, voetbalde en maakte plezier met zijn vrienden. Op school kon Mina gewoon kind zijn. Maar thuis was de vraag of hij, en zijn familie, in Nederland konden blijven hét gespreksonderwerp.
Egypte
"Mijn vader kan in Egypte ieder moment worden opgepakt." Omdat de ouders van Mina vanwege hun koptisch-orthodoxe geloofsovertuiging en een beschuldiging van fraude niet veilig waren in Egypte, vluchtten zij naar Nederland. Hier kregen ze twee kinderen: Mina en zijn vier jaar jongere zusje.
Omdat hun advocaat de kans van slagen te klein achtte, hebben ze destijds niet de normale procedure voor een verblijfsvergunning gestart. Toen Mina 8 jaar was, begon de procedure pas. Toen begonnen er negen lange jaren met de vraag of het gezin naar Egypte zouden moeten. Toen hij 17 was, kreeg Mina een discretionaire verblijfsvergunning.
Angst
Omdat zijn ouders beperkt Nederlands konden, moesten Mina en zijn zusje de brieven en e-mails van instanties voorlezen. Het nieuws dat in die brieven en e-mails stond, maakte Mina bang. "Vooral in de laatste twee jaar van de procedure werd ik angstig van de berichten. We moesten naar kantoren komen om vliegtickets te regelen. Onze advocaat ging mee en er gebeurde steeds niks. Maar wij hadden steeds die spanning tot de afspraak."
Ook in het dagelijks leven werd hij bang om bijvoorbeeld aangehouden te worden. Wanneer iemand vroeg naar zijn ID, had hij niks om te laten zien. "Ik was bang iets verkeerds te doen zonder het door te hebben", vertelt Mina, "op een verkeerde plek staan ofzo." In zijn bed dacht hij daarover na, maar altijd probeerde hij positief te blijven.
Op school
Alleen op school had Mina was de spanning en angst wat minder heftig. Daar kon hij kind zijn. Het liefst vergat hij dan alles. Hij kreeg veel steun van leraren. Ze waren geïnteresseerd in hem en Mina kreeg via school hulp van een maatschappelijk werker. Op school werd Mina verder zoveel mogelijk behandeld als ieder ander kind. "Alleen bij het schoolreisje naar Parijs was ik anders. Ik ging niet mee. Je hoorde erbij of niet."
Dat zijn dingen die hij nog altijd jammer vindt. Goede vrienden had Mina op school gelukkig altijd en onder andere daardoor ervaarde hij enkel kleine verschillen tussen hemzelf en klasgenoten. "Langskomen op mijn basisschool voelt nog steeds als thuiskomen", besluit hij glimlachend.
Verblijfsvergunning
Op zijn 17de kreeg Mina, na jaren van procederen, eindelijk een verblijfsvergunning. "Dat was echt een blok dat van je schouders afvalt", vertelt Mina opgewekt. "Mijn mindset werd meteen rustiger." De tijd die hieraan voorafging heeft Mina gevormd als persoon. Hij moest zich op jonge leeftijd zorgen maken over volwassen kwesties, 'ik ben jong oud geweest', en heeft daardoor een deel van zijn jeugd gemist.
Hij wil door de onzekerheid van toen, nu altijd weten waar hij aan toe is. Maar bovenal let hij constant op gevaar. Hoe groot is een evenement? Hoe steekt het in elkaar? "Ik neem liever geen risico. Ik wil niet dat mijn ouders een onveilig land zijn ontvlucht en ik hier nu alsnog onveilig leef."
Lili en Howick
Zaken als die van Lili en Howick grijpen Mina persoonlijk aan. Hij volgt veel nieuws, maar dit soort dingen springen eruit. Mina vindt het niet humanitair hoe de regering is omgegaan met deze zaak. "Kinderen laten slapen met verdriet en angst kan niet. De politiek moet duidelijk zijn. Dit is respectloos."Hij hoopt dat alle kinderen als Lili en Howick blijven vechten.
De toekomst
Mina heeft al jaren een grote droom: journalist worden. De media interesseerden hem nooit, totdat hij zelf vaak geïnterviewd werd. Hij zag hij de media werken en dat boeide hem. Daarnaast weet hij hoe het is om een zwaar en pijnlijk verhaal te vertellen.
Ook is Mina ambassadeur van Defence for Children. Tijdens de procedure kreeg Mina veel steun van die organisatie. Ze gingen mee naar de rechtbanken oefenden druk uit op de media. Nu doet hij dat zelf, staat hij kinderen bij die in de situatie zitten waarin hij ooit zat en hoopt hij nog veel van hen te kunnen helpen. "Ik weet hoe zij zich voelen. Het is pijnlijk om te zien." Even is hij stil. Dan zegt hij: "Kinderen horen buiten te spelen." Het is wat er destijds over hem werd gezegd, en nu zegt hij het over anderen.
1 seconde geleden