Jongeren en politiek

Einde van politiek?
Als men aan jongeren vraagt hoe ze over politiek denken, moet je ze bij wijze van spreken eerst uitleggen wat politiek is. Ze vinden het saai en duf. Steeds minder jonge stemgerechtigden gaan naar de stembus. Jongeren hebben blijkbaar betere dingen om over na te denken. Is het een aflopende zaak met de toekomst van politiek Nederland of valt de schade nog mee? Is er niet een manier om de interesses in politiek terug te winnen? Hechten jongeren geen belangen meer aan democratie en worden ze steeds individualistsier of is de politiek tegenwoordig gewoon te saai?

Het is inderdaad waar dat steeds minder jongeren gaan stemmen. In de jaren 1960-1970 stemde 60% van alle jongeren tussen de 18 en 24 jaar. In de jaren 1970-1980 51% van hen. Tussen het jaar 1990 en 2000 slechts 21% van jongeren tussen 18 en 24 jaar oud.
Er zijn mensen die deze daling niet beschouwen als daling van de interesse in politiek, maar alleen als daling van het aantal stemmende jongeren. Zij vinden het niet goed dat er een verband wordt gelegd tussen interesse in politiek en stemmen.

Het is begrijpelijk dat jongeren zich steeds minder interesseren in politiek. Zo is politicus C. De Graaff van mening. Jongeren hebben het goed en vrijwel niets zit ze tegen. De overheid is geen dwarsboming voor hun ideeën of denkwijzen. Alles is goed en alles mag. Ook worden zowel links als rechts vertegenwoordigt in de regering. Voor ieder wat wils dus. Dit maakt politiek minder uitdagend. Jongeren krijgen snel de indruk dat het niet uitmaakt of ze nu wél, of niet zouden stemmen.
Andere politici denken dat het aan de instelling van de jongeren zelf ligt. Jongeren zijn tegenwoordig meer meegaand en vinden het verkondigen van hun eigen mening minder belangrijk. De jeugd wordt meer en meer individualistisch. “De jeugd van tegenwoordig.”

Jongeren zijn de toekomst. Daarom is enige politieke belangstelling toch wel vereist vindt politicus G. Pauwels. Het is belangrijk voor een democratie dat ze in stand gehouden wordt en wordt nageleefd. Een verval van de democratie vindt Pauwels ondenkelijk en onzin. Toch ontkent hij niet dat er meer belangstelling zal moeten komen voor politiek bij jongeren. Hij denkt dat deze belangstelling wel weer teug zal komen. “De jeugd is voortdurend in verandering en de interesse in politiek zal ook best terugkomen” vult zijn collega aan.
Belangstelling voor politiek is natuurlijk ook erg belangrijk voor jongeren die wel gaan stemmen. Ze moeten goed weten voor welke belangen een partij staat en wat de inhoud van hun partijprogramma is. Jongeren moeten leren zich daarin niet te laten beïnvloeden maar een duidelijke eigen mening vormen zodat ze kiezen op de partij die ze zelf het beste vinden.

Een moeilijk probleem is de manier waarop de politiek de interesse van jongeren terug kan winnen. Daar zijn verschillende theorieën voor ontwikkeld. C. De Graaff is voorstander van de theorie waarbij onafhankelijke instellingen op middelbare scholen, middelbare- en hogere beroepsopleidingen voorlichting geven. Hij vindt dat het precies de goede doelgroep omvat en het voorlichten op een persoonlijke manier gebeurt.
Een andere mogelijkheid is het verspreiden van folders en plaatsen van artikelen in kranten. G. Pauwels vindt deze methode goed omdat het op grote schaal gedrukt en verspreid kan worden.Het grote nadeel hiervan is, volgens de Graaff, dat jongeren het domweg niet lezen. Het is wel een goedkopere en makkelijkere oplossing. G. Zalm (VVD) vindt dat jongeren zelf moeten beslissen of en wanneer ze politiek betrokken raken. De vrijheid van het individu staat voorop vindt hij. Hij denkt ook dat de interesse vanzelf weer terugkomt. Terwijl Jan Marijnissen (SP) vindt dat jongeren wel goed bij politiek moeten worden betrokken.

De democratie is niet ten eind. En in de politiek zit nog best toekomst. Maar teveel goede hoop hebben is niet goed. Jongeren zullen meer interesse moeten krijgen in politiek. Daartegenover staat dat de politiek ook wel iets spannender mag worden. Jongeren van tegenwoordig zijn wel wat meer gewend dan duf praten over saaie onderwerpen. Een stevige discussie vinden ze waarschijnlijk leuker. Misschien wordt de politiek door jongeren boeiender voor nieuwe generaties.