Zwart/wit
\"Komen jullie op mijn feest?\", vraagt Edwin terwijl we zitten in de aula op school. \"Natuurlijk\", roept Noor. \"Wat vier je?\"
\"Niets\", antwoordt hij. \"Gewoon, al mijn vrienden eens bij elkaar, dat vind ik leuk\". We beloven te komen, zoals de hele tafel dat aan Edwin belooft.
De volgende dag zit ik met Jamilla, Lisa en Edwin aan tafel. Hij zegt: \"Leuk dat jullie komen, serieus!\" Jamilla knikt en antwoordt; \"Ik heb er ook echt zin in.\" Dan draait ze zich naar Lisa en glimlachen ze even. \"Edwin?\", vraagt ze vervolgens. \"Mag Lisa\'s vriend ook komen?\" Omdat ik hem ken, antwoord ik voor Edwin: \"Natuurlijk mag dat\". Verschrikt kijkt
Edwin mij aan, dan zegt hij: \"Luister Lisa, je vriend is Antilliaan, he?\" Lisa knikt. Jamilla, Marokkaans, luistert ademloos. \"Misschien is het beter als je hem niet meeneemt. Ik heb niks tegen buitenlanders, maar mijn vrienden wel\". Even slikt Edwin. \"Kijk, ik heb al tegen ze gezegd dat ze hun mond moeten houden over Jamilla, anders flikker ik ze er meteen uit, maar als ineens een donkere jongen komt binnengelopen dan kan iemand met zijn zatte kop best eens iets stoms zeggen\". Jamilla kijkt inmiddels de andere kant uit, Lisa ook. \"Ik wil niet dat er ruzie uitbreekt\", gaat Edwin verder. \"Ik wil een leuk feestje. Het is stom dat
mijn vrienden zo zijn, maar ik ken ze al van kleins af aan\". Het gesprek valt stil. Jamilla en Lisa staan op en lopen weg. Edwin is boos op zichzelf en zijn vrienden. Hij voelt zich schuldig. Vraagt wat hij moet doen. Ik zeg dat hij het in deze situatie altijd fout doet.
Als ik Jamilla later spreek, zegt ze dat ze helemaal geen zin heeft om te gaan. \"Met zo\'n sfeer?\", vraagt ze. \"Bekijkt \'t lekker\". Ik begrijp haar volkomen. Maar Edwin begrijp ik ook.
Hij heeft zijn feestje inmiddels afgezegd.
Gepubliceerd op 29 april 2003