Typische Hollandse Treinreizigers

Het is 11:25 als ik in Nijmegen uit de trein stap. Over exact twee minuten vertrekt mijn volgende trein, de intercity met eindpunt Schiphol, helemaal aan de andere kant van het perron.
Ik kan gaan rennen, omdat ik het dan wel haal, wat met lopen niet zeker is.
Zeker de helft van de treinreizigers die diezelfde trein van 11:27 hebben, kiest er dan ook voor om, zodra de treindeuren opengaan, uit de trein te springen, en een kort sprintje te trekken naar de andere kant van het perron.
Als je die trein niet zou halen, zou je een klein kwartiertje moeten wachten op de volgende trein. Maar nee, veel Nederlandse treinreizigers kiezen er dan voor om 't op een hollen te zetten.
Met hun ’s ochtends gesmeerde boterhammen en abonnementskrant in hun tas, rennen ze voor de trein. Bang zijn om tien minuten later bij hun bestemming aan te komen.
Dat is zoiets verdomde Nederlands. Rennen voor de trein omdat je met je drukke, bescheiden leventje geen minuut te verliezen hebt. Maar ondertussen op zondag tot diep in de middag uitslapen.
Dat is net zoiets als dat wij met z’n allen ons helemaal lam zuipen in ’t weekend, maar we drugs ineens heel ongezond en eng vinden.
Net als dat we allemaal precies volgens de regeltjes behandelt willen worden, maar niemand Joran van der Sloot een eerlijk proces gunt. We zien hem het liefst rotten in de Peruaanse gevangenis.
Zo ook gunt niemand de minister president een fatsoenlijk salaris. Dat Giel Beelen en Paul de Leeuw drie keer zoveel belastinggeld ontvangen, kijkt niemand naar om.
Niemand rijdt in Nederland in een pick-up, dat kan natuurlijk echt niet, want dat is slecht voor het milieu, vinden we dan. Maar ondertussen eet wel iedereen elke week ongegeneerd een biefstuk.
Iedere Nederlander denkt dat hij goed is in Engels, maar ondertussen downloaden we onze films stiekem met Nederlandse ondertiteling.
We hebben allemaal een torenhoge telefoonrekening, maar een zakje M&M’s in de bioscoop vinden we te duur.
Nee, dan loop ik liever op mijn gemak naar de trein.