The Lord of the Rings: The Return of the King

Het is eindelijk zover, het derde deel en tevens afsluiting van Lord of the Rings draait in de bioscopen. Is het net zo’n goede film geworden als de voorgaande twee? De geschiedenis wijst uit dat zoiets zelden goed afloopt. The Godfather, Alien, Star Wars, The Matrix onlangs: allemaal voorbeelden waar het derde deel minder bleek te zijn dan de eerste twee delen. Maar Lord of the Rings vormt een uitzondering op de regel.
Return of the King is niet alleen een waardige conclusie van de trilogie, maar het is zelfs beter dan z’n voorgangers. De verschillende scènes lopen beter in elkaar over, de gevechten zijn nog spectaculairder, het drama nog aangrijpender.
De film begint zonder echte terugblik op de vorige delen, dus doe geen moeite als je die nog niet gezien hebt of boeken niet gelezen hebt. Wel krijgen we in een schrijnende scène te zien hoe Gollum (Andy Serkis) aan de Ring komt en hoe hij vervolgens langzaam verandert in het uitgemergelde wezen dat we uit de vorige films kenden.
Het verhaal gaat verder waar The Two Towers eindigde, Frodo (Elijah Wood) en Sam (Sean Astin) zoeken met hulp van Gollum een weg naar Mount Doom, de enige plek waar de Ring vernietigd kan worden. Ondertussen zijn de tovenaar Gandalf (Ian McKellan), Aragorn (Viggo Mortensen), de elf Legolas (Orlando Bloom), de dwerg Gimli (John Rhys-Davies) en de hobbits Pippin (Billy Boyd) en Merry (Dominic Monaghan) onderweg naar de stad Minas Tirith om de invasie van orks en andere wezens in dienst van de slechterik Sauron te stoppen. Er zijn een boel obstakels die overwonnen moeten worden: Frodo en Sam worden in de val gelokt door Gollum en moeten het opnemen tegen een gigantische spin, Gandalf en Pippin moeten de moedeloze leider van Minas Tirith zien te overtuigen dat het nog zin heeft te vechten tegen een gigantische overmacht en Aragorn, Legolas en Gimli zoeken bondgenoten uit een onverwachte hoek.
Het is dus niet zo vreemd dat het een lange film is geworden, bijna 3,5 uur in totaal. De film zakt echter geen moment in, wat een formidabele prestatie mag heten. Meesterlijk weet Peter Jackson tussen de verschillende verhaallijnen te schakelen en men zou Return of the King tekort doen door het een spektakelfilm te noemen. Men heeft ontzettend veel aandacht aan details besteed en de acteurs laten uitstekend acteerwerk zien. Het zijn niet alleen de massascènes waar de vonken vanaf vliegen, zo vergeet je regelmatig dat Gollum geen echt wezen van vlees en bloed is, maar volledig digitaal is. Dat hij zo overtuigend is, is voor een groot deel te danken aan Andy Serkis, die niet alleen zijn stem, maar ook zijn bewegingen en gezichtsuitdrukkingen aan Gollum heeft gegeven.
New Line Cinema heeft met het verfilmen van deze dure trilogie een flink risico genomen. Maar het vertrouwen in de groep rond Peter Jackson heeft z’n vruchten afgeworpen; de eerste twee delen waren zowel een artistiek als een commercieel succes, en ik zie niet in waarom dat voor Return of the King ook niet zou gelden.
Return of the King kan met recht één van de beste films van het jaar genoemd worden. Tolkien puristen zullen waarschijnlijk wat minder enthousiast zijn, aangezien men in dit deel weer wat meer van de boeken afwijkt. Maar laat dit je niet tegenhouden, als je de films en de boeken los van elkaar kunt zien. This is as good as it gets. Gepubliceerd op 16 december 2003