Retro-game testteam test SEGA

"Sonic? Wie? Wat is dat voor domme blauwe egel op m'n scherm? En alles gaat heel langzaam!" Gus was niet erg te spreken over de nieuwe SEGA-games miniconsole die we aansloten op kantoor. Maar voor mij was het pure herkenning: Sonic was de supersnelle egel die het op moest nemen tegen die rare loodgieter van concurrent Nintendo.
Van SEGA is weinig terecht gekomen, maar gelukkig zijn er nu de mini-consoles. Voor dertig euro haal je een klein zwart kastje in huis dat je direct aansluit op je televisie, en dan kan je zes classics spelen.
Sonic is misschien wel het bekendste spel. Toen supersnel, nu een beetje traag. Gus: "Een beetje traag? Ik vind het maar een sloom beest hoor." Het spel zelf is eigenlijk nog niet echt verouderd. Rennen, ringetjes pakken, vijanden te grazen nemen met de spin-attack. De graphics zijn een beetje ouderwets, maar niet eens zo heel erg. "Het speelt wel lekker ja, en de levels zijn erg uitgebreid. Hier kan ik wel een avondje mee vooruit." Geeft Gus toe.
"Hoe zit dat nou met die retrogrames, Tjort? Het is allemaal niet in 3D en er gaat ook niemand dood. Tegenwoordig heb je een stuk leukere spellen volgens mij," zei Gus toen we aan het eind van onze test-sessie een glaasje ranja dronken.
Ja, wat moet je daar nou tegenin brengen? Zo’n Megadrive console is hartstikke ouderwets, en je kan eigenlijk niet langer dan een uurtje achter elkaar spelen. Een spel opslaan kan bijvoorbeeld al niet. Maar aan de andere kant zijn alle spellen op deze mini-console echte classics. Dat merk je ook wel, het zijn goed doordachte spelletjes die stuk voor stuk met veel liefde in elkaar gezet zijn.
Op feestjes doen zulke simpele games het vaak hartstikke goed, want iedereen heeft binnen vijf minuten de smaak te pakken.
"Wacht even Tjort, ik speel nog één level verder, Sonic zit nu in de onderwaterwereld. Ik moet op zoek naar zuurstof, maar ook nog genoeg ringen verzamelen voor een extra leven!"
Retro is in tegenwoordig, en heel vaak betekent dat simpelweg oudbakken troep in een nieuw jasje. Maar de zes classics van SEGA zijn eigenlijk best leuk. Sonic en Flicky zijn de échte hoogtepunten, de rest is als extraatje ook niet weg. Terwijl ik nog een glaasje ranja drink, zie ik hoe Gus ingespannen probeert de kuikens naar de vrijheid te loodsen. Die is om.
Gepubliceerd op 4 november 2005
Van SEGA is weinig terecht gekomen, maar gelukkig zijn er nu de mini-consoles. Voor dertig euro haal je een klein zwart kastje in huis dat je direct aansluit op je televisie, en dan kan je zes classics spelen.
Sonic is misschien wel het bekendste spel. Toen supersnel, nu een beetje traag. Gus: "Een beetje traag? Ik vind het maar een sloom beest hoor." Het spel zelf is eigenlijk nog niet echt verouderd. Rennen, ringetjes pakken, vijanden te grazen nemen met de spin-attack. De graphics zijn een beetje ouderwets, maar niet eens zo heel erg. "Het speelt wel lekker ja, en de levels zijn erg uitgebreid. Hier kan ik wel een avondje mee vooruit." Geeft Gus toe.
"Hoe zit dat nou met die retrogrames, Tjort? Het is allemaal niet in 3D en er gaat ook niemand dood. Tegenwoordig heb je een stuk leukere spellen volgens mij," zei Gus toen we aan het eind van onze test-sessie een glaasje ranja dronken.
Ja, wat moet je daar nou tegenin brengen? Zo’n Megadrive console is hartstikke ouderwets, en je kan eigenlijk niet langer dan een uurtje achter elkaar spelen. Een spel opslaan kan bijvoorbeeld al niet. Maar aan de andere kant zijn alle spellen op deze mini-console echte classics. Dat merk je ook wel, het zijn goed doordachte spelletjes die stuk voor stuk met veel liefde in elkaar gezet zijn.
Op feestjes doen zulke simpele games het vaak hartstikke goed, want iedereen heeft binnen vijf minuten de smaak te pakken.
"Wacht even Tjort, ik speel nog één level verder, Sonic zit nu in de onderwaterwereld. Ik moet op zoek naar zuurstof, maar ook nog genoeg ringen verzamelen voor een extra leven!"
Retro is in tegenwoordig, en heel vaak betekent dat simpelweg oudbakken troep in een nieuw jasje. Maar de zes classics van SEGA zijn eigenlijk best leuk. Sonic en Flicky zijn de échte hoogtepunten, de rest is als extraatje ook niet weg. Terwijl ik nog een glaasje ranja drink, zie ik hoe Gus ingespannen probeert de kuikens naar de vrijheid te loodsen. Die is om.
Gepubliceerd op 4 november 2005