Race tegen rotzooi

Renske deed mee aan een columnistenwedstrijdje, omdat zij ook wel een tweedaagse reis naar Barcelona wilde winnen. Renske verloor. Renske neemt wraak! Zij publiceert haar column alsnog: Muhahahahaah! Mijn school is een mooie plek. Zij is haast mijn tweede thuis. Als ik er ben, tenminste. Vóór ik voet kan zetten op het schoolplein, moet ik nog een aardige beproeving doorstaan... En zoals dat wel vaker gaat, was ik op een ochtend wat laat. Ik kwam in het ochtendlicht aan de rand van de grasvlakte die zich voor het gebouw uitstrekt, en hield stil. Het lentegroen was bespikkeld met geel, blauwgestreept en misselijkmakend bruin. Tijd om over te schakelen op mijn ballerina-loopje. Op mijn tenen afzettend, hupte ik van een schoon stukje groen naar een plat melkpak. Alles is immers beter dan overhoopt landen in een hondendrol. Overal lagen natte reclamefolders. Het bleek nog behoorlijk lastig die te ontwijken, geen buikschuiver te maken, én de afstand zo snel mogelijk af te leggen. Ik zíe het u denken. Is de genoemde school dan zo armoedig dat zij zich geen verhard pad kan veroorloven? Bepaald niet. Maar ik was laat. Het gras was de kortste weg, en de conciërges zijn keihard. Want jammer genoeg wordt mijn tweede thuis bewoond door een tweede vader. En een derde. Én een vierde! In wezen zijn ze lief en schattig en hebben ze het beste met je voor. Voortdurende ergernis door gezagondermijnende leerlingen dwingt hen echter een ongenaakbare façade van chagrijn op te houden. Omdat zachte conciërges stinkende wonden maken, wordt ieder die de barrière van de bel breekt, genadeloos gestraft. Het is dus zaak snelheid te maken. Helaas. De tijd, die de minuten voortbrengt, verslindt zichzelf onmiddelijk weer. En soms verslikt hij zich in een struikelende vierdeklasser, die net iets te laat over de drempel stapt. Helaas. Daar sta ik dan, alleen in een wazige zee van groen, bruin, en geel; afwisselend van kleur als een oude blauwe plek. Gewapend met knijper en zak, mag ik de stinkende troep van anderen opruimen. Rietjespapiertjes en chipszakken gevuld met modderwater: het lot van de eenzame laatkomer. De volgende dag, in de klas, zwaait de conrector met het vingertje door de intercom. “Gisteren”, bast hij, “alweer 40 leerlingen te laat.” Naar het schijnt is het een slechts een petieterige moeite om op tijd te komen. Nog veel kleiner is dan de inspanning die het vergt je eigen afval op te ruimen. In een perfecte wereld komt niemand ooit te laat, en zijn Nederlands straten, velden en lanen brandschoon. Helaas. Perfecte werelden bestaan niet. Voor een schoon Nederland: Neem de moeite een keer te laat te komen, dan kunnen we die rommel tenminste samen opruimen! Voor meer informatie & winnende columns: www.schrijfnederlandschoon.nl Gepubliceerd op 3 mei 2004