Ontmoeting
Het blauwe licht van de stationshal kleurt mooi op haar gezicht. Ze heeft zwarte, lange haren. Een mooi smal gezicht, haar lichaam nonchalant hangend op het bankje. Ik weet dat ze Anne heet. Mooie naam. Voorzichtig loop ik op haar af.
Dan zie ik een halve meter rechts van mij een ander meisje lopen. Ook lang, zwart haar. Haar gezicht is zelfs mooier dan het meisje op de bank. De verwarring is compleet als ik een kwartier later minstens tien Anne’s rond heb zien lopen.
Ik ken Anne alleen van de foto’s die ze op heeft gestuurd via MSN. Al een paar maanden voeren we ’s avonds lange gesprekken met elkaar, bijna elke avond. Gisteren kwam ik op het idee elkaar te ontmoeten. We spraken af elkaar de volgende dag om twaalf uur ’s middags te ontmoeten in de stationshal van Utrecht Centraal.
Inmiddels heb ik al een flink aantal rondjes gelopen tussen de mensenmassa, en zie ik op mijn horloge dat het al half één. Nog steeds geen spoor van Anne.
Dan voel ik iets trillen in mijn broekzak, gevolgd door een harde piep. Ik pak mijn mobiele telefoon, en lees op het kleine scherm dat ik een sms-bericht heb ontvangen.
‘Ik ben hier. Waar ben jij? Anne.’
Ik was vergeten dat ze mijn nummer heeft. Glimlachend stuur ik een sms’je terug.
‘Ik ben er ook, kom naar de stationshal’. Er wordt snel gereageerd.
‘Ik zie je nergens hoor.’
Al gauw wordt duidelijk dat Anne niet in de stationshal is, maar zonder duidelijke reden gewoon op haar slaapkamer zit. Langzaamaan ontstaat er wel een vreemde, onzinnige ‘sms-dialoog’, vol smilies en korte zinnen. Een half uur lang sta ik in het midden van de stationshal, volledig opgenomen door het kleine mobieltje, wachtend op de volgende onzinnige sms. De ontmoeting wordt heel anders dan ik had verwacht.
Een paar dagen later spreken we elkaar weer op MSN. We spreken af elkaar de volgende dag weer te ‘ontmoeten’.
Misschien gaan we volgende week zelfs bellen.
Gepubliceerd op 25 oktober 2003