Moddercruiser
Een frisse bries jaagt over een open landschap. De zon strekt net haar stralen uit aan de horizon, de dag kriekt. Een licht silhouet tekent zich af tegen de dageraad. Waakschaap. Ik snuif de lucht vol aroma op en zoek naar de perfecte balans op mijn vier hoeven. Vanuit mijn verheven positie op een grenspaal van mijn gebied overzie ik de buitenwereld. Even nog koester ik mij in de zon, dan spring ik soepeltjes naar beneden en land met een roffel in het gras. Ik loop over mijn weiland. In het midden verrijst een gladde witte zuil, en zodra ik die bereik, houd ik stil. Mijn witte lokken steken geel af bij het oogverblindende marmer. Langzaam laat ik mijn blik naar boven glijden. Columnos. Het Latijnse woord galmt door de ruimte, terwijl de langgerekte overgang van M naar N doorzoemt als een zwerm bijen. Colummmmnnosā¦
Langzaam strijk ik met mijn hoeven een vel papier glad. Ik geef een paar lange, ferme likken aan het oppervlak van de zuil, en plak het papier stevig op het koude steen. Column.
En iedereen mag het lezen:
Achter het stuur zit een manneke, hij is klein en zijn overhemd is hem eigenlijk te groot: zijn schriele armpjes steken uit twee wijduitstaande kokers van textiel. Maar hij heeft geld, want hij bestuurt een ware SUV, een terreinwagen, berekend op de gore, taaie modder van de Amerikaanse ranches, of de hobbelige bushbush in Afrika. Er is bijvoorbeeld op zijn voorbumper een blits metalen hekje gemonteerd, dat bij een eventuele aanrijding met een ongelukkig beest de metallic lak ongekrast moet houden.
En oh, als we de motorkap van dit creatuur eens oplichten en diep in zijn carrosserie kijken, dan kunnen we de sluimerende fantasieƫn over wegspattend grind, venijnige doorns en hellingen van 10% aanschouwen. Maar in plaats daarvan spendeert deze moddercruiser en bushverkenner zijn tijd aan het geparkeerd staan op een oprijlaan, het vervuilen van het milieu, het laten roesten van zijn onderdelen en natuurlijk aan zijn dagelijkse tripjes naar de parkeergarage in de stad.
Want elke ochtend forenst ons manneke vanuit zijn woninkje in een keurig aangeharkt nieuwbouwdorpje, naar een grote stad. Hoewel zijn kleine kraaloogjes ongeveer twee centimeter boven het stuur uitkijken, hij verzuipt in de stoelen, hij samen met zijn laptopkoffertje maar een twintigste van de totale ruimte opvult, en zijn voorbumperrekje hem alleen kan beschermen bij een aanvaring met een scholier of een schoolkind wiens vlaggetje is gejat door een oranjefan, schijnt hij toch te denken dat hij een goede reden heeft om in het voertuig te rijden.
Gepubliceerd op 30 september 2003