Madame Satã

Madame Satã , het speelfilmdebuut van Karim Aïnouz, verbeeldt een sleutelperiode uit het leven van de in 1978 overleden Braziliaanse straatvechter en drag queen João Francisco dos Santos. Lang voor de fitness- en travo-cultuur van de afgelopen decennia, werd deze gespierde en in capoeira getrainde, controversiële underground-legende een Braziliaans icoon van ‘gay pride’. Hij bracht z’n halve leven in de gevangenis door, maar adopteerde ook zeven kinderen. Daar zien we echter allemaal weinig van terug.
Het plot
De film speelt zich af in de jaren dertig in de vrijgevochten bohémien-wijk Lapa in Rio de Janeiro. Overdag werkt João Francisco (Lázaro Ramos) als ober en manusje-van-alles, ’s nachts als kleine crimineel. Hij woont samen met z’n handlanger Tabou, de prostitué Laurita en haar dochtertje. Vastbesloten om te maken in de showbusiness, maar drie dingen stonden die ambitie in de weg: João Francisco was zwart, homoseksueel en straatarm. De film toont hem als een complex persoon: macho en teder, opvliegend en liefhebbend. Deelt net zo graag klappen uit als hij voor het dochtertje van Laurita zorgt.
Vreemd
De aanpak van de regisseur, zo valt in de persmap te lezen, was niet episch of puur biografisch, maar speels. Het reflecteert de manier waarop João Francisco z’n leven had gekozen te leven. Wat erop neer komt dat we niet te zien krijgen hoe João Francisco zo populair is geworden binnen de underground, waarom hij zo’n grote rol heeft gespeeld in de emancipatie van homoseksuelen en drag queens in Brazilië. We zien hoe hij leefde voordat hij doorbrak, en wat voor een mens hij was, maar als je wilt weten waarom hij beroemd dan wel berucht is geworden dan zal deze film je niet veel verder helpen.
Madame Satã is echter zeker geen slechte film. De regisseur weet een broeierig sfeertje te creëren, je waant je al bijna in het Rio de Janeiro van de jaren dertig en op het spel van Lázaro Ramos valt weinig af te dingen.
Conclusie
Als karakterstudie is Madame Satã redelijk geslaagd, maar het is toch jammer dat we niet wat meer te zien krijgen van het leven van João Francisco, wat toch zeer interessant genoemd mag worden... Gepubliceerd op 27 maart 2003
De film speelt zich af in de jaren dertig in de vrijgevochten bohémien-wijk Lapa in Rio de Janeiro. Overdag werkt João Francisco (Lázaro Ramos) als ober en manusje-van-alles, ’s nachts als kleine crimineel. Hij woont samen met z’n handlanger Tabou, de prostitué Laurita en haar dochtertje. Vastbesloten om te maken in de showbusiness, maar drie dingen stonden die ambitie in de weg: João Francisco was zwart, homoseksueel en straatarm. De film toont hem als een complex persoon: macho en teder, opvliegend en liefhebbend. Deelt net zo graag klappen uit als hij voor het dochtertje van Laurita zorgt.
De aanpak van de regisseur, zo valt in de persmap te lezen, was niet episch of puur biografisch, maar speels. Het reflecteert de manier waarop João Francisco z’n leven had gekozen te leven. Wat erop neer komt dat we niet te zien krijgen hoe João Francisco zo populair is geworden binnen de underground, waarom hij zo’n grote rol heeft gespeeld in de emancipatie van homoseksuelen en drag queens in Brazilië. We zien hoe hij leefde voordat hij doorbrak, en wat voor een mens hij was, maar als je wilt weten waarom hij beroemd dan wel berucht is geworden dan zal deze film je niet veel verder helpen.
Madame Satã is echter zeker geen slechte film. De regisseur weet een broeierig sfeertje te creëren, je waant je al bijna in het Rio de Janeiro van de jaren dertig en op het spel van Lázaro Ramos valt weinig af te dingen.
Als karakterstudie is Madame Satã redelijk geslaagd, maar het is toch jammer dat we niet wat meer te zien krijgen van het leven van João Francisco, wat toch zeer interessant genoemd mag worden... Gepubliceerd op 27 maart 2003