Lost in Translation

Het is nog lastig een recensie van Lost in Translation te schrijven. De voor vier Oscars genomineerde film is prachtig, maar waarom? Het is de sfeer die gezet wordt die me heel erg aanspreekt: vat het samen onder raar, maar noem het rustig, ingehouden humoristisch, slapstickesque, sereen, observerend, sprankelend. Maar het is niet alleen de sfeer, het is ook het verhaal en het aangename acteerwerk. En boven alles: Bill Murray. Ik hou van Bill Murray, al sinds zijn droogkomische optreden in Groundhog Day.
Bob Harris (Murray) is een bekend Amerikaans acteur in Tokio. Hij doet wat commercials, is even weg van zijn vrouw en hangt verder vooral aan de bar in het hotel. Totaal geen interesse voor de wereldstad die aan zijn voeten ligt, versuft aan de whiskey, midlifecrisis.
In hetzelfde hotel verblijft Charlotte (Scarlett Johansson). Zij is met d'r man John (Giovanni Ribisi) meegekomen, die als popfotograaf in Tokio aan de slag moet. Net afgestudeerd in de filosofie, nog geen baan. Nu vraagt ze zich af waarom ze eigenlijk met deze vervelende vent is getrouwd.
Beiden verveeld door de omgeving, verloren in de vertaling, worden ze verliefd op elkaar.
De film van regisseuse Sofia Coppola is fijn en levert een aantal uiterst droogkomische scenes op. Zoals wanneer de pisnijdige reclamemaker in het Japans aanwijzingen geeft aan een totaal lusteloze Murray, die er sowieso geen hond van begrijpt. En de gesprekken tussen Charlotte en Bob zijn prachtig (Charlotte: "So, what are you doing here?" Bob: "Uh, a couple of things. Taking a break from my wife, forgetting my son's birthday. And, uh, getting paid two million dollars to endorse a whiskey when I could be doing a play somewhere." Charlotte: "Oh."
Bob: "But the good news is, the whiskey works."). En verder gebeurt er niet heel veel in de film. Weinig oneliners, geen geweld, met een beetje geluk een vleugje seks en zowaar een min of meer wilde avond uit. Het is een kunst dat Coppola hier zo'n aangename film van heeft kunnen maken.
Lost in Translation voelt als een zachte, warme deken in een koude winternacht. Als een droomvlucht die je opgewekt achterlaat. Daar moet je ook maar net zin in hebben. Gepubliceerd op 20 februari 2004