Liften naar Marokko: het avontuur.

Met als doel Marokko, liftten wij lukraak Europa door. We hebben overnacht bij journalisten in Parijs, gefietst langs de Seine, zelfmoordritten naar Bordeaux overleefd, het Camino del Santiago de compostella gelopen. We waren de ster in een Madrileens theaterstuk over koffie, kochten per abuis tien kilo uien en ontmoetten een heuse terrorist die ons overhaalde te gaan trouwen. Dat was dan alleen nog maar de heenweg…
Hier volgen enkele passages uit het reisverslag:
Donderdag 21 juli
Bijna opgepakt door de Spaanse grenspolitie, liften is hier verboden. ’s Avonds lopen we in Burgos (Noord Spanje) over een beroemd pelgrimspad, blijkt.
Zondag 24 juli
Inmiddels zijn we in Marokko, opgevangen en op weg geholpen door de aardigste Marrokaans-Nederlandse famillie van Amsterdam zijn we op weg naar koningsstad "Fez".
De conversatie in de taxibus was levendig, niet dat wij er veel van begrepen maar één ding was duidelijk: het figuur dat naast me zat, lange baard, lange jurk werd monsieur berber (Frans voor baardje) genoemd. Monsieur berber was prototype terrorist en schikte zich aardig in z’n rol, excuseerde zich voor zijn te laat komen met "o, ik moest even een bus opblazen" en vertelde schaterlachend dat we hem binnenkort maar moesten komen opzoeken in Guantanamo. Ondertussen werd door één van de 7 inzittenden nog even tien kilo aan uien gekocht en dan gaat zo’n taxi zelfs zonder geit op schoot toch stinken.
Woensdag 27 juli
Aangekomen in (koningsstad nummer twee) Meknes. De zon brandt en we hebben teveel muntthee gedronken, je wordt dan lichtelijk infantiel en erg onsamenhangend:
Het is die dag niet meer goed gekomen.
Maandag 1 augustus
De terugweg, we overnachten bij een oude bekende.
Ik word pas om 14:00 uur wakker, waar ben ik? Madrid, wow! Nacho heeft ontbijt en vervolgens scheuren we met z’n drieën in een fiatje naar het museum voor moderne kunst. Die Gris blijkt een vette schilder en de zalen met hyperrealisme, cobra en meer van dat soort ongein zijn inspirerend en verbluffend verwarrend.
Avondleven in Madrid. Het is niet geheel duidelijk maar de club ademt sfeer nostalgie en passie. Nacho stelt ons voor aan al dan niet engelssprekende vrienden, vrienden van vrienden of onbekenden. Enkele biertjes later belanden we op straat met Juan, Suomi-boy en wat girls. Het merendeel wordt geloosd en we trekken “El Capote” binnen. We knopen gesprekken aan met kansloos Madrid. Dennis and his other American friend are installing something biohazardous. The Spanish artificial redhead thinks Zeno is very beautiful. Juan gaat helemaal los en schreeuwt: "Zeno!, Zeno!, like you name!!". En passant jagen we nog wat Madrilenen de club uit en ergens tussen de hoofdpijn en de laatste Carlsberg zijn we thuisgekomen.
Woensdag 3 augustus
Het regent, we zijn dus thuis. Nog nooit hadden we gelift, nog nooit waren we in Marokko en nog nooit hadden we zo’n goeie vakantie. Wanneer gaan we weer? Gepubliceerd op 26 augustus 2005
Hier volgen enkele passages uit het reisverslag:
Donderdag 21 juli
Bijna opgepakt door de Spaanse grenspolitie, liften is hier verboden. ’s Avonds lopen we in Burgos (Noord Spanje) over een beroemd pelgrimspad, blijkt.
Zondag 24 juli
Inmiddels zijn we in Marokko, opgevangen en op weg geholpen door de aardigste Marrokaans-Nederlandse famillie van Amsterdam zijn we op weg naar koningsstad "Fez".
De conversatie in de taxibus was levendig, niet dat wij er veel van begrepen maar één ding was duidelijk: het figuur dat naast me zat, lange baard, lange jurk werd monsieur berber (Frans voor baardje) genoemd. Monsieur berber was prototype terrorist en schikte zich aardig in z’n rol, excuseerde zich voor zijn te laat komen met "o, ik moest even een bus opblazen" en vertelde schaterlachend dat we hem binnenkort maar moesten komen opzoeken in Guantanamo. Ondertussen werd door één van de 7 inzittenden nog even tien kilo aan uien gekocht en dan gaat zo’n taxi zelfs zonder geit op schoot toch stinken.
Woensdag 27 juli
Aangekomen in (koningsstad nummer twee) Meknes. De zon brandt en we hebben teveel muntthee gedronken, je wordt dan lichtelijk infantiel en erg onsamenhangend:
Het is die dag niet meer goed gekomen.
Maandag 1 augustus
De terugweg, we overnachten bij een oude bekende.
Ik word pas om 14:00 uur wakker, waar ben ik? Madrid, wow! Nacho heeft ontbijt en vervolgens scheuren we met z’n drieën in een fiatje naar het museum voor moderne kunst. Die Gris blijkt een vette schilder en de zalen met hyperrealisme, cobra en meer van dat soort ongein zijn inspirerend en verbluffend verwarrend.
Avondleven in Madrid. Het is niet geheel duidelijk maar de club ademt sfeer nostalgie en passie. Nacho stelt ons voor aan al dan niet engelssprekende vrienden, vrienden van vrienden of onbekenden. Enkele biertjes later belanden we op straat met Juan, Suomi-boy en wat girls. Het merendeel wordt geloosd en we trekken “El Capote” binnen. We knopen gesprekken aan met kansloos Madrid. Dennis and his other American friend are installing something biohazardous. The Spanish artificial redhead thinks Zeno is very beautiful. Juan gaat helemaal los en schreeuwt: "Zeno!, Zeno!, like you name!!". En passant jagen we nog wat Madrilenen de club uit en ergens tussen de hoofdpijn en de laatste Carlsberg zijn we thuisgekomen.
Woensdag 3 augustus
Het regent, we zijn dus thuis. Nog nooit hadden we gelift, nog nooit waren we in Marokko en nog nooit hadden we zo’n goeie vakantie. Wanneer gaan we weer? Gepubliceerd op 26 augustus 2005