Liebel

Aantrekkingkracht. Het woord dat in reclames fluisterend wordt uitgesproken door een zwoele stem, met wapperende wind en rode wijn. Dat woord heeft ook betrekking op banale, dagelijkse dingen. Twee blikken die in elkaar haken... Ik zit in de tuin in het gras in de zon. Vlak voor me zit hij, op zijn spillebenen, die rechts stabiel staan, maar links iets gebogen zijn. Hij leunt opzij en staart me aan met rode speldeknoppen. Zijn calculerende blik zegt helemaal niets. Ik kriebel wat aan mijn neus en weg is hij. De libelle. Of is het een zij? Aangezien ik niets aan het doen ben, kijk ik nergens naar in het bijzonder. Voor ik een gedachte gedacht heb is hij terug. Hij landt op mijn sok in volle glorie. Ik zie hoe de ragfijne vleugels elkaar opzoeken bij wind. Zijn pootjes, die blauwbehaard zijn. Ik bekijk het bladgoud op zijn rode rug. De steel die zijn lijf is met strepen zwart en stroken goud. Zes poten en toch een doorgezakt frame. Hij lijkt weer afscheid te willen nemen, heeft al twee vleugels in de lucht, als ik me voorneem een blaadje te gaan halen om zijn fenomeen te beschrijven. In protest zijgt hij weer neer op mijn hand. Normaal vind ik het vreselijk als er beesten om me landen. Je kent het wel: paniekreactie, twee keer opgefokt het getroffen lichaamsdeel schudden en daarna nahijgen van de plotselinge schrik. Maar hij was onvoelbaar, een lichtgewicht. Een ware gentleman. Toch vliegt hij weg op een onbestemde zakenreis, voldoende opgeladen in de zon. Ik vind een vel papier, haast me terug, en hij vlijt zich rustig neer. Hij deint een poosje mee op mijn onderarm die poogt te schrijven. Wordt het hem te veel, dan stijgt hij op, onzichtbaar flapperend. Hij twijfelt. Moet hij op het blaadje landen? Ja, ja... Touchdown. Nee. Hij gaat van me weg, hoewel hij weg van me is. Nog eenmaal keert hij weer. Hij landt op mijn hand, de trouwe hond drukt zich tegen mijn vel. Zijn microscopisch kleine voorpoten haken zich in mijn huid. Niet dat ik het voel. Alleen in mijn ogen is hij daar. Op het moment dat ik wegkijk is hij verdwenen, als een hersenspinsel van goud- en koperdraad. Gepubliceerd op 2 juni 2004