Kellie goes global

Op je zeventiende naar de andere kant van de aardbol verhuizen. Alles achterlaten wat je vertrouwd en dierbaar is (behalve dan je naaste familieleden). Nieuwe school. Nieuwe vrienden, nieuwe taal... Klinkt best dramatisch hè?
Maar ook: Wonen op een berg, je bed delen met een spin en je achtertuin met een T-devil, autorijden en in het nationale voetbalelftal spelen. Niet slecht!
Tot een dik halfjaar geleden zat Kellie Konings (toen 5VWO) misschien vier meter van me af in de schoolbanken op het Willem II. Nu woont ze in Hobart, Tasmanië, de meest zuidelijke staat van Australië. En ze komt niet meer terug. Dat is tenminste niet het plan. Hoe komt een mens daarop?
Waarom Tasmanië?
"Er waren heel erg veel redenen. Het was niet dat we genoeg hadden van Nederland, maar ons pap wou bijvoorbeeld al acht jaar een huis bouwen, en we konden gewoon geen grond krijgen. Hier kun je veel meer doen wat je zelf wilt, veel minder regeltjes. En er is veel meer ruimte! Mensen doen hier ook niet zo moeilijk over sommige dingen zoals kleding, of over hoe hun huis eruit ziet."
Vond je het niet erg dat je eigenlijk een nieuw leven moest beginnen op een andere plek?
"Het is natuurlijk heel moeilijk om een nieuwe vriendenkring op te bouwen. Dat duurt ook best lang, maar zolang je er zelf achter staat en er je best voor doet is iedereen aardig en kun je hier best makkelijk settelen. In het begin is het allemaal raar en wennen, maar als je een beetje mensen leert kennen is het wel gezellig."
Geen heimwee naar Nederland?
"Niet echt heimwee. Je zou natuurlijk wel weer eens een keer uit willen gaan in Nederland en je zou wel weer met je vriendinnen iets willen gaan doen. Maar het is niet echt heimwee."
Even over school. Is dat nou heel anders?
"Je bent veel vrijer. Het is niet zo erg als je werkstukken later inlevert. Het is al meer vergelijkbaar met de universiteit. Ik zit nu op college; je krijgt na de basisschool vier jaar highschool, dan twee jaar college en dan
university of iets anders. Het onderwijs is denk ik wel wat gemakkelijker, maar voor mij is dat moeilijk te zeggen omdat ik nu best veel dingen voor de tweede keer aan het doen ben. Ik heb nu maar vijf vakken, dat is echt heerlijk."
Vijf vakken!
"En je mag echt de vakken kiezen die je zelf wilt. Je kunt zelfs surfen en bergbeklimmen enzo als vak hebben. Of leren auto rijden. Echt niks is verplicht, alleen moet je wel aan een bepaald aantal uren komen."
En welke vakken doe jij?
"Wiskunde, Engels, sport, biologie en physical sciences, dat is natuurkunde en scheikunde samen."
Kletsen in het Engels, gaat dat je al goed af?
"Ja, tuurlijk. Kletsen kunnen we altijd hè, dat is het makkelijkste op school..."
"Jep, voor zaalvoetbal. Maar we zijn niet zo megagoed, hoor. Ik speel in het team van Tasmanië, niet van Australië. We waren naar Brisbane geweest voor een toernooi en dat was zeker wel megatof. We speelden tegen andere teams uit Australië en Nieuw-Zeeland en Thailand.”
Gewonnen?
"Nee, we waren laatste geworden, maar we hadden best veel pech gehad."
Aan het eind van het gesprek bereikt toch nog een noodkreet over het Tasmaanse leven mijn oren. Of nouja, noodkreet...
"Zet er nog maar in dat ik mijn motor- en mijn autorijbewijs heb en dat ik er wel heel erg van baal dat ik niet meer kan uitgaan en niet meer legaal kan drinken."
Geeneens een biertje meer?
"Nee, niet legaal, maar hier thuis natuurlijk wel."
Arm kind
"Maar ja, als ik achttien ben haal ik dat zeker wel in, hoor. Nog één jaar."
Nederland mag dan wel geen Tasmaanse duivels hebben, geen tropische regenwouden, geen adembenemend natuurschoon en geen vrijheid-blijheid-regeringsbeleid, maar gelukkig kunnen we onszelf wel helemaal klem zuipen als we daar zin in hebben. Een hele troost.
Gepubliceerd op 23 december 2005
Maar ook: Wonen op een berg, je bed delen met een spin en je achtertuin met een T-devil, autorijden en in het nationale voetbalelftal spelen. Niet slecht!
Tot een dik halfjaar geleden zat Kellie Konings (toen 5VWO) misschien vier meter van me af in de schoolbanken op het Willem II. Nu woont ze in Hobart, Tasmanië, de meest zuidelijke staat van Australië. En ze komt niet meer terug. Dat is tenminste niet het plan. Hoe komt een mens daarop?
Waarom Tasmanië?
"Er waren heel erg veel redenen. Het was niet dat we genoeg hadden van Nederland, maar ons pap wou bijvoorbeeld al acht jaar een huis bouwen, en we konden gewoon geen grond krijgen. Hier kun je veel meer doen wat je zelf wilt, veel minder regeltjes. En er is veel meer ruimte! Mensen doen hier ook niet zo moeilijk over sommige dingen zoals kleding, of over hoe hun huis eruit ziet."
Vond je het niet erg dat je eigenlijk een nieuw leven moest beginnen op een andere plek?
"Het is natuurlijk heel moeilijk om een nieuwe vriendenkring op te bouwen. Dat duurt ook best lang, maar zolang je er zelf achter staat en er je best voor doet is iedereen aardig en kun je hier best makkelijk settelen. In het begin is het allemaal raar en wennen, maar als je een beetje mensen leert kennen is het wel gezellig."
Geen heimwee naar Nederland?
"Niet echt heimwee. Je zou natuurlijk wel weer eens een keer uit willen gaan in Nederland en je zou wel weer met je vriendinnen iets willen gaan doen. Maar het is niet echt heimwee."
Even over school. Is dat nou heel anders?
"Je bent veel vrijer. Het is niet zo erg als je werkstukken later inlevert. Het is al meer vergelijkbaar met de universiteit. Ik zit nu op college; je krijgt na de basisschool vier jaar highschool, dan twee jaar college en dan
university of iets anders. Het onderwijs is denk ik wel wat gemakkelijker, maar voor mij is dat moeilijk te zeggen omdat ik nu best veel dingen voor de tweede keer aan het doen ben. Ik heb nu maar vijf vakken, dat is echt heerlijk."
Vijf vakken!
"En je mag echt de vakken kiezen die je zelf wilt. Je kunt zelfs surfen en bergbeklimmen enzo als vak hebben. Of leren auto rijden. Echt niks is verplicht, alleen moet je wel aan een bepaald aantal uren komen."
En welke vakken doe jij?
"Wiskunde, Engels, sport, biologie en physical sciences, dat is natuurkunde en scheikunde samen."
Kletsen in het Engels, gaat dat je al goed af?
"Ja, tuurlijk. Kletsen kunnen we altijd hè, dat is het makkelijkste op school..."
"Jep, voor zaalvoetbal. Maar we zijn niet zo megagoed, hoor. Ik speel in het team van Tasmanië, niet van Australië. We waren naar Brisbane geweest voor een toernooi en dat was zeker wel megatof. We speelden tegen andere teams uit Australië en Nieuw-Zeeland en Thailand.”
Gewonnen?
"Nee, we waren laatste geworden, maar we hadden best veel pech gehad."
Aan het eind van het gesprek bereikt toch nog een noodkreet over het Tasmaanse leven mijn oren. Of nouja, noodkreet...
"Zet er nog maar in dat ik mijn motor- en mijn autorijbewijs heb en dat ik er wel heel erg van baal dat ik niet meer kan uitgaan en niet meer legaal kan drinken."
Geeneens een biertje meer?
"Nee, niet legaal, maar hier thuis natuurlijk wel."
Arm kind
"Maar ja, als ik achttien ben haal ik dat zeker wel in, hoor. Nog één jaar."
Nederland mag dan wel geen Tasmaanse duivels hebben, geen tropische regenwouden, geen adembenemend natuurschoon en geen vrijheid-blijheid-regeringsbeleid, maar gelukkig kunnen we onszelf wel helemaal klem zuipen als we daar zin in hebben. Een hele troost.
Gepubliceerd op 23 december 2005