Gangs of New York

Meer dan twintig jaar heeft Martin Scorsese geprobeerd Gangs of New York verfilmd te krijgen. Na het floppen van een ander peperduur historisch epos, Heaven’s Gate van Michael Cimino, hebben studio’s het jarenlang niet aangedurfd geld in het project te steken. Maar onder andere dankzij het succes van Titanic en de starpower van Leonardo DiCaprio is Miramax uiteindelijk met Scorsese in zee gegaan.
Het resultaat is een bij tijden overweldigende film, die helaas zo nu en dan de fout in gaat.
Lower Manhattan, halverwege de negentiende eeuw. Elke week stromen duizenden straatarme immigranten binnen, op zoek naar een beter bestaan. De stad is een explosieve smeltkroes van nationaliteiten. Bij Five Points leidt het tot een confrontatie tussen de Dead Rabbits, een bende Ieren onder leiding van ‘Priest’ Vallon (Liam Neeson) en de Nativists, mensen geboren in Amerika, onder leiding van William Cutting, aka Bill the Butcher (Daniel Day-Lewis). Vallon wordt door Bill gedood en de Dead Rabbits delven het onderspit. Het zoontje van Vallon, Amsterdam (Leonardo DiCaprio), ziet het allemaal gebeuren en wordt vervolgens naar een weeshuis verbannen. Zo’n zestien jaar verlaat hij het weeshuis, vastberaden wraak te nemen op de moordenaar van z’n vader. Hij weet zich op te werken tot rechterhand van Bill, die een soort surrogaatvader wordt voor Amsterdam, zonder te weten wie Amsterdam écht is.
Met dit verhaal verweven is de politieke situatie in New York. De Amerikaanse burgeroorlog is in volle gang, concurrerende brandweer- en politiekorpsen bestrijden elkaar en politici proberen koste wat kost de macht in handen te houden. En dan breken de Draft Riots uit, als protest tegen de invoering van de dienstplicht door president Lincoln, waardoor veel toestanden ineens in een ander daglicht komen te staan.
In Scorsese’s eerdere films kwam het leven in New York al niet erg rooskleurig over, maar dat is bijna niets vergeleken met de situatie in Gangs of New York.
De pers in Amerika was niet unaniem lovend over Gangs of New York, wat voor een groot deel te verklaren valt door het verhaal dat Scorsese wil vertellen. Aan de ene kant wil hij de historische gebeurtenissen tonen, hoe Amerika werkelijk tot stand kwam en hoeveel mensen hun leven hebben moeten offeren voor het resultaat. Aan de andere kant is er het verhaal van wraak, en liefde. Het subplot over de moeizame liefde tussen DiCaprio en Cameron Diaz (een zakkenrolster), is bloedeloos en vrij overbodig.
Day-Lewis speelt één van de beste rollen uit zijn toch al imposante carrière, DiCaprio is adequaat, Diaz loopt er een beetje verloren bij en de karakteracteurs die de bijrollen vervullen krijgen toch wat te weinig tijd.
Er waren een boel geruchten over de bemoeienissen van producent Harvey Weinstein met de film. De film zou in de eerste instantie veel langer worden, maar Weinstein was bang dat de film een financiële flop zou worden. Er zou later wel een director’s cut op DVD uitkomen. Maar nee, recentelijk heeft Scorsese in een interview aangegeven dat de film precies zo is gemaakt als hij wilde, dit is het definitieve resultaat, de director’s cut.
Dit is het dus. Een film die soms sleept, soms heel snel gaat, maar ook geniale momenten heeft. Niet Scorsese's beste, maar dat is altijd nog een stuk beter dan het beste van de meeste regisseurs. Gepubliceerd op 26 januari 2003