Dubbellaagse Marloestaart

Gerecht: Taart met dubbele laag Duur: Te lang Achtergrondmuziek: Eigenlijk zou het feestmuziek moeten zijn. Maar deze keer was het stilte, nodig bij de opperste concentratie die het bakken van een taart vereist. Hulp: Van de welbekende kabouters Omdat er een gezamenlijke vriendin van ons jarig was, besloten Floor, een vriendin van mij, en ik een taart te gaan bakken. Floor en Marloes in een keuken zetten is hetzelfde als een 3 jarige spaghetti met tomatensaus laten eten: daar komt rotzooi van. Alles werd uit de kast getrokken: van feestelijke kleding tot pollepel en bakvormen. Onze taart zou er niet zomaar één uit een dozijn zijn. Het moest spectaculair worden: een versierde twee-lagen taart. Al mixend, roerend en kloppend werden wij en de keuken steeds viezer, en leek het papje steeds minder op taart. Toch zetten we door, ook al kon Floor geen eieren splitsen en ik geen bakvormen met papier bekleden. Helaas, toen we de taartvormen gevuld met beslag in de oven zetten, wierpen we een vlugge blik op de klok en constateerden dat we allang met een biertje/wijntje op de bank van de jarige hadden moeten zitten. Toen ik weer op weg naar huis was, bedacht ik me dat de taarten al eeuwen in de oven stonden! Thuisgekomen haastte ik me naar de oven, voorbereid op twee zwartgeblakerde gedrochten. Maar gelukkig hadden de kabouters ingegrepen (ja, ik was in een dusdanige toestand dat je dat soort zaken aan kabouters en ander gespuis wijdt): de taarten waren redelijk op tijd bevrijd van de hitte en netjes in zakjes gewikkeld in de vriezer gestopt. Voor een later tijdstip. Dat latere tijdstip werd weken later, toen ik op zoek was naar een broodje bapao en ik op de taarten stuitte. Het zou natuurlijk zonde zijn om die maar te laten liggen, dus ik griste slagroom en versiersels bij elkaar en ging weer aan de slag, te beginnen met een flinke scheut drank over de naakte taartjes. De slagroom was over datum, maar dat hoefde de rest van mijn familie niet te weten. Worden ze hard van. Tevens had ik geen jam, waardoor ik geen vulling voor de taart kon maken. Een speurtocht door de voorraadkast deed mij echter op een blikje kersen-in-zoete-drap stuiten. "Als het in vlaaien kan, waarom dan niet in taarten" aldus mijn redenatie, en de kersen-in-zoete-drap verving de jam. Het afmaken van de taarten verliep verdacht voorspoedig. De taarten waren dan wel scheef doorgesneden en de hagelslag op de randen zag er volgens mijn broertje uit alsof er een pak hagelslag naast ontploft was, maar de taarten waren klaar. Ik waande me al een echte taartenkok. Maar toen moest er natuurlijk ook geproefd worden. Grote stukken taart gingen de familie rond en er werd goedkeurend geknikt. Er klonk een "Lekker. Best wel." Niet hélemaal overtuigend, maar niet negatief. Toen durfde ik, ondanks de slagroom die niet meer te vertrouwen was, het aan een stukje te proeven. En inderdaad. Lekker. Best wel. |