De piek
In het midden van de huiskamer beweegt een grote kartonnen doos. Er klinkt gezucht, gegraai op de bodem en het geschuif van spulletjes. Een klein kinderhoofdje duwt zich door de gesloten deksel heen en zegt: ‘Ik zie hem niet, hoor’. ‘Laat mij maar even’, buigend steek ik mijn hoofd in de doos, tussen de kerstspullen. Tijdens de zoektocht herhaalt mijn buurjongetje Frank een beschrijving waar om de halve minuut iets aan toegevoegd wordt. ‘Hij heeft gouden randjes en hele grote vleugels en dansende voetjes en.. en.. een hele grote mond, en..’
‘Mama zei dat hij in de grote doos ligt’, vertelt Frank, als we even later aan de eettafel een groot glas limonade drinken. ‘Ja, dat zei ze tegen mij ook’, antwoord ik. Maar helaas is ze er niet om ons te helpen. Zijn moeder had deze middag een afspraak en haar kleine Frank wilde vandaag zó graag de kerstboom opzetten, dat ze ten einde raad de buurjongen vroeg. Ik, dus.
Ik neem een slok drinken en kijk naar de kunstkerstboom, die vlakbij de tv onaf staat te wezen. De ballen zijn er, de slingers zijn er, alleen de piek mist. En we kunnen hem nergens vinden. De grote, bruine ogen van mijn buurjongetje kijken me serieus aan en ik zie hem denken: dit is iets heel ergs. ‘Nou ziet iedereen dat we een nepboom hebben’, zegt hij. Niet omdat het een kunstkerstboom is, maar omdat een kerstboom zonder piek geen echte kerstboom is.
Als we even later het kerststalletje opzetten, en de kleine beeldjes één voor één uit het donkergrijze papier halen, steekt hij zijn kleine handje in de doos en roept hard: ‘Kijk!’ Hij pakt een wit, verkreukeld papiertje uit de kleine doos, fatsoeneert het met zijn vingertjes, en schuift het vol eerbied onder mijn neus.
Een getekend engeltje, met twee kleine stipjes als ogen, kijkt me lachend aan. Haar vleugels zijn wat gekreukt, de goudstof is bijna van alle opgedroogde lijm afgevallen, maar het wc-rolletje op haar rug is nog steeds heel. Samen lopen we naar de kerstboom. Ik til Frank op en hij schuift de piek op het topje van de kerstboom. Tevreden kijkt Frank naar alle takken, en fluistert: ‘Zo, en nu mogen de cadeautjes komen’.
Vrolijk kerstfeest iedereen.
Gepubliceerd op 25 december 2003