Brief aan mijn oude school

Hoe kijk ik op mijn middelbare school terug? Ben ik blij dat ik uit die hel verlost ben of was het eigenlijk best leuk? In een brief aan school stort ik mijn hart uit.
Amsterdam, 7 april 2009
Beste oude school,
Waar moet ik beginnen? Moet ik al in de eerste regels in clichés vervallen dat ik eigenlijk tóch wel iets had aan die moleculeformules en berekeningen rond de brekingsindex, en moet ik meteen excuses maken voor de keren dat mijn mond open bleef hangen tijdens het gapen omdat ik in slaap was gevallen omdat de stof net niet helemaal aansloot op mijn interesses, en moet ik met veel slingers verhalen dat ik het zonder jou, die prachtige, stabiele en leerzame dorpse school nooit had gered op de universiteit?
Eigenlijk, nu heb ik het al gezegd: ik laat het ook maar staan. Ik kan er nu een punt achter zetten en de groeten doen, want eigenlijk is niets van de voorgaande regels gelogen.
Vorig jaar heb ik het gymnasium afgerond op jou, het Assink Lyceum in Haaksbergen. Omdat ik geen laborant wilde worden en ook niet voor het bevooroordeelde pretpakket ‘cultuur en maatschappij’ wilde volgen, heb ik drie jaar Economie en Maatschappij gevolgd met het argument dat ik mezelf later wel zag als een slimme blonde zakenvrouw in een strak mantelpakje. Goddank heb ik na drie jaar op het nippertje ontdekt dat ik inderdaad geen laborant wilde worden, maar bepaald ook geen slimme blonde zakenvrouw in een strak mantelpakje. Ik weet nog goed dat tijdens het tekenen van diploma mijn mentrix (docent geschiedenis) verbaasd, maar blij en trots opkeek toen werd rondgeroepen dat ik in Amsterdam Kunstgeschiedenis zou gaan studeren. Dat was ik haar blijkbaar vergeten te vertellen.
'Kan ik niet gewoon nú naar de universiteit?' Tijdens de middelbare school heb ik me dat meerdere malen afgevraagd. Heb ik het echt nodig om deze kennis op te doen, die waarschijnlijk na die dodende tentamenweek weer langzaam maar veilig terugzweeft naar mijn boek in plaats van mijn langetermijngeheugen? Ik kan er heel arrogant over doen, maar ik hád het nodig. Zonder scheikunde waren de verfsamenstellingen abracadabra geweest, zonder natuurkunde had ik het lichtbrekende effect van een vernislaag op een schilderij niet begrepen, zonder geschiedenis had ik stijlperiodes nooit kunnen leren, zonder Nederlands had ik geen fatsoenlijk paper kunnen schrijven, zonder Engels, Duits en Frans had ik maar 5% van mijn literatuur kunnen lezen, zonder aardrijkskunde had ik niet geweten waar de verschillende steensoorten voor beeldhouwkunst vandaan komen en zonder Latijn en KCV… had ik net zo goed meteen met mijn studie kunnen stoppen.
Wat ik wil zeggen is: bedankt. Het is al bijna een jaar geleden dat ik je met een zucht van opluchting en een paar waardevolle A4-tjes in de hand verliet. Ach lieve school, mag ik nog een keer terugkomen?
Alle goeds,
Suzan Derksen