A.I. Artificial Intelligence

Bijna vijftien jaar had Stanley Kubrick aan A.I. gewerkt. Gebaseerd op het korte verhaal 'Supertoys Last All Summer Long' van Brian Aldiss. Maar Kubrick vond dat de technologie nog niet ver genoeg ontwikkeld was om de futuristische wereld te creëren die hij voor ogen had. Hij had het plan opgevat om de regie van de film aan Steven Spielberg over te laten Ondertussen besloot hij maar aan een ander project te beginnen, wat uiteindelijk 'Eyes Wide Shut' werd. Maar die film was nog niet afgerond, of Kubrick overleed. Aan Spielberg de zware taak om de klus alleen te klaren, en een beetje aan de hooggespannen verwachtingen te voldoen. Geen gemakkelijke opgave.
De film speelt zich af in de 22ste eeuw. De zeewaterspiegel is flink gestegen, steden als New York zijn ondergelopen en worden vrijwel niet meer bewoond. De technologie is inmiddels een stuk verder dan nu, en naast mensen (orga's) lopen er nu ook veel robots (mecha's) rond. Deze lijken in veel opzichten op de mens, en hebben een hoge mate van kunstmatige intelligentie, maar er ontbreekt iets. Emotie. Het is de wetenschappers dus nog niet gelukt een robot te creëren die in alle opzichten op de mens lijkt. Maar de briljante wetenschapper Allen Hobby (William Hurt) slaagt erin. Hij bouwt een klein robotjongetje dat kan liefhebben, en, zo is het idee, ook liefde kan opwekken. Het jongetje, David (Haley Joel Osment), wordt ondergebracht bij het echtpaar Swinton (Frances O’Connor en Sam Robards). Zij hebben al een zoon (Jake Thomas), maar deze lijdt aan een vrijwel ongeneeslijke ziekte, en ligt in 'cryostase' totdat er een geneesmiddel gevonden kan worden. Maar dan vindt men een geneesmiddel en hij keert terug bij z’n ouders. Het is nogal een sadistisch ventje, en weet David over te halen dingen te doen die anderen in gevaar brengen, terwijl David alleen maar probeert zijn liefde te tonen. Ten einde raad laten z’n ouders hem in een bos achter, waar hij de seksrobot Gigolo Joe (Jude Law) ontmoet. Samen besluiten ze de blauwe fee uit het sprookje Pinokkio te gaan zoeken, omdat David overtuigd is dat zij hem kan veranderen in een echt jongetje zodat zijn moeder van hem gaat houden.
De film is heel lang een intrigerende mix van elementen uit Kubrick’s en Spielberg’s oeuvres, het wordt nergens te sentimenteel, en er is altijd een donkere ondertoon in het verhaal, ondersteund door prachtig camerawerk van Janusz Kaminski. Maar dan gaat het mis: de film lijkt een tragisch doch bevredigend einde te hebben, maar door middel van een soort 'deus ex machina' gaat de film nog een half uurtje door. Dit stuk voegt totaal niets toe, past niet bij de rest van film en lijkt alleen bedoeld om de film toch een soort happy ending te geven. Verder kunnen er nog een paar kanttekeningen geplaatst worden: hoewel David schijnt lief te hebben, was ik daar niet helemaal van overtuigd. Het zou net zo goed kunnen gaan om een imitatie van liefde, net zoals emotieloze mecha’s een pijnreactie kunnen nabootsen. Wat ook vreemd is, is dat hoewel David vrijwel niet van echt te onderscheiden is, hij nooit met z’n ogen knippert. Ook slaapt hij niet, maar ligt gewoon met z’n ogen open. Zo moeilijk moet dat toch niet zijn om in te programmeren? In een andere scène krijgt hij spinazie binnen, waardoor hij beschadigt raakt. Zo’n robot zou toch niet zomaar kapot moeten gaan omdat hij iets inslikt?
De interessantste rollen zijn voor Haley Joel Osment en Jude Law, die uitmuntend acteren. Osment maakt zijn reputatie waar als grootste kindacteur van Hollywood, en Law toont zich weer een charismatisch acteur. De muziek is, zoals bij bijna alle films van Spielberg, in handen van John Williams, die weer een geweldige score aflevert. En een nummer in de film is gemaakt door leden van de industrial metal band Ministry, wat net zoiets is als David Fincher die Celine Dion een nummer laat zingen, maar goed.
Hoe je het ook wendt of keert, A.I. blijft een fascinerende film. Helaas haalt het laatste half uur het oordeel over de film flink omlaag. De film is echter zeker de moeite waard. Gepubliceerd op 21 november 2001