Wat is ADHD?
ADHD is de afkorting voor: Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het is een aandachtsstoornis met hyperactiviteit die kinderen en bij volwassenen kan optreden.
Veel voorkomende kenmerken bij ADHD-kinderen zijn:
-Overbeweeglijkheid: De meeste ADHD-patienten zijn overbeweeglijk. Dit veroorzaakt dikwijls ernstige problemen: ze zitten nooit stil, honderdmaal per dag klinkt het: ‘Zit stil’. Ze draven maar door, zelden zijn ze eens langere tijd – rustig - met hetzelfde bezig. Als ze echt heel flink hun best doen om op hun stoel te blijven stilzitten, dan beweegt er nog van alles: vingers, voeten, gezicht. -Stoornissen van aandacht en concentratie: Alle ADHD-patienten hebben grote moeite hun aandacht bij een onderwerp te houden, om zich te concentreren. Ze worden steeds van datgene waar ze mee bezig zijn, weggetrokken door wat rondom hen plaatsvindt. Ze zijn vlug afgeleid, kunnen moeilijk bij een zaak blijven. Maar als iets werkelijk hun aandacht te pakken heeft, is het soms heel moeilijk om hun aandacht op iets anders te richten.
- Impulsiviteit: Sommige ADHD-kinderen kunnen moeilijk vooraf plannen of de gevolgen van hun daden overzien. Ze handelen dikwijls ondoordacht, impulsief. Ze doen iets zodra het in hun hoofd opkomt: plotseling de straat oversteken; Van de hoogste trede van de trap afspringen; hardop antwoorden in de klas zonder hun beurt af te wachten; enz…
-Bewegingsstoornissen, onhandigheid: Bij ADHD-patienten schort er dikwijls iets aan de wijze waarop zij hun spieren gebruiken. Ze bewegen onhandig. Om op een juiste en zorgvuldige manier iets te kunnen doen, moeten al onze spieren onderling goedsamenwerken.
Stoornissen van de van de leerbaarheid: Bij de behandeling van kinderen met het ADHD-syndroom is het vaak opgevallen dat ze veel moeilijker nieuw gedrag aanleren en oud gedrag afleren ook al zijn ze intelligent. Bij een kleine subgroep bleek dit extreem moeilijk, ook onder de beste omstandigheden en met de grootste mogelijke inzet van ouder en opvoeders.
-Leerstoornissen, stoornissen van de informatieverwerking: Hiermee wordt bedoeld dat sommige ADHD-patienten moeite hebben bij het verwerken van wat ze zien, horen en voelen. Hun zintuigen zijn meestal goed ontwikkeld, maar er mankeert iets aan het verwerken van de informatie. Informatie, opgenomen via de zintuigen, moet goed verwerkt worden om er iets zinnig mee te kunnen aanvangen. Bij een ADHD-er kan hier op verschillende plaatsen iets misgaan. Deze stoornissen komen bij sommige kinderen overigens ook afzonderlijk voor, zonder overbeweeglijkheid, zonder impulsiviteit.
-Visuele waarnemingsstoornissen: Een belangrijke groep waarnemingsstoornissen wordt gevormd door de visuele waar-nemingsstoornissen. Het oog ziet correct, maar de hersenen hebben moeite om wat er gezien wordt juist te verwerken. - Het onderscheid maken tussen links en rechts lukt bijvoorbeeld niet best. Hierdoor is er voor de ADHD-er weinig verschil tussen d en b. - Een ADHD-er kan moeilijk diepte waarnemen, waardoor hij afstanden slecht kan schatten, overal tegenaan botst, drank naast het glas giet, en altijd wat omstoot.
-Verwerkingsstoorsnissen: De informatie die via de verschillende zintuigen binnenkomt, moet niet alleen goed ge-registreerd worden. Al wat via de zintuigen opgenomen wordt, moet ook nog goed ge-selecteerd, geordend en op elkaar afgestemd worden. Een belangrijke manier om de informatie te verwerken is alles op een rijtje kunnen zetten: eerst dit, dan dat, vervolgens zo. Veel ingewikkelde handelingen leren we door ze in stukjes op te delen. Alles in een logische volgorde zetten.
Geheugenstoornissen: Sommige ADHD-patienten hebben het ook abnormaal moeilijk om iets te onthouden. Ze begrijpen het wel. Maar onthouden vraagt bij hen tien keer meer herhaling en inspanning dan bij andere kinderen. Je begrijpt wel dat het voor een kind dat zich slecht kan concentreren veel moeilijker is om iets te onthouden. Als hij bovendien slecht in staat is het belangrijke van het onbelangrijke te onderscheiden, is het voor hem ook niet duidelijk wat wel en wat niet in het geheugen opgeslagen moet worden.
-Uitdrukkingsstoornissen: Onze hersenen nemen niet allen informatie op, ze bepalen ook wat we er mee doen: hoe we die informatie gebruiken. We doen dit vooral op twee manieren: met onze spieren en met woorden. ADHD-patienten kunnen zowel motorische stoornissen al spraakstoornissen hebben. Als de spieren onderling niet goed samenwerken spreken we van een motorische coördinatiestoornis. Als er problemen zijn met de fijne spieren van de mond of met de samenwerking ertussen, kunnen er spraakstoornissen ontstaan.
-Lees-, schrijf- en rekenstoornissen: Heel wat van deze stoornissen komen pas tot uiting als een kind gaat leren lezen, schrijven en rekenen. De meeste gebruikte termen voor stoornissen op dit gebied zijn: - Dyslexie voor stoornissen bij het lezen; - Dysorthografie voor stoornissen bij het schrijven; - Dyscalcullie voor stoornissen bij het rekenen.
-Emotionele labiliteit: De emotionele reacties van ADHD-patienten zijn dikwijls zeer wisselvallig en overdreven ( emotioneel labiel wordt dat genoemd). Nu eens dol enthousiast, tien minuten later geen interesse meer. Dan weer uitbundig en plezierig en een uur later helemaal te neergeslagen. ADHD-ers kunnen hun emotionele slecht beheersen. Om een kleinigheid kunnen ze extreem boos, agressief, of verdrietig worden.
-Emotionele problemen:
Een ADHD-kind kan veel verstandiger zijn dan bijvoorbeeld zijn buurjongen op
school en toch meer moeite hebben om iets te leren. Zo’n verstandig kind beseft maar al te goed dat hij of zij met veel dingen moeite heeft.. ADHD-kinderen kunnen door al die problemen heel neerslachtig of depressief worden. Ze kunnen zich daardoor ook heel minderwaardig voelen. Altijd weer die ongevalletjes, altijd weer iets dat stukgaat, altijd weer krijgen ze op hun kop. Het ergste is dat de meeste zeer goed beseffen dat ze het verkeerd doen. Dit is voor ADHD-kinderen kwetsender dan voor bijvoorbeeld gehandicapte kinderen. Ook laatstgenoemde kinderen doen veel verkeerd maar, anders dan bij ADHD-kinderen, zijn ze niet verstandig genoeg om het van zichzelf te beseffen.
-Relationele problemen: Als gevolg van alle stoornissen, moeilijkheden, problemen en ongevallen vindt de ADHD-er het soms heel moeilijk om goed met andere mensen om te gaan. De relatie tussen het ADHD-kind en zijn ouders plus andere gezinsleden is een van de belangrijkste relaties die vaak uit de hand lopen. Ook op school kunnen de relaties tussen een overbeweeglijk kind met andere kinderen en volwassenen al snel uit de hand lopen. Vanaf de eerste klas worden flinke eisen gesteld: stilzitten, opletten, op je beurt wachten en precieze oefeningen doen. Alles bij elkaar genomen is dat heel wat, en soms gaat het ADHD-kind er ten gevolge van al die druk al heel snel onderdoor. We zien dan langzamerhand emotionele en gedragsproblemen verschijnen.
-Slaapstoornissen: De meeste ADHD-patienten slapen weinig en/of zeer onrustig. Onderzoek heeft aangetoond dat veel van hen ook in hun slaap beweeglijker zijn dan andere mensen. Op zichzelf is dat niet zo erg. Het is niet schadelijk voor de ADHD-er als het weinig slaapt. Voor de ouders kan het echter de druppel zijn die de emmer doet overlopen: als ze na een hele dag bezig zijn met hun drukke kind ’s avonds niet eens kunnen uitblazen en ’s ochtends al weer vroeg door de herrie van hun ADHD-kind gewekt worden.
ADHD bestaat ook in de vorm waarbij alleen sprake is van een stoornis in de aandacht zonder impulsiviteit en hyperactiviteit. Dit heet wel ADHD maar wordt ook wel eens ADD genoemd. ADD wordt minder snel herkend dan ADHD. Zij vertonen immers geen storend gedrag. Toch presenteren kinderen met ADD vaak onder hun niveau. Dat roept problemen op bij het leren en het heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van zelfvertrouwen. Kinderen met ADD zitten vaak ook niet lekker in hun vel.
Wanneer spreken we van ADHD?
Er is geen eenvoudige test die kan uitwijzen of een kind ADHD heeft. Er is heel wat kennis en ervaring voor nodig om dit te kunnen vaststellen. Het is van groot belang dat wordt bekeken hoe de stoornis de ontwikkeling van het kind beïnvloedt. Welk effect heeft ADHD op het leergedrag, het gedrag thuis en het omgaan met emoties op school. Meestal wordt de diagnose ADHD gesteld door een arts. Doorgaans is dat een kinderpsychiater en kinderarts of een kinderneuroloog. Bij de diagnostiek werkt de arts samen met de ouders, de leraar en met andere deskundigen zoals een psycholoog of een orthopedagoog.
Om de diagnose ADHD vast te stellen verzamelt de arts informatie over:
· De ontwikkelingsproblemen · De gezondheidsproblemen · Het voorkomen van leer en gedragsproblemen in de familie · De omgang tussen ouders en kind · De relatie van het kind met zijn leraar · De leefomgeving · De stress in het gezin
De arts verzamelt de informatie op verschillende manieren: · Een gesprek met de ouders · Informatie van de leraar · Informatie uit vragenlijsten van eerdere behandelervaringen · Lichamelijk onderzoek · Zijn eigen indruk van het kind.
Uiteindelijk beoordeeld de arts om wat voor ADHD problemen het gaat en welke hinder het kind in zijn ontwikkeling ondervindt van de ADHD. De leefomgeving speelt daarbij ook een rol. Drukke, impulsieve kinderen geven doorgaans minder hinder in een omgeving met genoeg uitwijkmogelijkheden dan bijvoorbeeld in een kleine flat in een drukke stad.
Wie hebben ADHD?
ADHD kan voorkomen op alle leeftijden, van pasgeboren kinderen tot en met ouderen/bejaarden. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat ADHD voorkomt bij zeker 5 % van alle kinderen. 1% van de kinderen heeft last van een ernstige vorm van ADHD. En 2-4% heeft last van een minder ernstige vorm van ADHD. Dat betekent dus dat er in bijna elke schoolklas wel één zit! Het is de meest door kinderpsychiaters gestelde diagnose, een kinderpsychiater is er 25-30% van haar of zijn tijd mee bezig. ADHD wordt vaker vastgesteld bij jongens dan bij meisjes. Dit komt omdat jongens vaker agressief gedrag vertonen. Je \'groeit er niet overheen\' zoals vroeger wel gedacht werd. Dit betekent dat veel vol-wassenen er ook nog last van hebben. In meer of mindere mate natuurlijk, je kunt er mee leren leven, je werk en leefomgeving zo kiezen dat je er minder last van hebt. Toch heeft zeker 1 % van alle volwassenen er nog erge last van. Zoveel last dat ze vastlopen in werk, studie, relaties en hulp gaan zoeken in de geestelijke gezondheidszorg. In ernstige gevallen kan er sprake zijn van verslaving en/of crimineel gedrag.
Wat is de oorzaak van ADHD?
In de meeste gevallen spelen tegelijkertijd meer oorzaken een rol. Ik noem de 3 meest voorkomende oorzaken.:
Hersenfunctiestoornis: Bij deze kinderen is er geen sprake van een aantoonbare hersenbeschadiging. Toch is er iets in de hersenen dat niet naar behoren verloopt. Om dit uit te leggen gebruik ik het beeld van elektriciteit. Bij elektriciteit lopen er evenveel elektrische stromen heen en weer van + naar -. Wordt er te weinig elektra doorgegeven, dan ontstaat er een elektrische stroring. De op het elektra aangesloten machines kunnen niet goed werken. Dit beeld is te vergelijken met de werking van onze hersenen. In de hersenen loopt ook een scheikundige stof. De stof is nodig om boodschappen van de ene hersencel naar de andere te transporteren. Als er een tekort is aan die stof, dan ontstaat er een stoornis.
Hersenbeschadiging: Soms kan er in de hersenen van het kind een kleinere of grotere beschadiging ontstaan na een complicatie rondom de zwangerschap en de geboorte ( bijv. door zuurstofgebrek), na een hersenvliesontsteking en na een loodvergiftiging, of na een val of een klap op het hoofd. Die beschadiging kan de oorzaak zijn van ADHD.
Erfelijkheid: In bepaalde families komen veel mensen voor die ADHD hebben. Dit overbeweeglijke temperament wordt dan als het ware geërfd. Meer familieleden van vaderszijde of in moeders familie (soms in beide families) zijn overbewegelijk of zijn dat als kind geweest. De een meer dan de ander. Er is een grote kans dat meer dan een kind in hetzelfde gezin ADHD heeft.
Hoe is ADHD te behandelen?
Als eenmaal de diagnose ADHD is gesteld, dan kan er begonnen worden met de behandeling. Helaas bestaat er geen behandeling die de oorzaak van het probleem op kan lossen, maar de behandeling richt zich op het onder controle houden van het probleem. Dit kan (vooral bij kinderen) op meerdere manieren:
Medicijnen kunnen ADHD niet genezen, maar wel de
verschijnselen verminderen. Het effect is dat de concentratie verbetert en dat de patiënt rustiger wordt. Het medicament moet een duidelijke verbetering voor de gebruiker betekenen en er moet alleen begonnen worden met het innemen als de ontwikkeling van het kind sociaal, emotioneel of wat leren betreft aantoonbaar lijdt onder de hyperactiviteit en de aandachtstekortstoornis. Ook als een therapie zonder medicijnen onvoldoende is. Bij 70% van de kinderen en volwassenen met ADHD helpt een medicijn het gedrag te beheersen.
REACTIES
1 seconde geleden